Van der linden – hij werd slechts 22 jaar – is één van de zestien Bossche militairen die in die eerste oorlogsdagen het leven lieten, en van wie een aantal persoonlijke bezittingen wordt bewaard in een kist in het monument voor gevallenen in de Oranjegalerij in het stadhuis. Bij het zakmes en het fluitje van Van der Linden zit een visitekaartje van zijn ouders dat op de achterkant is beschreven. ‘….werd bij opgraving vier weken na zijn sneuvelen op hem gevonden in een zijner zakken van zijn velduitrusting waarin hij begraven was’, staat erop.

In de kist worden nog veel meer persoonlijke spullen van militairen bewaard: een portefeuille met een afbeelding van Maria van Lourdes, een buskaart, twee foto’s van een soldaat en zijn makkers, een kalender uit 1940, een stapeltje beschreven briefkaarten, een ‘Militair Kerkboek’ uit 1939, een doosje sigaretten, een kwartiermuts, granaatscherven, een hangertje met een kruisbeeld, enkele soldatenhandboeken en vele andere zaken. Ook een brief van de toen 23-jarige Piet van der Eerden aan thuis, en aan zijn vriendin, met het nieuws dat hij tijdens gevechten tegen de Duitsers bij Roermond door vier kogels ernstig gewond was geraakt. ”t Had ook nog slechter kunnen zijn’, schreef Piet van der Eerden aan zijn ouders en zijn vriendin. Optimistisch, want ruim een jaar later overleed hij alsnog.

Het is een bijna vergeten gedenkteken, in het stadhuis. Want de Bossche doden in de Tweede Wereldoorlog worden jaarlijks op 4 mei niet dáár herdacht maar bij het monument aan de Hekellaan. Het monument in de Oranjegalerij bestaat uit een epitaaf (letterlijk: grafschrift) tegen een van de wanden, en een kist (‘schrijn’). In de tafel staat een tweede kist. "De inhoud van de kisten is in het verleden weleens bekeken, maar eigenlijk was er weinig over bekend. We wisten wel dat er een lijst in moest zitten met namen van slachtoffers. Toen we ze onlangs openmaakten in verband met een publicatie over de bezettingsjaren, kwam er deze onverwacht grote hoeveelheid interessant materiaal uit tevoorschijn", vertelt Ernest Verhees, tot voor kort werkzaam bij het Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch. Verhees gebruikte gegevens uit de kisten om tot een complete lijst van Bossche oorlogsslachtoffers te kunnen komen voor het boek ‘Wegens bijzondere omstandigheden…’, dat 19 april verschijnt.

Het initiatief voor het monument werd al in 1940 genomen door J. Hunkemöller. Diens zoon was één van de in mei gesneuvelde militairen. Hij werd voorzitter van het ‘Schrijn-comité’, dat bezittingen van de militairen in een kunstig versierde kist aan het gemeentebestuur wilde aanbieden. Half 1941 was de kist klaar, maar uiteindelijk zou het tot 3 mei 1947 duren voordat het in het stadhuis kon worden geplaatst. Inmiddels was de ‘collectie’ aangevuld met ook andere gegevens van oorlogsslachtoffers. In het monument vond het stadsarchief ook een dossier over de totstandkoming ervan.

Het stadsarchief gaat alle documenten en voorwerpen fotograferen, zodat ze voor onderzoek beschikbaar zijn, en de gegevens langer bewaard kunnen blijven. De spullen zelf gaan straks weer terug in de kisten in het stadhuis.