Het echtpaar Sybrandi woonde op de hoeve Steenwijk in Deinum, op een afgelegen en moeilijk bereikbare plaats. Ondanks de gevaren die het met zich meebracht, besloot het gereformeerde echtpaar, dat ook kleine kinderen thuis had, om een Joods echtpaar te helpen. Het echtpaar bleef korte tijd op de boerderij.

Daarna kwam de Goudse Jood Marcel Leiser op de boerderij. De ouders van de in 1923 geboren jongeman werden in 1942 gearresteerd en naar Westerbork gebracht. In 1943 werden zij in Auschwitz vermoord. Kort na de arrestatie van zijn ouders dook Marcel onder. Hij kwam bij de familie Tolsma in Blessum. De ouders van het gezin waren al overleden en de vijf kinderen boden Leiser onderdak, ondanks dat drie van de vijf kinderen ziek waren.

Na enige tijd kwam Marcel bij het echtpaar Sybrandi terecht, waar hij meehielp op de boerderij. Op 28 september 1944 werd hij door twee landwachters van zijn bed gelicht en overgebracht naar het huis van bewaring in Leeuwarden.

Twee weken daarna probeerde een verzetsgroep de spoorlijn Zwolle-Leeuwarden te saboteren. De sabotagepoging mislukte. Om een voorbeeld te stellen, werden drie willekeurige personen uit het huis van bewaring gehaald. Onder hen was ook Marcel. De drie werden op de plaats van de sabotage gefusilleerd.

Het echtpaar Sybrandi is inmiddels overleden. Hun kinderen namen dinsdag de onderscheiding in ontvangst.
bron: www.reformatorischdagblad.nl