”Oorlog hoort in een museum” is heel saillant het motto van het zogeheten Liberty Park. In het gebied waar in september en oktober 1944 een veldslag woedde, is al jarenlang het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum gevestigd.
Vorig jaar mei kwam daar het Marshall Museum van De Groot bij.

De Groot, voormalig president-directeur van het Zwijndrechtse staalbedrijf Grootint, verzamelde na zijn afscheid oorlogsvoertuigen uit de Tweede Wereldoorlog.
Toen de collectie niet meer in zijn loods paste, gaf hij deze vorig jaar vol vertrouwen in bruikleen aan de Stichting Nederlands Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon.
De verhuizing van het materiaal van Zwijndrecht naar Overloon had nogal wat voeten in aarde. Vooral het transport van de BARC, een 90 ton wegend amfibievoertuig, over de weg was een enorme operatie.

Het huwelijk tussen de twee musea bleek een succes.
Al in september verwelkomde het Liberty Park de 100.000e bezoeker.
Dat was het moment waarop de eerste frustraties bij De Groot groeiden.
„Ik was niet uitgenodigd bij deze feestelijke gelegenheid. Terwijl de groei van het bezoekersaantal te danken was aan mijn collectie”, briest hij.

Een ander pijnpunt voor de inmiddels 84-jarige De Groot is de verkoop van een Shermantank van het type M4 bijgenaamd ”Cookie”.
Het stichtingsbestuur verkocht de tank -overigens geen voertuig uit De Groots collectie-, aan Canadese veteranen die in Italië een herdenking hielden.
Tot woede van De Groot en een groep verzamelaars van oorlogsattributen.
Zij vinden dat de tank in Overloon thuishoort omdat hij daar na de oorlog is aangetroffen.

De Groot vindt dat hij ook te weinig betrokken wordt bij het nemen van beslissingen over ’zijn’ collectie.
Bovendien maakt hij zich grote zorgen over het onderhoud van zijn voertuigen, waarvan een deel buiten staat.
Intussen heeft het bestuur besloten alle voertuigen naar binnen te halen, te conserveren of te restaureren.

Voor de Groot komt dat allemaal te laat.
Hij liet deze week beslag leggen op zijn uitgeleende collectie.
Via een rechtszaak wil hij de samenwerkingsovereenkomst beëindigen en zijn collectie ter waarde van 30 miljoen euro terugeisen.
Hij heeft er een nieuwe grootscheepse verhuizing van de honderden voertuigen voor over.
Hierbij heeft hij de steun van de Stichting Historisch Materieel, die zijn collectie voor hem in Overloon beheert.

De ruzie mist zijn uitwerking niet.
Rijdend oorlogsmuseum Keep Them Rolling wilde deze zomer zijn 35-jarig jubileum in het Liberty Park vieren, maar heeft inmiddels afgezegd.
Het bestuur vreest dat de collectie van De Groot dan al verdwenen is.
Dat maakt ’Overloon’ niet meer interessant genoeg voor het jubileumfeest.

Bezoekers van het museum hoeven zich voorlopig geen zorgen te maken.
Op de website van het museum worden zij gerustgesteld.
„Als u op bezoek komt, treft u de collectie precies zo aan zoals zij sinds mei 2006 tentoongesteld wordt”, zo staat er.

Op de site staat ook een reactie van de directie en het bestuur van het Liberty Park, die zelf niet bereikbaar zijn voor commentaar.
Volgens hen zijn het juist De Groot en ’zijn’ Stichting Historisch Materieel die zich niet aan de afspraken houden.
„SHM lijkt de algehele zeggenschap af te willen dwingen in het Liberty Park.”

Als voorbeeld noemt het museumbestuur het achterhouden van documentatie over de collectie van De Groot, terwijl het de afspraak was dat deze informatie zou worden overgedragen.
Bestuursvoorzitter A. Stemerdink, oud-minister van Defensie, zei onlangs dat De Groot er moeite mee heeft om afstand te nemen van zijn levenswerk.

Diverse Brabantse bestuurders proberen nu vrede te stichten.
Burgemeester Van Soest van Boxmeer, waar Overloon onder valt, wil bemiddelen.
Liberty Park is volgens de burgemeester van groot belang voor zijn de gemeente.
Ook de Brabantse gedeputeerde Luijendijk wil zich met de kwestie bemoeien.
De vraag is of de inzet van hogerhand de strijd in Overloon kan beslechten.

bron: www.reformatorischdagblad.nl