Terugblik Oktober 2019

Het herdenkingsjaar 75 jaar Vrij is begonnen, de bevrijdingsroute kan men volgen op basis van deze plaatselijke herdenkingen. In het oktobernummer van de Terugblik beginnen we met een artikel over de ervaringen van iemands grootvader in Kamp Amersfoort.

Hoe kijk je als historicus naar zijn opgeschreven ervaringen? Een boeiend en aansprekend artikel, een voorbeeld om op de juiste wijze hier onderzoek naar te doen. In Deel 2 over het internaat in Ter Apel lezen we de verdere oorlogsbelevenissen van de hoofdpersonen va het internaat in ter Apel en zien we wat er na de bevrijding met hen is gebeurd. Hoe keuzes in oorlogstijd nog lang nadien kunnen nawerken.

Een ouder lid toonde ons dodenbriefjes die zijn vader tijdens de oorlog in de gevangenis aan de Weteringschans schreef en naar buiten wist te smokkelen. Hij deelt met ons het artikel dat hij daar al eerder over had geschreven. Gelukkig hebben leden zich aangemeld met interesse om in de redactie de functies van eindredacteur en redactiesecretaris op zich te willen nemen. Binnenkort hopen wij u meer te kunnen vertellen. Wilt u zelf een steentje bijdragen?

Schrijf dan eens een artikel over uw specialisme, uw onderzoek, een speciaal item uit uw verzameling of schrijf een artikel over de bevrijding van uw eigen woonplaats en neem contact op via ons redactieadres.

Kamp Amersfoort krijgt weer oude beklemming

Nationaal Monument Kamp Amersfoort wordt vernieuwd en uitgebreid. „Meer dan tot nu toe zullen bezoekers ervaren hoe beklemmend het in de oorlog in het kamp was”, zegt directeur Willemien Meershoek.

De vernieuwing, die bijna 6 miljoen euro kost, wordt in drie fasen uitgevoerd. De verwachting is dat fondsen en subsidiegevers komend voorjaar voldoende geld op tafel leggen om dit jaar de eerste fase te realiseren. Daarvoor is 3 miljoen euro nodig.

Bron: RD

Eerbetoon voor herbergen onderduikers

AMERSFOORT. In Kamp Amersfoort is een monument geplaatst voor Nederlanders die tijdens de oorlog onderduikers herbergden. Beeld Stichting Schuilplaatsverleners
Het is laat, erkent Jos Pothof, secretaris van de Stichting Schuilplaatsverleners. „Aan de erg late kant zelfs.” Volgende week krijgen al die Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog onbaatzuchtig een schuilplaats gaven aan onderduikers dan toch een eerbetoon: een monument op het terrein van Nationaal Monument Kamp Amersfoort.

In het roestige stalen beeld dat hij voor niets vervaardigde, heeft kunstenaar Eric Claus uit Broek in Waterland de schuilplaatsverleners letterlijk het verdiende gouden randje gegeven.

December 2012 (522)

In de herfst van 1944 werd in de buurt van Zierikzee een hospitaalschip van het Nederlandse Rode Kruis, geheel met burgers bemand, door RAF-jachtbommewerpers aangevallen. Het schip zonk, twee opvarenden verloren het leven. Na 65 jaar werd het wrak geïdentificeerd als de Generaal Ten Hove, een als polikliniek ingericht sleepschip van 50 x 6,60 meter.

Ad de Bruin beschrijft in deze aflevering de geschiedenis van dit schip in die periode, waarin Walcheren alleen over water bereikbaar was. Het artikel is voorzien van fraaie tekeningen van Henk van Willigenburg en een kaartje van Jac. Baart. Bovendien is er de vermoedelijk laatste foto van de opvarenden bij afgedrukt. Deze foto is gemaakt kort voor de beschieting.

Rudi Dolfin beschrijft aan de hand van postkaarten een artikel over de manier waarop propaganda kon worden gemaakt. Deze maal gaat het over de ontikkelingen in Tsjecho-Slowakije in 1938. Het land hield op te bestaan, een deel werd bij Duitsland gevoegd.

