Ongeveer vijfhonderd vermissingszaken zijn nooit opgelost, liet het Rode Kruis donderdag weten. De werkgroep heeft als doel kennis en informatie uit te wisselen, zodat de geregistreerde vermisten kunnen worden opgespoord en geïdentificeerd. Volgens een woordvoerster van de hulporganisatie komt de politie geregeld stoffelijk overschotten tegen, bijvoorbeeld bij opgravingen, waarvan het vermoeden bestaat dat ze uit de oorlog stammen.
Een wijziging in de Wet op de lijkbezorging heeft ertoe geleid dat van elk gevonden stoffelijk overschot DNA moet worden afgenomen. Mensen die iemand missen, kunnen daardoor makkelijker achterhalen of een gevonden lichaam daadwerkelijk de gezochte persoon is.
Het terugvinden van een vermiste is volgens het Rode Kruis voor nabestaanden van groot emotioneel belang. Ook al is het inmiddels 63 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog ten einde kwam. Nabestaanden raadplegen nog altijd de archieven van de hulporganisatie op zoek naar informatie over hun eigen achtergrond. Voor de verwerking van het verlies is het belangrijk dat een vermiste alsnog wordt geïdentificeerd, weet de hulporganisatie.