maart 2012 (514)

Wie een beetje kennis heeft van de Tweede Wereldoorlog zal bij het horen van de plaatsnaam Stalingrad onmiddellijk denken aan de langdurige en gruwelijk strijd in die stad vanaf het najaar van 1942 en de grote nederlaag van het Duitse leger in februari 1943. De ommekeer in de oorlog, zoals meestal wordt geschreven. Jac. J. Baart bezocht Wolgograd en beschrijft monumenten die daar aan deze strijd herinneren. Dit is het eerste deel. Het tweede deel verschijnt in nummer 515 van april 2012.

Verder de rubriek Onlangs verschenen over nieuwe boeken en een redactioneel artikel over een documentaire van vijf studenten van de Groningse Hanzehogeschool over het concentratiekamp Mauthausen.

R. Taselaar geeft een aanvulling op zijn artikel over Alfred Kunze, dat vercheen in nummer 511 van Terugblik ’40-’45 (december 2011).

In dit nummer de jaarverslagen van de secretaris en de penningmeester van de Documentatiegroep ’40-’45.

Tot slot een korte poëtische bijdrage van de Rotterdamse kunstenaar Ton Hermans over een inslag van een V1.

 

 

december 2011 (511)

Jac. J. Baart maakt enkele ‘maritieme notities rond de eerste schoten van de Tweede Wereldoorlog’. Op 1 september 1939 openden de Duitsers de aanval op Polen op de Westerplatte bij Gdansk, Danzig. De auteur beschrijft de strijd gedetailleerd. Het artikel is voorzien van een aantal foto’s van overblijfselen, zoals de ruïne van een Poolse kazerne, en van monumenten.

R.E. Taselaar schrijft over de ‘problematiek van het Rijksduitse gezin Kunze’. De in Duitsland geboren Alfred Kunze was in 1920 naar Nederland gekomen en had een Duitse vrouw. Na de bevrijding werd zijn gezin opgesloten in de Koning Willem III-kazerne te Apeldoorn. Kunze zelf was als krijgsgevangene afgevoerd naar Duitsland. In 1946 werd het gezin vrijgelaten en in 1948 mocht vader zich bij hen voegen. Tot hun dood zijn ze in Nederland gebleven.

In het septembernummer van Terugblik ’40-’45 stond een interview met Esther Captain en Kees Ribbens over hun publicatie Tonen van de oorlog. Jan Anderson, een van de oprichters van de Documentatiegroep ’40-’45 reageert op dit interview, afgenomen door Wim de Natris en Alphons Siebelt. ‘Wij zijn niet alleen de mensen van de emblemen’ zegt hij en daarmee wil hij maar zeggen dat de leden van de Documentatiegroep ’40-’45 niet alleen maar verzamelaars zijn, maar zeker ook deskundigen, die vaak meer weten en bezitten dan de veel van de ruim 60 oorlogsmusea die Nederland telt. De vereniging probeert ‘de verzamelaars op het niveau te krijgen van een goed museum’.