Op 23 juni 1944 begint het Rode Leger aan zijn zomeroffensief in Wit-Rusland, Oekra?ne en de Baltische staten. De Russische opmars verloopt zeer voorspoedig. De Duitsers, die menen dat ze het offensief pas aan de rivier de Wisla tot staan kunnen brengen, trekken zich in allerijl terug. Binnen vijf weken rukken de Russen over een 400 kilometer breed front meer dan 600 kilometer op. Eind juli bereiken ze de Wisla bij Warschau en weten ze 60 kilometer ten zuiden van de Poolse hoofdstad twee bruggenhoofden te vestigen op de westelijke oever van de rivier.
Op dat moment zijn de laatste voorbereidingen van de Armia Krajowa (AK) voor een opstand in volle gang. Het Poolse Thuisleger vormt met 380.000 soldaten de grootste ondergrondse verzetsbeweging in Europa en onderhoudt nauwe contacten met de Poolse regering-in-ballingschap in Londen. De kern wordt gevormd door militairen die zich na de nederlaag tegen de Duitsers in 1939 opnieuw hebben georganiseerd.
De Armia Krajowa heeft ??n groot doel: het cre?ren van een massale opstand tegen de Duitsers op het moment dat die onder druk van de Russen worden gedwongen zich terug te trekken. Aan het welslagen van operatie ?Burza? (Storm) is de Polen veel gelegen. Door zelf het initiatief nemen en een actieve bijdrage te leveren aan het verjagen van de Duitsers, hopen de Polen de politieke controle in eigen land over te nemen v??rdat de Russen dat kunnen doen. De ervaring uit 1939 heeft immers geleerd dat de Polen van Stalin weinig goeds hebben te verwachten.
Twee jaar voor de Duitse inval in de Sovjet-Unie deinsde de rode dictator er niet voor terug om het met Hitler op een akkoordje te gooien en de helft van Polen te annexeren. Ook kwam in 1943 aan het licht dat Stalin in 1940 in de bossen bij Katyn meer dan 4000 Poolse officieren had laten vermoorden.
Defensief
Eind juli staat het thuisleger voor de moeilijke vraag wanneer het in Warschau in opstand moet komen. De AK denkt het op eigen kracht ongeveer twee tot zes dagen te kunnen volhouden. Dat betekent dat de opstand niet te vroeg moet beginnen omdat die anders wordt neergeslagen, maar ook niet te laat omdat dan het Rode Leger de Polen voor is. En dat heeft Praga, een voorstad van Warschau, al bereikt.
De AK komt tot de conclusie dat de Duitsers gezien hun nederlagen niet meer in staat zijn het initiatief aan het Oostfront terug te winnen. De snelheid en het numerieke overwicht van het Rode Leger lijken er op te duiden dat de Russen vlug de Wisla zullen oversteken. Bovendien denkt de opperbevelhebber van de AK, generaal Tadeusz Komorovski (bijgenaamd ?Bor?), dat een snelle verovering van Warschau in het belang van de Sovjets is.
Op 25 juli krijgt Bor van de Poolse regering in Londen -die op haar beurt weer het fiat van de Britten heeft- toestemming om de opstand te beginnen op het moment dat hij dat het meest geschikt acht. Komorovski geeft vervolgens aan generaal Antoni Chroeskiel (?Monter?), de bevelhebber van het district Warschau, de opdracht zich gereed te maken voor de strijd.
Op 31 juli rapporteert Monter dat de Russen het Duitse bruggenhoofd op de oostelijke oever van de Wisla hebben doorbroken en dat onder de Duitsers verwarring is uitgebroken. Daarop geeft Bor het bevel om de volgende dag om 17.00 uur de wapens op te nemen. Overigens deugt de rapportage van Monter niet. Weliswaar heeft het Sovjetleger een doorbraak geforceerd, maar van paniek en terugtrekking van de Duitsers is (nog) geen sprake.
Op 1 augustus komt het thuisleger op het afgesproken tijdstip in opstand. Vanwege een gebrek aan wapens kunnen slechts 23.000 van de 50.000 soldaten de strijd aangaan. Die nemen het op tegen zo?n 11.000 troepen van de Wehrmacht en de Waffen-SS, uitgerust met tanks, artillerie en vliegtuigen. Hoewel de Polen aanvankelijk veel terrein veroveren, weten de Duitsers de eerste aanval op belangrijke strategische doelen zoals bruggen af te slaan.
Na twee dagen van zware strijd vervaagt in Warschau het geluid van het oorlogsgewoel tussen het Duitse en het Russische leger om op 4 augustus helemaal weg te sterven. Inmiddels is dan ook de Rode Luchtmacht uit het luchtruim verdwenen. Op 5 augustus besluit Monter de aanval te staken en in het defensief te gaan. Op dat moment heeft het Poolse verzet drievijfde van de stad in handen.
Zegen
De Duitsers, voor wie de opstand niet geheel onverwacht komt, zijn niet van plan de stad uit handen te geven. Op 2 augustus stelt Adolf Hitler een nieuwe bevelhebber aan: SS-Obergruppenf?hrer Erich von dem Bach Zelewski, een specialist in de strijd tegen partizanenbewegingen. Op 3 en 4 augustus stuurt Heinrich Himmler extra versterkingen naar Warschau.
