De medaille werd het tweetal toegekend omdat het in de Tweede Wereldoorlog betrokken was bij het verzet. De bakkerij in de Smidstraat die Simon Leenheer in 1942 van zijn vader overnam, was een doorgangshuis voor onderduikers. Als een anonieme klant vroeg om een plankje van 3 meter, kreeg hij een kind van drie jaar tijdelijk in huis. Zijn vrouw Jacoba ontfermde zich over de onderduikers en vluchtelingen. Ze kregen een slaapplaats op zolder, tot ze naar een ander adres werden gebracht.
Vanaf september 1944 mochten Karel en Esther van Gelder bij de familie Leenheer onderduiken en later konden de families samen de bevrijding vieren. Het Joodse echtpaar bood hun weldoeners al jaren geleden aan een Yad Vashemonderscheiding voor hen aan te vragen. Leenheer en zijn echtgenote aarzelden echter; in hun ogen hadden ze alleen maar wat hand-en-spandiensten verricht.
Na het overlijden van zijn vrouw stemde Leenheer uiteindelijk toe en kon Esther van Gelder vorig jaar de aanvraag bij Yad Vashem indienen. Zelf overleed zij in januari van dit jaar.
Leenheer beschouwt de onderscheiding vooral als een eerbetoon aan zijn echtgenote. Daarnaast ziet hij Yad Vashem als „een signaal voor de jeugd, ook voor onze vijf kinderen, acht kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen. Eerbied en respect voor het Joodse volk moeten blijven.”
Het instituut Yad Vashem werd in 1953 door het Parlement opgericht om de Holocaust te gedenken. De onderscheiding ”Rechtvaardigen onder de Volkeren” wordt uitgereikt aan niet-Joodse personen die Joodse medeburgers redden.
bron:
www.reformatorischdagblad.nl