Geen werf in Europa heeft zoveel hoogtepunten en dieptepunten doorgemaakt als Blohm + Voss. De scheepswerf heeft de grootste bloeiperiodes doorgemaakt in de Eerste en Tweede Wereldoorlog met de massaproductie van oorlogsschepen.

‘Beroemd’ was de werf vooral door de bouw van honderden onderzeeboten (U-boten). Tegelijkertijd leidden die periodes ook tot de grootste dieptepunten van Blohm + Voss, doordat de bombardementen van de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog duizenden werknemers (voor een groot deel ook dwangarbeiders) het leven kostte. Na de oorlog werd de ‘foute’ werf door de overwinnaars vrijwel helemaal ontmanteld. Maar ook dit dieptepunt wist de werf weer te boven te komen.

Bij Blohm + Voss (B+V) zijn nu nog 1500 werknemers in dienst en daarnaast wordt veel gebruik gemaakt van onderaannemers en ingeleend personeel. Tijden zijn natuurlijk niet rechtlijnig te vergelijken, maar in de oorlogsjaren werkten er op de werf 20.000 mensen van wie een groot deel dwangarbeiders. De gepensioneerde Helmut Beversdorf (67 jaar) heeft veertig jaar bij de werf gewerkt en beseft dat de historische gegevens voor Nederlanders in een ander perspectief moeten worden geplaatst. Beversdorf vertelt dat hij dankzij een uitwisselingsverband een jaar heeft gewerkt bij Van der Giessen-de Noord (op de voormalige marinewerf in Alblasserdam), waar hij het prima naar zijn zin heeft gehad en het uitstekend met de Hollanders kon vinden, zo vertelt hij.

Beversdorf geeft tijdens de rondleiding grif toe dat vele onderdelen van de Hamburgse werf nogal verouderd zijn en dat er volop investeringen nodig zijn om B+V up to date te maken om de concurrentie met de thans overheersende scheepsnieuwbouw in Zuid-Korea en elders in het Verre Oosten aan te kunnen. Voorlopig heeft B+V nog werk genoeg, tot 2007, vooral dankzij lopende opdrachten voor korvetten en fregatten voor Maleisië, Zuid-Afrika en uiteraard de Duitse marine. De vraag is echter of de moedermaatschappij van de werf, het staalconcern ThyssenKrupp, bereid is om het productieproces sterk te moderniseren.

Dat het grote scheepsbouwcomplex nog een belangrijke plaats inneemt in de harten van de mensen in Hamburg, bleek vorige maand bij de viering van het 125-jarig bestaan. Tienduizenden Hamburgers kwamen op de festiviteiten af. Of zij ook zo geïnteresseerd waren in de oorlogshistorie, een zwarte bladzijde voor Duitsers, valt te betwijfelen. Rondleider Beversdorf voelt goed aan dat bezoekers benieuwd zijn naar de gang van zaken van de werf tijdens nazi-Duitsland. Met enkele wetenswaardigheden, soms op het anecdotische af, weet hij ze af te schepen. Zo wijst hij erop dat in het begin van de jaren dertig bij de uitbreiding van de werf al bunkers werden gebouwd waarin ruim 20.000 mensen konden schuilen in geval van bombardementen. Die bombardementen op Hamburg zijn vanaf 1942 op grote schaal uitgevoerd door de geallieerden.

Onderzeeboten
In de eerste Wereldoorlog (1914-1918) was Blohm + Voss de belangrijkste bouwplaats voor de keizerlijke marine. Zo werd in die tijd de grootste kruiser ooit, de Derfflinger, gebouwd en werden maar liefst 98 onderzeeboten afgeleverd. Hoe dan ook een prestatie van formaat in die jaren. Na de Eerste Wereldoorlog is de werf jaren getroffen geweest door arbeidsonrust en verval. In 1937 begon de bouw van een groot passagiersschip, de Wilhelm Gustloff. Dit schip is bekend geworden omdat het aan het eind van de oorlog na torpedering door de Russen in de Oostzee met meer dan 10.000 mensen uit Oost-Pruisen naar het veiliger geachte West-Duitsland wilden vluchten. Ruim 9000 mensen kwamen om het leven.
Met de Tweede Wereldoorlog in zicht werd B+V weer op en top een marinewerf. Er zijn maar liefst 238 U-boten gebouwd. De toenmalige scheepsbouwdirectie, nog steeds komend uit de familie Blohm, was echter niet zo tevreden over de kwaliteit van de onderzeeboten. In de oorlogsjaren was een hoge productie belangrijker dan Duitse kwaliteit. Rondleider Beversdorf stelt dan ook vast dat meer dan 90 procent van de bij B+V gebouwde U-boten door de geallieerden is vernietigd. Voor zijn oorlogsbijdrage is de werf in en na de oorlog zwaar gestraft. In totaal zijn er meer dan 1200 zware bommen op het complex gegooid. Het Britse leger, dat Hamburg onder zijn hoede kreeg, besloot dat B+V als enige Duitse werf na de oorlog geheel ontmanteld moest worden. In 1955 mocht weer de naam Blohm + Voss worden gedragen en stroomden de nieuwbouworders weer binnen.

De laatste jaren heeft de werf ook wel wat cruise- en containerschepen gebouwd. Maar opnieuw bestaat de werf bij de gratie van de oorlogsindustrie. De werf levert korvetten, kruisers en fregatten.