"Ik wil de mensen laten zien dat het woord ‘oorlog’ nog steeds hetzelfde bekent als wat ik dagelijks in de krant lees en op de televisie zie." Zo omschrijft Bart van Houtum zijn drijfveer om een oorlogsmonument op te richten op de Kampina. Zijn geesteskind heeft op papier al vorm gekregen en is als voorstel door het Boxtelse college van B. en W. omarmd. Voormalig bouwopzichter Van Houtum is geen onbekende in het Boxtelse verenigingsleven. Als geboren en getogen Boxtelaar maakte hij van zijn zevende tot zijn twaalfde jaar de oorlog daadwerkelijk mee. "Ik vertoef veel op de Kampina en de oorlog heeft me altijd bezig gehouden. Later heeft het boek van Gied Zeegers bijgedragen aan een verlengstuk van die belangstelling."
Verzet
Van Houtum kwam in het bezit van een brief van verzetsman Klaas Dekker. "Daarin werden mensen genoemd, die daadwerkelijk aan het verzet hebben meegewerkt of er een bijdrage aan hebben geleverd. Want na de oorlog waren er ineens meer verzetsmensen dan tijdens de oorlog. Ik heb toen gedacht aan een monument. Ik had er zo mijn eigen gevoel en gedachten over: hoe het toen was en het er nu zou moeten uitzien." Van Houtum pakte daarop zijn schetsboek en schakelde een computerman uit België in voor het maken van de bouwtekeningen. "Het lijkt nu of het er al staat", zegt hij. "Het object wordt uitgevoerd in cortentstaal, dat occideert in roestvorm, maar niet in roest. Persoonlijk had ik het liever in brons gezien, alleen is dat onbetaalbaar. Maar je snapt wel dat burgemeester Van Homelen er ook overheen heeft gekeken", merkt Van Houtum fijntjes op. "Die verzetsmensen verstopten ondergedoken vliegeniers en militairen in de Kampina. Om dat het minst opvallend te doen deden ze boeren na, die met de melkbus op de stang van de herenfiets de koeien gingen melken. In die melkbussen zat dan het voedsel", legt hij uit. Dat tafereel wordt dus de blikvanger van het monument. "Er staan zo’n 800 oorlogsmonumenten in Nederland, maar geen een in Boxtel. In Brabant staan er vele, vooral op de route waar de gliders overvlogen in Den Dungen, Son en Veghel. Bij al die monumenten viel me op dat ze in tekst erg terughoudend zijn, terwijl veel mensen in het verzet zich verdienstelijk hebben gemaakt. Ik wilde daar van af stappen omdat ik gegevens heb uit de brief van Klaas Dekker", vertelt Van Houtum. Naar aanleiding van de namen en gegevens in de brief ging hij mensen zoeken die nog in leven waren. Daarvan heeft hij nog enkelen gevonden. "Dekker onderscheidt drie groepen in het verzet: de verzetsmensen, mensen die ondersteuning gaven aan de eerste groep en vooral mensen in de omgeving die voedsel beschikbaar wilden stellen. Ook mensen uit het centrum als de bakker of de slager."
In een muur links naast het object heeft Van Houtum daarom drie zwartgranieten tabletten gepland, waar die namen op kunnen worden gegraveerd. Rechts van het metalen object is een lager muurtje met eveneens drie kleinere tabletten gepland. Hierop komen van links naar rechts het embleem van de Airborne Division, een afbeelding van parachutisten en een tekst over de Oisterwijkse gebroeders Schut, die echter hun woning op de Kampina door de Duitsers zijn vermoord. Als de gemeenteraad met het ontwerp akkoord gaat, hoopt Van Houtum met behulp van sponsors en een staalbedrijf begin mei volgend jaar het monument voltooid te hebben.