„Ontroerend” was het weerzien vorige week tussen Theo de Kool (97) en Hannie Boekamp-Sierink. Hij stencilde tijdens de Tweede Wereldoorlog de illegale krantjes Trouw en de Vrije Pers, zij was een van de drie koeriersters die de pakketjes kranten verspreidden in Gouda en de Krimpenerwaard. Na meer dan zestig jaar zagen de twee elkaar terug bij de presentatie van het boek ”Frits S.S. van Stolwijkersluis” in het Verzetsmuseum in Gouda. „Dat was een emotioneel weerzien”, vertelt schoondoch-ter Corrie de Kool, schrijfster van het boek. De titel is ontleend aan de schuilnaam van haar schoonvader die tijdens de oorlog Frits S.S. werd genoemd, waarbij S.S. voor Stolwijkersluis stond. Hij kende Sierink alleen onder de schuilnaam Jopie.
Stencilpost
Min of meer toevallig ontdekteDe Kool vorig jaar dat haar schoonvader de drijvende kracht was achter een illegale stencilpost aan de Goudse weg in Stolwijkersluis. „Ik was mijaan het verdiepen in de familieachtergrond van mijn schoonmoeder. Op de zolder van het huis van mijn schoonouders kwam ik een album tegen waarin vier foto’s stonden uit mei 1945. Op een ervan stond mijn schoonvader met een aantal Canadezen en meisjes. Hij had een band om zijn arm met het woord ”Press”. Ik heb de foto’s ingescand en uitvergroot op de laptop aan hem laten zien. Toen kwamen de verhalen los.”
Pa De Kool was tijdens de oorlog schoolmeester aan de Groen van Prinstererschool in Gouda. In september 1944 kwam ene Kees van der Matten bij de familie De Kool aan de deur. Hij zocht iemand voor het drukken en verspreiden van het illegale Trouwbulletin. In Gouda waren op dat moment al twee andere stencilposten, een op de rooms-katholieke begraafplaats aan de Graaf Florisweg, en een op de Burgemeester Martenssingel. Omdat de school toch de meeste tijd was gesloten, had De Kool tijd genoeg om aan de illegale krant te werken. Van der Matten zorgde voor een schrijfmachine, een stencilmachientje, een voorraad papier en een radio om naar Radio Oranje te kunnen luisteren.
De familie De Kool kreeg een onderduiker, Dirk Vermij, die mooi kon helpen met het maken van de krantjes. Eerst was dat alleen Trouw, vanaf februari 1945 kwam daar ook de Vrije Pers bij. De stencilpost was gevestigd in een slaapkamer van het huis aan de Goudseweg. Korte tijd werden de kranten gedrukt in een schuurtje van sluiswachter Anker, naast de Stolwijksevaart. Dat is gestopt, want het geloop naar het schuurtje begon op te vallen.
Gevaarlijk
Gevaarlijk was werk zeker. Op een middag is De Kool alleen thuis als de Duitsers een razzia beginnen. Hij had wel een schuilplaats, maar kon daar zonder hulp niet inkomen. Snel riep hij een buurman, maar die durfde niet te helpen. Wonder boven wonder stopten de Duitsers bij het buurhuis met de razzia, waarschijnlijk omdat hun werkdag erop zat. De volgende dag gingen ze weer verder, maar nu twee huizen verderop. Huize De Kool werd ‘per ongeluk’ overgeslagen.
Schoondochter De Kool heeft in haar gesprekken met haar schoonvader vaak gevraagd waarom hij dat gevaarlijke werk deed. „Schande!” riep hij dan iedere keer. „Onrechtvaardig dat zo’n groot Duits leger ons landje heeft overvallen.”
De Kool heeft zich tijdens het schrijven van het boek verwonderd over de zwijgzaamheid van de mensen tijdens de oorlog. „Mijn schoonmoeder bracht wel eens kranten weg. Haar broer in Ouderkerk aan den IJssel deed dat ook. Maar ze wisten het niet van elkaar.”
Direct na de oorlog doken de stencilposten uit de illegaliteit. „Mijn schoonvader kreeg aan de Westhaven in Gouda een ruimte aangeboden waarin hij het werk voor Trouw kon voortzetten. Boven de deur kwam een groot schoolbord te hangen, waarop het laatste nieuws werd geschreven. Tijdens de oorlog werkte de gereformeerde krant Trouw noodgedwongen nauw samen met de meer rooms-katholieke Vrije Pers. De Kool: „Direct op 5 mei startte Trouw weer met een zelfstandig persbureau aan de Westhaven. Dat vonden de mensen van de Vrije Pers op zijn zachtst gezegd niet leuk.”