Het ministerie van Onderwijs gaf het NIOD vorig jaar opdracht onderzoek te doen naar de houding voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog van Peter Debye. De Universiteit Utrecht besloot het Debye Instituut niet langer zo te noemen na het verschijnen van een boek van historicus Sybe Rispens waaruit zou blijken dat de chemicus collaboreerde met het naziregime. Debyes geboortestad Maastricht wilde ook niet langer de Peter Debyeprijs uitreiken.Rispens schreef in zijn boek ”Einstein in Nederland” onder meer dat de wetenschapper als voorzitter van de Duitse Natuurkundige Vereniging in 1938 een brief had ondertekend waarin Joodse leden werd verzocht terug te treden.
Het NIOD stelde eerder al dat de bronnen voor deze gegevens goed waren, maar voegde eraan toe dat voor een evenwichtig oordeel over Debyes houding diepgaander onderzoek nodig was. Volgens het NIOD bevat het boek van Rispens onjuistheden en is de typering van de hoofdpersoon ook karikaturaal.
Het NIOD concludeert: „Op basis van dit rapport, waarin voor het eerst zowel Duitse, Amerikaanse als Nederlandse bronnen zijn geraadpleegd, kan geconstateerd worden dat Debye na 1939 met reden een opportunist is genoemd. Vastgesteld kan worden dat hij in iedere situatie een achterdeur openhield. In het Derde Rijk deed hij dit via zijn Nederlandse staatsburgerschap. In de Verenigde Staten probeerde hij via het Auswärtige Amt in het geheim de contacten met nazi-Duitsland aan te houden, een handelwijze die mede was ingegeven door loyaliteit aan zijn in Berlijn achtergebleven dochter. Maar Debye was meer dan een opportunist”, aldus het NIOD. „In de loop van zijn carrière verbond hij de wetenschapsbeoefening aan verschillende idealen, zoals het internationalisme. Dit leidt tot de vraag of Debye werkelijk in de ban was van zijn idealen of er hoofdzakelijk calculerend mee omging. Een historicus kan hier geen gefundeerd antwoord op geven”, erkent het NIOD.