Stalin bracht de avond van 28 februari 1953 zoals gebruikelijk door met zijn politieke vrienden Lavrenti Beria, Nikita Chroetsjov, Nikolai Bulganin en Georgi Malenkov. De mannen bekeken een film in het Kremlin en vertrokken daarop naar Stalins buitenhuis, net buiten Moskou.

In de vroege uren van de nacht gingen de gasten naar huis. Daarop kregen Stalins bewakers het ongebruikelijke bevel om naar bed te gaan en Stalin niet te storen. Dat was een verandering in het normale ritme van de man die was geobsedeerd door zijn eigen veiligheid.

Radzinski achterhaalde een van de bewakers van die avond, Pjotr Lozgachev. Volgens hem gaf niet Stalin het bevel om naar bed te gaan, maar het hoofd van de bewaking, Chroestalev.

De bewakers durfden de volgende dag niet in Stalins slaapkamer te gaan kijken toen die maar niet wakker werd. Om halfzeven ’s avonds ging er een lampje aan, maar pas om tien uur ging Lozgachev naar binnen. „Ik zei: „Kameraad Stalin, wat is er aan de hand?” Hij had in zijn bed geplast. Hij maakte wat onverstaanbare geluiden. Zijn zakhorloge en een uitgave van Pravda lagen op de vloer. Zijn horloge stond op halfzeven ’s avonds. Toen moet het zijn gebeurd”, citeert de Britse omroep BBC Lozgachev.

De bewakers schakelden geen medische hulp in, maar belden Stalins politieke vrienden. Volgens Radzinski wijst dat erop dat de bewakers wisten dat ze de sovjetleider niet te hulp hoefden te schieten. Volgens de historicus heeft de bewaker Chroestalev Stalin met gif geïnjecteerd in opdracht van Beria, die aan het hoofd van de KGB stond.

„Iedereen om Stalin heen wist dat Stalin oorlog wilde, de toekomstige Derde Wereldoorlog, en dat hij besloten had om het land op die oorlog voor te bereiden. Hij vond dat er een kans was om een communistisch Europa te creëren, maar dat dit snel moest gebeuren. Maar Beria, Chroetsjov, Malenkov en elk normaal mens begreep dat het vreselijk was om een oorlog tegen Amerika te beginnen, want Rusland was straatarm”, aldus Radzinski.

Stalin overleed op 5 maart 1953.