Voormalig minister van Justitie Donner verzocht Duitsland in juli 2003 de Nederlandse straffen alsnog ten uitvoer te brengen. Nieuwe wetgeving maakte dat in principe mogelijk. De Duitse minister Brigitte Zypries stemde toentertijd ook in met Donners verzoek, maar tot resultaat leidde het nooit. In sommige gevallen wezen Duitse rechtbanken het verzoek al af.
Het verzoek van toenmalig minister Donner ging over de zes oorlogsmisdadigers Klaas Carel Faber, Toon Soetebier (overleden in mei 2006), Herbertus Bikker, Siert Bruins, Heinrich Boere en Dirk Hoogendam (overleden in augustus 2003). De zes pleegden tijdens de Tweede Wereldoorlog in Duitse dienst misdaden in Nederland.
Donner kwam in actie nadat journalisten oorlogsmisdadiger Dirk Hoogendam hadden opgespoord. Deze was kort na de oorlog bij verstek veroordeeld tot de doodstraf. Die straf werd later omgezet in levenslang. Hij had jaren anoniem in Duitsland geleefd. Het openbaar ministerie in Nederland boog zich over de mogelijkheden om Hoogendam alsnog zijn straf te laten uitzitten.
De kwestie bracht ook de dossiers van de vijf andere oorlogsmisdadigers opnieuw op tafel. De zes waren na de oorlog in Nederland veroordeeld en naar Duitsland gevlucht. Daar waren ze veilig voor vervolging door justitie in Nederland, want Duitsland weigerde de mannen uit te leveren.
De Duitse regering ondersteunde de wens van Donner. Meerdere rechtbanken in Duitsland zouden zich volgens de NOS over de mogelijkheid hebben gebogen de oorlogsmisdadigers hun straf in Duitsland uit te laten zitten. In geen enkel geval zouden de Nederlandse straffen daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
De rechtbank in Ingolstadt zou Donners verzoek in het geval van Faber hebben afgewezen. De rechtbank in Hagen zou hetzelfde hebben gedaan in het geval van Bruins. De zaak Boere is formeel nog niet afgerond, maar het OM in Aken zou vooral complicaties zien. „De processen zijn praktisch beëindigd”, liet de Duitse officier van justitie Ulrich Maass, speciaal belast met de vervolging van oorlogsmisdadigers, tegenover de NOS weten. „Het is moeilijk de Nederlandse vonnissen die destijds zijn uitgevaardigd, om te zetten in Duitse.”
Alleen Herbertus Bikker stond in 2003 in een nieuw proces voor de rechtbank in Hagen. Die bepaalde in 2005 echter dat Bikker zijn levenslange gevangenisstraf die Nederland hem in 1949 voor oorlogsmisdaden oplegde, niet in Duitsland hoefde uit te zitten. De toen 89-jarige voormalige SS’er zou psychisch niet in staat zijn om te begrijpen waarom hij de rest van zijn leven in de cel zou moeten doorbrengen, zo oordeelde de rechter.
In 2003 fulmineerde de toen 73-jarige Friese nazi-jager Jack Kooistra in deze krant tegen de laksheid van de Nederlandse justitie. „Na de oorlog had de opsporing van degenen die met de vijand hadden geheuld, niet de eerste prioriteit. De blik werd gericht op de toekomst”, aldus Kooistra. „Er is een vervolgingsbeleid, maar het is vooral bedoeld als zoethoudertje voor leden van het verzet en de nabestaanden.”
bron:
www.reformatorischdagblad.nl