De raad ging daarmee met een uiterst kleine meerderheid voorbij aan het standpunt van burgemeester en wethouders. Die wilden de Halifax en de inzittenden zestig jaar na de crash met rust laten.
De berging vindt plaats op verzoek van de vorig jaar opgerichte Stichting Berging Halifax en nabestaanden van de zeven omgekomen militairen. Zij vinden dat de mannen een plaats op een begraafplaats verdienen. Tegenstanders van de berging zijn van mening dat de mannen hun graf in de polder hebben en dat hun lichamen met rust gelaten moeten worden.
Burgemeester Hellegers van Werkendam zei dat zowel tien als vijf jaar geleden de berging ook al in de gemeenteraad aan de orde is geweest. Toen was er weinig animo voor. Sinds drie jaar staat er op de plaats waar de bommenwerper ligt een herdenkingsbord. ?Daarmee was voor ons eigenlijk het boek gesloten?, aldus Hellegers.
Het bergen van de Halifax is geen eenvoudig karwei in verband met de mogelijke aanwezigheid van explosieven en brandstofresten. De kosten van de operatie komen voor een groot deel voor rekening van de gemeente Werkendam. Het Rijk draagt wel bij, maar heeft een vast bedrag per jaar voor dergelijke bergingsoperaties beschikbaar. Hoe groter het aantal aanvragen, des te lager de bijdrage.
De gemeente Werkendam rekent erop dat ze ongeveer 250.000 euro moet betalen. De Stichting Berging Halifax heeft toegezegd daarvan 25.000 euro voor zijn rekening te nemen. ?Zodra het geld binnen is, gaan we beginnen?, aldus de burgemeester.
De Halifax-bommenwerper was in mei 1944 met 431 andere gevechtsvliegtuigen onderweg vanuit Engeland voor een aanval op spoorwegemplacementen bij Aken. Bij Hank werd het vliegtuig door de Duitsers uit de lucht geschoten. Twee van de zeven inzittenden konden worden geborgen en zijn begraven in Oosterhout. Later werden zij herbegraven op de militaire begraafplaats Jonkerbos in Nijmegen.
Bron: Reformatorisch Dagblad