De melding van het vermeende soldatengraf komt van Eef Peeters, directeur van het Arnhems Oorlogsmuseum ’40-’45.
Tegenover deze krant wees hij recent tot op enkele meters nauwkeurig de locatie aan waar een of meer gesneuvelde soldaten zouden liggen. Op die plek is in de oorlog volgens hem fel strijd geleverd. Het zou om een of meer Britten of Duitsers gaan. Gisteren gaf de museumdirecteur zijn melding door aan de gemeente Renkum, waar Oosterbeek onder valt.
Burgemeester J. P Gebben van Renkum liet gisteravond desgevraagd weten dat men er „gevoegelijk van kan uitgaan” dat er onderzoek komt op de bewuste locactie, als het in ieder geval om een betrouwbare tip gaat. Eerder liet een woordvoerder van de gemeente Renkum weten een melding van de museumdirecteur serieus te nemen.
Gevoelig
De melding van een soldatengraf ligt gevoelig, blijkt uit gesprekken met diverse betrokkenen. Op verzoek van burgemeester Gebben meldt deze krant niet de exacte locatie van het vermeende veldgraf. Uit vrees voor de komst van ‘souvenirjagers’ die (met metaaldetector) op jacht gaan naar militaire spullen in de grond, wil de gemeente liever geen ruchtbaarheid geven aan de kwestie. Bij illegale graafactiviteiten zouden gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, vanwege explosieven in de grond.
Mochten er binnenkort op de bewuste plek overblijfselen van soldaten worden gevonden, dan wil de gemeente daar „prudent en met veel piëteit” mee omgaan, aldus de burgemeester. Zo mogelijk zullen nabestaanden worden achterhaald.
Eef Peeters speurt al jarenlang met zijn metaaldetector naar overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog. Enkele tientallen jaren geleden zocht de museumdirecteur na een tip op de bewuste plek in Oosterbeek. Op de aangewezen locatie sloeg zijn metaaldetector destijds aan. Toen Peeters wilde gaan graven, werd hij naar eigen zeggen tegengehouden door de politie. Die wees hem erop dat een graafactie niet was toegestaan.
Pogingen om onderzoek te doen op de locatie liepen destijds op niets uit, aldus Peeters. Hij werd naar zijn zeggen door de autoriteiten van het kastje naar de muur gestuurd.
De museumdirecteur noemt het „heel triest en jammer” dat er in het verleden geen onderzoek van de grond kwam. Mochten de resten van de soldaten in Oosterbeek alsnog boven de grond komen, dan hoopt Peeters op een „waardige” herbegrafenis van de militairen. Hij vindt het „heel goed” als de gemeente de locatie laat onderzoeken.
Gevechten
In het verleden heeft de speurder in Oosterbeek lichamelijke resten van enkele soldaten gevonden. Op het terrein van een particulier, nabij het kerkje van Oosterbeek aan de Benedendorpsweg, groef hij enkele gesneuvelden op.
In Oosterbeek is tijdens de Slag om Arnhem, in september 1944, zwaar gevochten. Rond het plaatselijke oude hervormde kerkje zijn hevige gevechten geleverd. Het godshuis was een van de laatste steunpunten van de geallieerden. De Britse Airbornedivisie moest zich in de nacht van 25 op 26 september terugtrekken.
De Slag om Arnhem was onderdeel van de operatie Market Garden. Bij die operatie dachten de geallieerden via een luchtlandingsoperatie in een paar dagen tijd Nederland te bevrijden, om vervolgens door te stoten naar het Ruhrgebied. Tijdens de Slag om Arnhem werden de bevrijders echter gestopt.
Herbegrafenis
Bij de Slag om Arnhem sneuvelden ongeveer 1750 geallieerden en ook ongeveer 1800 Duitsers. Nog altijd worden er ongeveer 100 geallieerden vermist.
De laatste paar jaar is in de gemeente Renkum een viertal soldaten uit de Tweede Wereldoorlog opgegraven.
Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn in het gebied rond Oosterbeek in totaal zo’n dertig geallieerden in de grond gevonden. Ook zijn er enkele tientallen Duitsers opgegraven.
De Gravendienst van de Koninklijke Landmacht is jaarlijks in Nederland bezig met ongeveer 35 zaken rond het opgraven, identificeren en herbegraven van oorlogsslachtoffers.
Nog niet zo lang geleden zijn bij een bouwproject in de Arnhemse wijk Schuytgraaf de resten van meer dan tien oorlogslachtoffers gevonden, voornamelijk Duitsers. De opgegraven soldaten krijgen een herbegrafenis, waar ook nabestaanden bij kunnen zijn.
bron:
www.reformatorischdagblad.nl