René Taselaar beschrijft de huidige stand van zaken rond de Gedenkstätte Sandbostel, een berucht krijgsgevangenenkamp én concentratiekamp.

Alphons Siebelt vraagt aandacht voor de raadsels rond valse ontslagbewijzen van het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort. In een particuliere verzameling zitten verschillende van deze bewijzen. Wie weet iets over het gebruik en de vervaardigers.

Verder in dit nummer een overpeinzing over ‘de soap van Geffen’ rond de onthulling van een oorlogsmonument in dat dorp, wat nogal wat stof heeft doen opwaaien.  “Met de nadruk op ‘verzoening’ wordt groot onrecht aangedaan aan de echte slachtoffers van de oorlog”.

Het nummer wordt gecompleteerd door de rubriek Onlangs Verschenen.

oktober 2012 (520)

Ruim honderdduizend joden zijn uit Nederland weggevoerd naar de Duitse vernietigingskampen in Polen. Ze werden vermoord in gaskamers, of stierven door ziektes, mishandeling, uitputting door zware arbeid of tijdens transporten. Jarenlang waren van die mensen alleen een paar summiere gegevens bekend: hun naam, waar en wanneer ze waren geboren en waar en wanneer ze waren gestorven. De afgelopen jaren is dat ingrijpend veranderd.

Op de Community van het Digitaal Joods Monument wordt hun adres vermeld en verschijnen steeds meer foto’s. Nu krijgen namen een gezicht. Daarmee wordt het verhaal nog intenser. Ook de zichtbaarheid van de slachtoff ers in het straatbeeld is vergroot door de plaatsing van vele Stolpersteine in de trottoirs voor huizen, waaruit de mensen zijn weggehaald. Van een vernietigingskamp als Auschwitz is zeer veel bekend, omdat er nogal wat overlevenden zijn geweest, die hun verhaal hebben kunnen vertellen.

Over een gruwelijk oord als Sobibór weten we weinig. Er waren nauwelijks overlevenden en de plaats van het delict is door de daders opgeruimd. En dan, wanneer een archeoloog aan het werk is, duikt daar opeens een naamplaatje op van een Amsterdams kind Lea de la Penha. Omgebracht op 9 juli 1943, samen met haar ouders en bijna 2400 andere mensen. Verschillende, maar samenhangende invalshoeken, die in dit nummer van Terugblik ’40-’45 toevalligerwijze in verschillende artikelen en bijdragen bij elkaar komen.

Jac.J. Baart: Was Euch Gefällt – Naspeuringen. Het septembernummer van Terugblik ’40-’45 bevatte een vraag van Erik Zwiggelaar over een fraai boekwerk dat hij in zijn bezit heeft.Het is een verslag van een in Nederland rondreizend Duits amusementsgezelschap. Jac. J. Baart geeft een fraai overzicht van enkele bijzonderheden over de Duitse legereenheden, waarvoor het gezelschap heeft opgetreden. Zo zijn de Männer der Schnellen 504 in Heerenveen niet de opvarenden van Schnellboote, maar reden ze op de fiets met twee Panzerfausten aan het stuur.

Tijdens recente opgravingen in Sobibór werd een naamplaatje gevonden van het Nederlandse meisje Lea Judith de La Penha, die daar op 9 juli 1943 werd vermoord. Haar kleine naamplaatje is een aangrijpende getuigenis van deze gruweldaad. Peter Krans schrijft er een bijdrage over.

Ruurd Kok schrijft een opinie-artikel over grafroven en de meerwaarde van archeologisch onderzoek naar WO2-resten. “Zolang verzamelaars in Nederland dergelijke bodemvondsten blijven kopen, dragen ze bij aan het voortbestaan van deze kwalijke praktijk.”

De student aan de Saxion Hogeschool in Deventer Sebastiaan Pothoven doet een oproep om meer te weten te komen over de aanwezigheid van Kochbunkers in Nederland. Dat zijn groot uitgevallen rioolbuizen, die rechtop in de grond werden gezet en als schuilplaats fungeerden.

