Op 1 januari trad een wet in werking die mensen die vluchtelingen hielpen, meestal uit Oostenrijk en Duitsland afkomstige Joden, meer dan zestig jaar na dato straffeloos maakt. Zwitserland voerde in 1938 strenge grenscontroles in en sloot in 1942 de grenzen volledig, waardoor duizenden Joden die op de vlucht waren geslagen voor de nazi’s, geen asiel kregen. Toch wisten tijdens de oorlog zo’n 300.000 mensen Zwitserland te bereiken, vaak met hulp van Zwitsers die het niet eens waren met het regeringsbeleid.

Mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veroordeeld voor het bieden van hulp aan vluchtelingen hebben geen recht op schadevergoeding. Wel kunnen ze van justitie een individuele pardonbeschikking krijgen. Zwitsers die vluchtelingen hielpen konden rekenen op hoge boetes, het kwijtraken van hun baan en zelfs gevangenisstraf.

Een onderzoekscommissie die het regeringsbeleid tijdens de oorlog onderzocht, concludeerde drie jaar geleden dat Zwitserland door de grenzen te sluiten voor vluchtelingen meewerkte aan de misdaden van de nazi’s. De commissie stelde ook dat Zwitsers die Joodse vluchtelingen hielpen dat meestal deden uit persoonlijke overtuiging en niet uit winstbejag.

Zwitserland bood in 1995 al publiekelijk excuses aan voor de onjuiste behandeling van vluchtelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog.