10 februari Beurs Tweede Wereldoorlog Voorthuizen


Op zaterdag 10 februari 2018 organiseert de Documentatiegroep 40-45 een grote beurs in Het Trefpunt in Voorthuizen.
De beurs wordt gehouden aan de Roelenengweg 25 in Voorthuizen van ‘s ochtends 9.00 tot 12.00 uur.
Tijdens deze beurs wordt worden vooral boeken, kranten, tijdschriften die betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog aangeboden. Het aanbod bevat vaak zeer unieke items. Maar tijdens deze beurs heeft u ook de gelegenheid om vragen te stellen aan de vele specialisten die daar aanwezig zijn. Tevens is het een gelegenheid om mede-geïnteresseerden te ontmoeten.
Entrée voor niet-leden van de Documentatiegroep is € 2,50 per persoon.
Heeft u vragen over deze beurs of wilt u zelf een tafel huren om delen van uw eigen collectie aan te bieden? E-mail: beurs@documentatiegroep40-45.nl

Routebeschrijving:

oktober 2012 (520)

Ruim honderdduizend joden zijn uit Nederland weggevoerd naar de Duitse vernietigingskampen in Polen. Ze werden vermoord in gaskamers, of stierven door ziektes, mishandeling, uitputting door zware arbeid of tijdens transporten. Jarenlang waren van die mensen alleen een paar summiere gegevens bekend: hun naam, waar en wanneer ze waren geboren en waar en wanneer ze waren gestorven. De afgelopen jaren is dat ingrijpend veranderd.

Op de Community van het Digitaal Joods Monument wordt hun adres vermeld en verschijnen steeds meer foto’s. Nu krijgen namen een gezicht. Daarmee wordt het verhaal nog intenser. Ook de zichtbaarheid van de slachtoff ers in het straatbeeld is vergroot door de plaatsing van vele Stolpersteine in de trottoirs voor huizen, waaruit de mensen zijn weggehaald. Van een vernietigingskamp als Auschwitz is zeer veel bekend, omdat er nogal wat overlevenden zijn geweest, die hun verhaal hebben kunnen vertellen.

Over een gruwelijk oord als Sobibór weten we weinig. Er waren nauwelijks overlevenden en de plaats van het delict is door de daders opgeruimd. En dan, wanneer een archeoloog aan het werk is, duikt daar opeens een naamplaatje op van een Amsterdams kind Lea de la Penha. Omgebracht op 9 juli 1943, samen met haar ouders en bijna 2400 andere mensen. Verschillende, maar samenhangende invalshoeken, die in dit nummer van Terugblik ’40-’45 toevalligerwijze in verschillende artikelen en bijdragen bij elkaar komen.

Jac.J. Baart: Was Euch Gefällt – Naspeuringen. Het septembernummer van Terugblik ’40-’45 bevatte een vraag van Erik Zwiggelaar over een fraai boekwerk dat hij in zijn bezit heeft.Het is een verslag van een in Nederland rondreizend Duits amusementsgezelschap. Jac. J. Baart geeft een fraai overzicht van enkele bijzonderheden over de Duitse legereenheden, waarvoor het gezelschap heeft opgetreden. Zo zijn de Männer der Schnellen 504 in Heerenveen niet de opvarenden van Schnellboote, maar reden ze op de fiets met twee Panzerfausten aan het stuur.

Tijdens recente opgravingen in Sobibór werd een naamplaatje gevonden van het Nederlandse meisje Lea Judith de La Penha, die daar op 9 juli 1943 werd vermoord. Haar kleine naamplaatje is een aangrijpende getuigenis van deze gruweldaad. Peter Krans schrijft er een bijdrage over.

Ruurd Kok schrijft een opinie-artikel over grafroven en de meerwaarde van archeologisch onderzoek naar WO2-resten. “Zolang verzamelaars in Nederland dergelijke bodemvondsten blijven kopen, dragen ze bij aan het voortbestaan van deze kwalijke praktijk.”

De student aan de Saxion Hogeschool in Deventer Sebastiaan Pothoven doet een oproep om meer te weten te komen over de aanwezigheid van Kochbunkers in Nederland. Dat zijn groot uitgevallen rioolbuizen, die rechtop in de grond werden gezet en als schuilplaats fungeerden.

Alphons Siebelt vestigt de aandacht op de overeenkomsten tussen illegale feestprogramma’s uit Vlaardingen, Rotterdam en Leiden. Twee voor de verjaardag van koningin Wilhelmina (31 augustus 1940) en een voor Leidens Ontzet (3 oktober 1940). De overeenkomst kan geen toeval zijn. Ligt de oorsprong in Vlaardingen bij de verzetsgroep De Geuzen?

