november 2011 (510)

W. Mulder en J. Schutte schrijven over het verzet in Harmelen, waar vader Mulder een rol speelde bij het onderbrengen van onderduikers. Bijvoorbeeld in de buurtschap Geverscop. Eind 1944 kwam er een Duitse deserteur bij, een zekere Helmut Baer, die daar tot het einde van de oorlog heeft verbleven.

Via het boek van Frank van Riet, Handhaven onder de nieuwe orde, over de Rotterdamse politie in oorlogstijd, kwam Rudi Dolfin er achter, dat een bepaalde badge gedragen werd door de Politieke Recherche Afdeling.

Samenwerking met archeologen. Een brug te ver? Archeoloog Ruurd Kok schrijft in zijn bijdrage over de opkomst van een nieuwe tak van de archeologie, namelijk het wetenschappelijk opgraven van resten uit de oorlog. Aangezien de oorlog meer dan 50 jaar geleden is afgelopen, vallen de resten die zich in de bodem bevinden onder het verdrag van Malta. Het ongecontroleerd opgraven is daardoor gelijkgesteld aan gewoon grafroven, verboden dus.  Kok is verbonden aan het archeologisch bureau RAAP. Dit bureau won in 2011 de SIKBeker voor grensverleggend archeologisch WOII-onderzoek.

Dit nummer wordt besloten met het derde deel van een artikel over de ‘kerstcrossing’ over het Hollands Diep in december 1944, door Frans van Heest, Gerrit van der Heiden en Hans Onderwater. Deel 1 verscheen in nummer 508 en deel 2 in nummer 509.