De Grebbelinie is behoorlijk geliefd voor een bouwwerk dat zo veel vernietiging heeft veroorzaakt – diverse keren werden grote stukken land rond de linie onder water gezet. Alle twaalf gemeenten toonden zich gisteren enthousiast over de aanpak van de linie: van Rhenen, waar zij begint, via Scherpenzeel tot Bunschoten-Spakenburg, zo’n 60 kilometer verderop.

De gemeenten deden dat midden in het overwoekerde Fort Daatselaar bij Renswoude, onderdeel van de linie. Ze verplichten zich om de historische waterlinie de komende tien jaar „leefbaarder en herkenbaarder” maken, samen met de provincie en natuurorganisaties. Bunkers en loopgraven worden opgeknapt, net als forten en dijken. Maar ook natuurontwikkeling en het uitzetten van fiets- en wandelroutes, met informatieborden.

Erg effectief is de waterlinie nooit geweest. De Fransen liepen doodleuk over de watervlakte, toen die in de winter van 1795 bevroor. Een deceptie, zo kort na de aanleg. Ook de Duitsers hadden in de meidagen van 1940 weinig moeite met de linie, die nota bene tot ruggengraat van de Nederlandse defensie was gepromoveerd. Duitse parachutisten vlogen er met vliegtuigen vol overheen.

Tussendoor heeft Napoleon de linie ook nog een keer willen inzetten, maar dat werd bij voorbaat een fiasco. De Rijn bij Rhenen bleek niet eens hoog genoeg te staan om de linie van haar belangrijkste bestanddeel te voorzien: water.

De waarde van de Grebbelinie voor het landschap is daarentegen groot, zegt Jan van Bergen. „De linie is binnenkort niet meer alleen om de hond uit te laten”, zegt hij. Van Bergen is gedeputeerde van Cultuur van de provincie Utrecht, waar de linie vrijwel geheel doorheenloopt – alleen de liniegemeenten Scherpenzeel en Wageningen liggen in Gelderland. Hij zegde gisteren een begin toe van de benodigde 40 miljoen euro, zo’n 4 miljoen euro.

Het is dan ook niet zomaar een opknapbeurt. Zo ligt er een heus belevingsonderzoek aan ten grondslag. De waardering van de omwonenden voor de linie blijkt hoog te zijn. De Grebbelinie moet dan ook zo snel mogelijk een rijksmonument worden, vindt van Bergen. Hij betreurt het dat het nog niet zo ver is. „Zonder beschermende status kunnen bouwplannen ongestoord ingrijpen in de linie.”

Van Bergen heeft veel vertrouwen in de goede afloop van het project waarvan hij een van de initiatiefnemers is. „Dat blijkt wel uit de medewerking die we krijgen. Alle gemeenten zijn voor, maar ook de landschapsstichtingen, en Staatsbosbeheer.” Het plan ging dan ook in een voor provinciale politiek recordtempo door: negen maanden.

Er klonk ook kritiek bij de ondertekening van de gebiedsvisie ”Grebbelinie boven water”. Historicus prof. dr. Maarten van Rossum maande de bestuurders af te zien van al te populair vermaak in het gebied. Hij verwoordde daarmee ook de zorg van omwonenden. „Ik las ergens in de stukken dat u vond dat er nog maar weinig attracties waren op de linie. Maar wat een zegen is het als dat nog van een gebied kan worden gezegd.”

Van Bergen ziet niet zo veel in die kritiek. „Natuurlijk wordt de Grebbelinie geen pretpark. Hier moet je geen hordes toeristen hebben. Bezoekersdrukte wordt alleen toegelaten op plaatsen die dat aankunnen.”

Renswoude bijvoorbeeld. De gedeputeerde heeft grootse plannen met het dorp. „Renswoude wordt helemaal op de Nederlandse kaart gezet. Het wordt de centrale plaats van de Grebbelinie.” Hij doelt onder meer op het op te zetten bezoekerscentrum. Dat moet komen in het zogeheten fort aan de Buurtsteeg, bij de oostelijke ingang van Renswoude. Probleem is dat de helft van het fort in gebruik is door een vakantiepark, De Batterijen geheten. Van Bergen wil dit park graag opkopen.

En dat mag wat kosten. De provinciebestuurder -die tevens over Utrechts financiën gaat- rekende gisteren uit zijn hoofd uit waar de 4 miljoen provinciegeld aan op gaat. De campingeigenaar in Renswoude mag zich verheugen: voor de aankoop ervan zijn enkele miljoenen gereserveerd.

Verhalen van Grebbelinieooggetuigen uit de Tweede Wereldoorlog op www.grebbelinie.nl.

Bron: www.refdag.nl