De juist bevrijde mensen in Frankrijk, België en Nederland houden de adem in. Zou de vrijheid blijven? Bij dit Ardennenoffensief speelt het Land van Heusden en Altena, tegen wil en dank, een belangrijke rol. In de Langstraat en het Land van Heusden en Altena zijn verschillende verzetsgroepen actief. Vanuit Sprang is het de groep Andr? die de toon zet. De groep organiseert zogeheten crossings, tochten per kleine boot over de Maas naar het nog bezette deel van Noord-Brabant en weer terug. Het is voor de geallieerde -legerleiding van groot belang te weten wat er aan de andere kant van de Maas aan de hand is. Een aantal verzetsmensen wordt in het Land van Heusden en Altena neergezet -om te rapporteren over troepenbewegingen, bevoorradingen, etc. Bij dit groepje heeft zich ook Jan de Rooij uit Sprang gemeld. Jan, geboren op 20 augustus 1923, werkt in een schoenfabriek in Kaatsheuvel, maar moest voor de Duitsers onderduiken; eerst bij een boer in Tilburg en vervolgens in Sprang-Capelle.
Illegaal werk
Jan de Rooij meldt zich voor het illegale werk in het Land van Heusden en Altena. Hij krijgt de taak de berichten uit de streek te verzamelen en deze informatie met een zender door te geven naar de andere kant van de Maas. Het doel is uiteraard de bezetter zoveel mogelijk dwars te zitten. Ongehinderd door enige kennis van militaire strategie dan wel het kunnen beoordelen van het nut van verschillend oorlogstuig, doet Jan de Rooij zijn werk zonder aarzelen. Vanaf begin december 1944 bevindt hij zich achter de vijandelijke linies. De groep van zes moedige mannen verspreidt zich over het gebied. Jan vindt voor zijn zender een plekje op de vliering van een schuurtje achter de boerderij van de familie Koekkoek in Dussen. Gekleed als boerenknecht rijdt Jan door de streek om overal informatie op te halen en vervolgens zijn gevaarlijke werk op de vliering te doen. In code zendt hij de berichten uit naar de leider Andr?, die vervolgens de informatie doorsluist naar de Nederlandse regering en de geallieerde legerleiding. De Duitsers ruiken al spoedig gevaar. Veel mislukt; er worden aanvallen uitgevoerd op nieuwe stellingen die ’s nachts betrokken zijn en die geen verkenningsvliegtuig waar heeft kunnen nemen. Met allerlei meetapparatuur wordt geprobeerd de zender op te sporen. Jan de Rooij is evenwel voorzichtig. Gedoceerd en op verschillende tijdstippen stuurt hij de berichten door en zo gaat het kat- en muisspel door tot de week voor Kerstmis 1944. Er gebeurt van alles in het Land van Heusden en Altena. Er zijn enorm veel troepenbewegingen en inwoners worden geëvacueerd. Tanks zijn in aantocht, honderden militairen groeperen zich in het gebied. Elke dag seint Jan vanaf de vliering in Dussen; en de geallieerden weten waarop ze moeten richten. De Duitse peilwagens zoeken de omgeving af.
Alarmerend
Dan, op een nacht, merkt Jan dat de intocht van Duitse soldaten in het gebied werkelijk massaal is. In totaal zijn het er zo’n 16.000 en nog steeds met gevaar voor zijn leven en dat van anderen zendt De Rooij uit. Deze bedrijvigheid begrijpt zelfs een niet-strateeg. Dit betekent een nieuw offensief in zuidelijke richting, naar een zwak verdedigde Maasoever. Alarmerend zijn de berichten over de omvang van de troepen, de geschutsopstellingen. In Sprang worden de berichten met gemengde gevoelens ontvangen en doorgezonden. Eerst wil men het niet geloven, maar verkenningsvliegtuigen bevestigen de berichten van de illegaliteit. Een Canadese divisie, op weg naar België, moet terugkeren en in de kerstdagen van 1944 schiet het geallieerd geschut de Duitse stellingen aan flarden. Het gevaar van steun voor het Ardennenoffensief via een tangbeweging is afgewend.
Gefusilleerd
De Duitsers zoeken verder naar de zender. Thuiskomend ziet Jan de Rooij de Duitsers de boerderij van Koekkoek in Dussen omsingelen. De zender hebben ze ontdekt en de drie mannelijke bewoners van de boerderij zouden worden weggevoerd. Zonder twijfel betekent dat voor hen de kogel. De Rooij maakt zich bekend en neemt alle verantwoordelijkheid op zich. De gezinsleden Koekkoek worden vrijgelaten en Jan de Rooij gaat op transport naar Amsterdam. Daar moet hij behoorlijk onder de folteringen hebben geleden. Op 4 januari 1945 eindigt daar het leven van een dappere 21-jarige man. Jan de Rooij wordt in Amsterdam gefusilleerd, maar hij is blijven zwijgen over de identiteit van de leden van de groep Andr?. Over de vraag hoe belangrijk de door De Rooij doorgezonden informatie is geweest voor het mislukken van -het Ardennen-offensief, daar lopen de meningen over uiteen. Feit is wel dat hij door zich aan te geven, drie inwoners van Dussen van de dood redde. Op 7 juli 1945 wordt De Rooij in Sprang herbegraven.
Bron: Streekarchief Land van Heusden en Altena. Documentatie Dussen.