„Ik vind dit spannend”, zegt Eef Peeters, directeur van het Arnhems Oorlogsmuseum ’40-’45. Hij reageert verheugd op de mededeling dat de Gravendienst van de Koninklijke Landmacht maandag onderzoek gaat doen in het centrum van Oosterbeek. „Het is heel mooi dat de gemeente dit in werking heeft gezet.”

Tegenover deze krant wees Peeters begin maart dit jaar in Oosterbeek de plek aan waar „haast wel zeker” een soldatengraf zou liggen. Het zou gaan om een of meer Britten of Duitsers.

Daags daarna deed de museumdirecteur een melding bij de gemeente Renkum, waar Oosterbeek deel van uitmaakt. Burgemeester J. P. Gebben besloot halverwege maart de Gravendienst van de landmacht in te schakelen. Op verzoek van de gemeente noemt deze krant niet de straatnaam. De zaak ligt gevoelig, omdat de gemeente bevreesd is dat souvenirjagers op de plek gaan spitten. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn, in verband met de mogelijke aanwezigheid van explosief materiaal.

Eef Peeters, die met zijn metaaldetector al jarenlang naar oorlogsspullen speurt, werd enkele tientallen jaren geleden getipt over de bewuste locatie in Oosterbeek. Toen hij daar met zijn metaaldetector speurde, sloeg die aan. Hij wilde gaan graven, maar werd naar eigen zeggen tegengehouden door de politie. Toenmalige pogingen om op de plek in Oosterbeek de spa in de grond te krijgen, liepen destijds op niets uit. Volgens Peeters werd hij door de autoriteiten van het kastje naar de muur gestuurd. De museumdirecteur vond eerder in Oosterbeek de lichamelijke resten van enkele soldaten.

Zal Peeters teleurgesteld zijn als er maandag geen gesneuvelden worden opgegraven? „Nee, dan is er in ieder geval zekerheid. Elke keer als ik langs die plek rijd, denk ik: Zullen daar gesneuvelden onder de grond liggen? Het kan zijn dat er tien keer voor niets wordt gegraven, maar dat het de elfde keer toch raak is.” De Arnhemse speurder sluit niet uit dat er mogelijk alleen bijvoorbeeld een soldatenhelm wordt gevonden en dat lichamen voorheen al zijn geborgen.

De Gravendienst zal maandag bij de door Peeters aangewezen locatie ongeveer een gebied van 16 vierkante meter afgraven, zegt Geert Jonker, hoofd van de Gravendienst. Als blijkt dat er lichamelijke resten liggen, zal de plek „uit piëteit” worden afgeschermd door middel van een tent. De speurders van de dienst zullen dan met een troffel verder graven, laagje voor laagje. Mochten er geen lichamen worden gevonden uit de Tweede Wereldoorlog, dan zijn „de speculaties in ieder geval voorbij.”

Bestaat het risico dat de lichamen er wel liggen, maar dat de Gravendienst net op de verkeerde plek graaft? „Geen idee”, reageert Jonker. „Wij kunnen moeilijk de hele groenstrook afgraven. Wij graven in opdracht van de gemeente op de vrij nauwkeurig aangewezen locatie. Als meneer Peeters zegt: Het is toch 20 meter verderop, dan is het aan de gemeente om te doen wat zij wil.”

In Oosterbeek is tijdens de Slag om Arnhem, in september 1944, zwaar gevochten. Er sneuvelden ongeveer 1750 geallieerden en ook ongeveer 1800 Duitsers. Nog altijd worden er ongeveer honderd geallieerden vermist. In Oosterbeek zijn de laatste jaren enkele lichamen uit de Tweede Wereldoorlog opgegraven.
bron: www.reformatorischdagblad.nl