Diete Oudesluijs schrijft over de onthulling van een monument in Zöschen en Spergau voor de slachtoffers van de strafkampen die daar lagen. Ook Nederlandse namen zijn daar terug te vinden.

In de serie Groeten uit… schrijft Jac. J. Baart een kaartje uit Wenen, met daarop de voormalige Flaktorens die daar nog te zien zijn. Peter Krans doet de groeten uit Zwitserland vanaf de Stadt Luzern. In dat schip hangt een plaquette die herinnert aan de Zwitserse generaal Henri Guisan.

Het oktobernummer bevat verder nog recensies, de rubriek Onlangs Verschenen en nieuwsberichten. Artikeltjes en bijdragen over: Stolpersteine in Lochem, monument in Warnsveld, opgravingen in Westerbork, Informatiepanelen in Kamp Amersfoort van Albert Ziëck, Flaktorens in Wenen en een plaquette op het schip de Stadt Luzern in Zwitserland.

juli/augustus 2012 (518)

Nog altijd is van veel oorlogsslachtoffers niet bekend wanneer, waar en onder welke omstandigheden ze zijn overleden. Soms is zelfs niet zeker of ze wel zijn overleden, ze zijn gewoon vermist. In veel families vraagt men zich af wat er precies met een familielid is gebeurd. Naspeuringen leiden soms tot onverwachte resultaten. De uit Zwolle afkomstige Jan Derk Bunink werd bij de razzia in Putten, waar hij toevallig was, in oktober 1944 opgepakt en afgevoerd naar Duitsland. Officieel was hij omgekomen bij de ramp met de Cap Arcona, maar zijn neef Henk Bunink ontdekte, dat dit niet klopte: Jan Derk was op een andere plaats, waarvan de locatie exact bekend was, vermoord en begraven. In Terugblik ’40-’45 beschrijft Henk Bunink zijn zoektocht met een verrassend eind.

Casper van der Veen schrijft een kort essay over de theorieën die er zijn geweest over het Engelandspiel: kapitale blunders of moedwillige opzet?

Talloze verzamelaars hebben een oranje pakje sigaretten met een grote zwarte letter ‘W’ er op. De RAF heeft ze op 30 augustus 1941 uitgeworpen boven Nederland ter gelegenheid van de verjaardag van koningin Wilhelmina de volgende dag. De NSB heeft de pakjes nagemaakt en ook na de oorlog werden er soortgelijke pakjes nagemaakt door de Hulp Aktie Rode Kruis. André de Rijck en Hans van Zon beschrijven hoe u ze uit elkaar kunt houden. Weet wat u koopt via internet!

Aan de hand van een briefkaart beschrijft R. Taselaar het tragische lot van een joods gezin met een Turks paspoort. Ze zouden de oorlog hebben overleefd wanneer ze hun Turkse pas hadden kunnen verlengen.

Jac. J. Baart beschrijft de ‘Haagse’ achtergrond van een losse duikboottoren, die hij zag staan in Nizhny Novgorod, 400 km. ten oosten van Moskou, waar hij toevallig tegenaan liep.

Op begraafplaats Crooswijk in Rotterdam staat een monument voor een aantal omgekomen leden van de Nederlandse Volksmilitie (van Sally Dormits), die bij de RET werkzaam waren. W. Oldenburg geeft uitleg over deze personen.

Verder in Terugblik ’40-’45 de vaste rubrieken Boekendienst, Nieuws en Recensies.

 

april 2012 (515)

In dit nummer het tweede deel van een reisimpressie, die Jac. Baart maakte van zijn bezoek aan Wolgograd, het voormalige Stalingrad. Wederom foto’s van indrukwekkende Sovjet-monumenten en overgebleven en goed geconserveerde ruïnes, voorzien van onderkoeld commentaar van de auteur.

Jan-Arie Gijsen (wiens naam door ons verkeerd gespeld werd, waarvoor onze welgemeende excuses), schreef een artikel over een aparte broche of speld, die enkele conductrices van de RET (Rotterdamsche Electrische Tram) droegen. Deze conductrices waren namelijk afkomstig van de Nederlandse Arbeidsdienst, de NAD. Daar hadden zij naar de smaak van de directie de juiste vooropleiding gekregen. De dames verdrongen niet de mannelijke collega’s, maar waren nodig omdat het reizigersvervoer toenam.

Een derde artikel betreft de plaats Avegoor tijdens de oorlog. Het is bekend, dat de SS daar in het oude Troelstra-oord een school had gevestigd. Eerder werd in Terugblik ’40-’45 aandacht besteed aan het lot van de joden in het kamp Palästina, maar dit artikel gaat over het dorpje zelf. Met enkel bijzondere foto’s.