Volgens de Reichsf?hrer SS is ?de actie van de Polen een zegen. We zullen met hen afrekenen. Warschau zal worden geliquideerd en deze stad, hoofdstad van een natie die onze weg naar het Oosten 700 jaar lang blokkeerde, zal ophouden te bestaan.? Himmler vaardigt dan ook het volgende bevel uit: ?Iedere inwoner moet worden gedood, er mogen geen gevangenen worden gemaakt. Warschau moet met de grond gelijk gemaakt worden en dat zal een afschrikwekkend voorbeeld zijn voor heel Europa.?
Het bevel is niet aan dovemansoren gericht. Niets en niemand ontziend beginnen de Duitsers in Warschau een totale oorlog; niet alleen tegen de AK, maar ook tegen de burgerbevolking, die massaal het voorbeeld van het thuisleger volgt. Met luchtaanvallen, brandbommen en artillerievuur leggen de Duitsers de stad langzaam in puin.
Vanaf 2 augustus beginnen massa-executies. In het westelijke deel van de stad worden tussen 5 en 7 augustus 50.000 tot 60.000 burgers vermoord. Ze worden neergemaaid met machinegeweren of levend in kelders verbrand. Ziekenhuispersoneel en gewonden ontspringen de dans niet. Poolse burgers worden gedwongen voor tanks uit te lopen om de Duitsers te beschermen. Anderen worden verbrand of vergast in rioolbuizen, die de Polen gebruiken om zich te verplaatsen of te vluchten.
Ondanks de onvoorstelbare wreedheden en het enorme (materi?le) overwicht van de Duitsers weten de Polen de strijd veel langer vol te houden dan gedacht. De strijd is zo hardnekkig dat de Duitsers beginnen te spreken over een tweede Stalingrad. Toch bestaat er geen enkele twijfel over dat de Polen het onderspit zullen delven als er geen hulp van buitenaf komt. En die komt pas laat en slechts mondjesmaat van Britse vliegtuigen die hun lading boven de stad droppen, vaak ook nog op de verkeerde plek.
Na twee maanden strijd begint de AK gesprekken met Bach Zelewski over de overgave, daartoe gedwongen door honger en een gebrek aan wapens, munitie en medische hulp. Na een strijd van 63 dagen geven op 2 oktober 15.000 opstandelingen zich over.
De balans is gruwelijk. Hoewel de getallen nogal uiteenlopen, ligt het aantal omgekomen AK-soldaten ergens rond de 15.000. Onder de burgerbevolking zijn naar schatting tussen de 150.000 en 200.000 mensen omgekomen. Uit wraak branden de nazi?s tot 70 ? 80 procent van de Poolse hoofdstad plat.
Deportaties
Zestig jaar na dato is de opstand van Warschau nog altijd omkleed met veel onduidelijkheden. Een daarvan is de vraag waarom het Rode Leger de opstandelingen niet te hulp kwam. De Russen zelf beweerden dat ze werden tegengehouden door de Duitsers. En ook de Duitse generaal Heinz Guderian verklaarde: ?Wij Duitsers hadden de indruk dat het eerder ons verzet was dat de vijand tegenhield dan de Russische wens om de opstand van Warschau te saboteren.?
Ook is het niet onredelijk om te veronderstellen dat de Russen na hun snelle opmars gedwongen waren aan de Wisla een pauze in te lassen – temeer daar de Duitsers het front hadden versterkt en Warschau ten koste van alles wilden behouden.
Toch is daarmee lang niet alles gezegd. Hoewel een zwart-op -witbewijs dat Stalin de opstand bewust heeft gesaboteerd er waarschijnlijk wel nooit zal komen, heeft hij meer dan de schijn tegen. Stalins bedoelingen met Polen waren al duidelijk voordat de oorlog begon. Nadat Duitsland en de Sovjet-Unie Polen in 1939 onderling hadden verdeeld, begon Moskou direct met het elimineren van ?anti-Sovjetelementen? uit de Poolse samenleving: tussen september 1939 en juni 1941 werden meer dan 1 miljoen Polen naar Noord-Rusland en Siberi? gedeporteerd.
Eind 1941 -toen de oorlog in volle gang was- werden in Rusland geschoolde communisten naar Polen teruggestuurd, die de Poolse Arbeiderspartij in het leven riepen. De PPR streefde naar een sociale revolutie en een totalitaire maatschappij onder controle van Moskou. In februari 1943 ontstond op Russische bodem de Bond van Poolse patriotten die dezelfde taak kreeg toebedeeld.