Alphons Siebelt vestigt de aandacht op de overeenkomsten tussen illegale feestprogramma’s uit Vlaardingen, Rotterdam en Leiden. Twee voor de verjaardag van koningin Wilhelmina (31 augustus 1940) en een voor Leidens Ontzet (3 oktober 1940). De overeenkomst kan geen toeval zijn. Ligt de oorsprong in Vlaardingen bij de verzetsgroep De Geuzen?

Diete Oudesluijs schrijft over de onthulling van een monument in Zöschen en Spergau voor de slachtoffers van de strafkampen die daar lagen. Ook Nederlandse namen zijn daar terug te vinden.

In de serie Groeten uit… schrijft Jac. J. Baart een kaartje uit Wenen, met daarop de voormalige Flaktorens die daar nog te zien zijn. Peter Krans doet de groeten uit Zwitserland vanaf de Stadt Luzern. In dat schip hangt een plaquette die herinnert aan de Zwitserse generaal Henri Guisan.

Het oktobernummer bevat verder nog recensies, de rubriek Onlangs Verschenen en nieuwsberichten. Artikeltjes en bijdragen over: Stolpersteine in Lochem, monument in Warnsveld, opgravingen in Westerbork, Informatiepanelen in Kamp Amersfoort van Albert Ziëck, Flaktorens in Wenen en een plaquette op het schip de Stadt Luzern in Zwitserland.

juli/augustus 2012 (518)

Nog altijd is van veel oorlogsslachtoffers niet bekend wanneer, waar en onder welke omstandigheden ze zijn overleden. Soms is zelfs niet zeker of ze wel zijn overleden, ze zijn gewoon vermist. In veel families vraagt men zich af wat er precies met een familielid is gebeurd. Naspeuringen leiden soms tot onverwachte resultaten. De uit Zwolle afkomstige Jan Derk Bunink werd bij de razzia in Putten, waar hij toevallig was, in oktober 1944 opgepakt en afgevoerd naar Duitsland. Officieel was hij omgekomen bij de ramp met de Cap Arcona, maar zijn neef Henk Bunink ontdekte, dat dit niet klopte: Jan Derk was op een andere plaats, waarvan de locatie exact bekend was, vermoord en begraven. In Terugblik ’40-’45 beschrijft Henk Bunink zijn zoektocht met een verrassend eind.

Casper van der Veen schrijft een kort essay over de theorieën die er zijn geweest over het Engelandspiel: kapitale blunders of moedwillige opzet?

Talloze verzamelaars hebben een oranje pakje sigaretten met een grote zwarte letter ‘W’ er op. De RAF heeft ze op 30 augustus 1941 uitgeworpen boven Nederland ter gelegenheid van de verjaardag van koningin Wilhelmina de volgende dag. De NSB heeft de pakjes nagemaakt en ook na de oorlog werden er soortgelijke pakjes nagemaakt door de Hulp Aktie Rode Kruis. André de Rijck en Hans van Zon beschrijven hoe u ze uit elkaar kunt houden. Weet wat u koopt via internet!

Aan de hand van een briefkaart beschrijft R. Taselaar het tragische lot van een joods gezin met een Turks paspoort. Ze zouden de oorlog hebben overleefd wanneer ze hun Turkse pas hadden kunnen verlengen.

Jac. J. Baart beschrijft de ‘Haagse’ achtergrond van een losse duikboottoren, die hij zag staan in Nizhny Novgorod, 400 km. ten oosten van Moskou, waar hij toevallig tegenaan liep.

Op begraafplaats Crooswijk in Rotterdam staat een monument voor een aantal omgekomen leden van de Nederlandse Volksmilitie (van Sally Dormits), die bij de RET werkzaam waren. W. Oldenburg geeft uitleg over deze personen.

Verder in Terugblik ’40-’45 de vaste rubrieken Boekendienst, Nieuws en Recensies.