Het museum is daarom op zoek naar ooggetuigen en naar foto’s, brieven en voorwerpen van Surinamers, Antillianen en Arubanen uit de oorlogstijd.
Suriname, de Antillen en Aruba worden nogal eens verwaarloosd als het over de Tweede Wereldoorlog gaat. Toch speelden deze ‘overzeesche gebiedsdelen’ en hun bewoners een belangrijke rol. De Britse luchtmacht bij voorbeeld maakte royaal gebruik van de brandstof van de olieraffinaderijen op Curaçao en Aruba. Suriname leverde druk bauxiet aan voor de bouw van vliegtuigen.
Het nieuwsblad ‘Suriname’ haalde met een inzamelingsactie 38.000 gulden binnen voor de aankoop van een oorlogsvliegtuig, een Spitfire. Ook zamelden de inwoners van Suriname ijverig metaal en zilverpapier in voor de oorlogsinsdustrie: het werd in tonnen naar Amerika verscheept. Veel Surinamers en Antillianen meldden zich ook aan als vrijwilliger bij de geallieerde troepen.
Suriname ving ook 500 gevluchte joden op. Curaçao bracht na de bevrijding geld bijeen voor een sanatorium in Laren.
Er moet ook aandacht komen voor andere kanten, zoals het oppakken van de Surinaamse tegenstanders van kolonialisme van wie gedacht werd dat ze de bezetting van het moederland zouden aangrijpen voor een onafhankelijkheidsstrijd.
Kunt u ons helpen, neem dan contact op met Liesbeth van der Horst, telefoon 020 620 25 35, of email naar info@verzetsmuseum.nl.
Zie ook: www.verzetsmuseum.org.