Toen het Rode Leger op 22 juli 1944 de rivier de Boeg overstak -de latere Poolse oostgrens- werd in Moskou het Poolse Comit? van Nationale Bevrijding (PKWN) opgericht. Dat publiceerde een manifest waarin de Polen werden opgeroepen de wapens op te nemen. De PKWN beschouwde zich als de ?legale? staatsmacht in Polen en werd uiteraard door Moskou erkend. Eind juli verhuisde het comit? naar Lublin. Na de inname van Warschau door de Russen op 17 januari 1945, werd de PKWN omgevormd tot een voorlopige regering. Tienduizenden soldaten en officieren van de AK verdwenen naar Rusland, waar honderden van hen werden terechtgesteld.
Ook tijdens de opstand zelf hadden de Russen meer kunnen doen. Hoewel Russische vliegtuigen aan de Wisla het luchtruim domineerden, begonnen ze pas vanaf 14 september levensmiddelen en wapens boven de stad uit te werpen. Een verzoek van de geallieerden aan Moskou om gebruik te mogen maken van Russische vliegvelden, werd pas gehonoreerd toen de opstand op zijn einde liep.
Verkiezingsjaar
Ook bij de rol van de Amerikanen en Britten kunnen vraagtekens worden geplaatst. Niet zozeer in militaire zin, want op zo?n grote afstand hadden de Verenigde Staten en Groot-Brittanni? weinig kunnen uitrichten, zeker niet zonder gebruik te maken van de Russische vliegvelden. Dat blijkt wel uit de Brits-Poolse pogingen om de Polen vanuit de lucht hulp te bieden. Vanuit Brandisi in Itali? werden over 2500 kilometer ongeveer 200 vluchten uitgevoerd. In minder dan de helft van de gevallen waren die succesvol en een kleine 20 procent van de vliegtuigen ging verloren.
Op diplomatiek niveau echter hebben met name de Amerikanen het jammerlijk laten afweten. Toen de Sovjet-Unie in 1941 deel ging uit maken van de Grote Alliantie tegen Duitsland stelde Moskou als voorwaarde dat de oostgrens van Polen in westelijke richting zou opschuiven (tot de zogenaamde Curzon-lijn, de huidige oostgrens van Polen). De Britten, die Duitsland in 1939 de oorlog hadden verklaard om Polen te hulp te komen, voelden hier weinig voor. Toch sloten ze samen met de Amerikanen in het geheim een overeenkomst met Polens vijand, om zo de Sovjet-Unie binnenboord te houden.
Voor Roosevelt vormden de gebiedsaanspraken van de Sovjet-Unie helemaal geen probleem. Een van zijn medewerkers vertrouwde hij toe dat ?hij er niet bepaald op tegen zou zijn als de Russen een stuk land zouden innemen; zij zouden de Baltische republieken en Oost-Polen mogen hebben, en zelfs misschien Bukovina en Bessarabi? (nu twee ?provincies? in Roemeni?, DT).? Dit was volstrekt in strijd met een eerdere afspraak van de grootmachten dat er geen territoriale veranderingen zouden plaatsvinden zonder de ongedwongen toestemming van de desbetreffende landen.
Ondertussen bleef Roosevelt met de mond zijn steun aan de Polen betuigen. Nog in juni 1944 zei hij tegen de Poolse premier in ballingschap dat hij tegen de Curzon-lijn was. De president kon de waarheid niet vertellen want 1944 was een verkiezingsjaar. Had hij open kaart gespeeld, dan zou hij de steun van de Poolse Amerikanen in zijn land hebben verloren.
Nieuwe regering
Churchill heeft nog geprobeerd iets van zijn schuld in te lossen. Na een tweede verzoek aan Moskou om luchtsteun aan de opstandelingen -dat Roosevelt niet wilde ondertekenen om de relatie met zijn bondgenoot niet te schaden- kreeg de premier zijn zin.
De slappe opstelling van de Amerikanen -waarin Churchill uiteindelijk altijd weer meeging om zijn machtige bondgenoot niet af te vallen- werd nog eens bevestigd op de conferentie van Jalta in januari 1945, waar Polen het gelag betaalde om Grote Alliantie bijeen te houden. Niet alleen bekrachtigden Churchill en Roosevelt daar hun steun voor de nieuwe Poolse oostgrens, ook stemden ze in met de komst van een nieuwe Poolse regering. Daarin zouden leden van zowel het Lublin-comit? als de regering-in-ballingschap zitting nemen. Voor Stalin was het daarna een koud kunstje om de ?fundamenteel anti-Russische mensen? uit de nieuwe regering te loodsen.
Het getouwtrek tussen enerzijds Roosevelt en Churchill en anderzijds Stalin tijdens de opstand van Warschau wordt algemeen beschouwd als het begin van de Koude Oorlog. Een oorlog die nog even onder de oppervlakte zou blijven, omdat de verschillende partijen eerst hun gemeenschappelijke vijand op de knie?n moesten krijgen.
De Polen zouden daaraan uiteindelijk een wezenlijke bijdrage leveren. Dapper vochten ze mee in de Slag om Engeland, bij het Italiaanse Monte Cassino, in Normandi? en bij Arnhem. Ze zouden echter nog 45 jaar -tot de ineenstorting van de Sovjet-Unie- moeten wachten om te krijgen waarvoor ze hadden gevochten: vrijheid.
Bron: Reformatorisch Dagblad