?In oorlogstijd?, zei Winston Churchill eind 1943 tijdens de conferentie van Teheran, ?is de waarheid zo kostbaar dat ze altijd omringd moet worden door een lijfwacht van leugens.? De woorden van de Britse oorlogspremier wogen blijkbaar zwaar, want ze leidden tot een serie nepplannen om Europa te bevrijden. De eerste operatie kreeg de codenaam Jael, vernoemd naar Hebers huisvrouw, die de Kana?nitische krijgsoverste Sisera met een tentpin doodde (Richteren 4:17).
Om een verkeerd beeld te geven van hun werkelijke bedoelingen ontwierpen de geallieerden plan Bodyguard. Operatie Fortitude was daarvan een belangrijk onderdeel en moest de Duitsers in de waan brengen dat de invasie rond het Nauw van Calais zou plaatshebben en dat de landing in Normandi? slechts een afleidingsmanoeuvre was.
De misleidingstactieken die in belangrijke mate bijdroegen aan het succes van D-day, bleven lange tijd in nevelen gehuld. En ondanks de beslissing van de Britse overheid om in 1977 enkele geheime documenten openbaar te maken, zullen de meeste details waarschijnlijk nooit vrijgegeven worden. Uit de beschikbare informatie blijkt echter wel dat operatie Overlord mislukt zou zijn als de vijand niet om de tuin was geleid. Duizenden mensen waren erbij betrokken en er lag een veelomvattende en even grondige strategie aan ten grondslag.
Dubbelganger
Hitler kon onmogelijk de lange kustlijn van West-Europa optimaal verdedigen. Om hem van het zuiden weg te lokken simuleerden de geallieerden een aanval op Noorwegen. Deze fictieve invasie was in handen van luitenant-generaal sir Thorne. Zijn ?Vierde Leger? (bestaande uit vier verzonnen legerkorpsen) was gelegerd in Schotland, waar ook enkele echte troepen lagen. Er werd gebruikgemaakt van vals radioverkeer, er waren troepenbewegingen en oefeningen. Omdat Hitler zeer gevoelig was omtrent Noorwegen (het Duitse slagschip Tirpitz lag er) en woedend was over de commandoaanval die op 27 december 1941 het garnizoen van Vaagso wegvaagde, had hij het garnizoen in Noorwegen uitgebreid naar 372.000 man (inclusief een pantserdivisie). Dit was zeer belangrijk voor de geallieerden, omdat die Duitse troepen dan niet naar Frankrijk zouden worden overgeplaatst.
Hitler stationeerde bij het Nauw van Calais eveneens achttien divisies, want hij was ervan overtuigd dat de geallieerden daar zouden landen. Ook Rommel dacht dat ze voor de kortste route zouden kiezen. Daar had hij dan ook zijn troepen geconcentreerd en de verdediging het sterkst gemaakt. En hij leek gelijk te krijgen, want het gebied ten noorden en noordoosten van de Seine was systematisch het doelwit van geallieerde bombardementen en verkenningsvluchten, in de hoop dat het Duitse opperbevel de indruk zou krijgen dat de invasie zou plaatshebben bij Calais. Of in de Provence en Spanje. Om dat laatste geloofwaardig te laten overkomen, stuurde de geheime dienst eind mei 1944 een dubbelganger van Montgomery naar Gibraltar.
Piloten van de Luftwaffe zagen tijdens verkenningsvluchten dat er in het zuidoosten van Engeland een enorme legermacht werd opgebouwd om het Kanaal over te steken. De troepen werden aangevoerd door Patton, de generaal die de Duitsers het meest vreesden. Ondertussen mocht de vijand het (valse) radioverkeer met Montgomery?s hoofdkwartier in Kent uiteraard afluisteren. De werkelijkheid op de grond was echter totaal anders. Het ?leger? maakte gebruik van schuilnamen en speciale detacheringen van troepen.
In de havens van Dover en Folkstone dobberden 260 namaaklandingsvaartuigen. Uit schoorstenen van dummykampen kringelde rook omhoog. Voertuigen reden constant met speciale zendapparatuur rond om de indruk te wekken dat er veel radioverkeer tussen de eenheden was; het spookleger oefende volop. Om niets aan het toeval over te laten, werden sporen van trucks en tanks in het veld aangebracht. Op ?vliegvelden? in Zuidoost-Engeland stonden toestellen van papier-mach?. Ron Turner uit Winchester was een van de manschappen die 500 rubberen tanks mochten opblazen. ?Dorpelingen kregen ogen als schoteltjes toen ze ons met twee man een tank zagen verslepen!?
Dubbelagent
De Britten ?lekten? via de pers, diplomatieke en ondergrondse kanalen informatie. Bijvoorbeeld dat de aanval in de derde week van juli zou plaatshebben. Onder verzetsbewegingen op het Europese vasteland werden opzettelijk verkeerde verhalen verspreid. De Duitsers waren onder de indruk van de berichten over troepenverplaatsingen en -locaties die ze eveneens van hun spionnen in Groot-Brittanni? ontvingen.
?In het gebied rond Dover wordt aan iets grootst gewerkt?, meldde Wulf Schmidt zijn superieuren. In werkelijkheid was hij een van de 75 dubbelagenten, die door de M15 was omgeturnd. De Britse geheime dienst had vrijwel het gehele Duitse spionagenetwerk in Engeland, al vanaf 1940 in het diepste geheim opgebouwd, opgerold. Verscheidene agenten werden door het zeer geheime ?Twenty Committee? (van de Romeinse cijfers XX) voorzien van uitgekiende valse informatie. De misleiding werkte zo goed dat een aantal Duitse rapporten vermeldde dat twee Australische divisies in het zuiden van Engeland waren gelegerd, terwijl de dichtstbijzijnde divisie in Birma lag?
Roger Hesketh was het brein achter deze operatie. De Brit, die in 1987 overleed, hield de zaak tot 1973 geheim. Toen hij echter ontdekte dat Delmer Sefton, journalist van de Daily Express, toegang tot geheime stukken had gekregen, besloot Hesketh een boekje open te doen. Hij kreeg in 1976 toestemming van de Britse regering om zijn verhaal te publiceren, zonder de echte namen van de directbetrokkenen prijs te geven. Het gras was echter al door Seftons boek ?The Counterfeit Spy? voor zijn voeten weggemaaid. Heskeths boek verscheen in 1999, twaalf jaar na zijn dood. Hij belicht daarin onder meer de rol van de dubbelagenten Garbo (Juan Pujol), Bronx (Elvira Chaudoir) en Brutus (Roman Garby-Czerniawski).
Codebrekers
Op het gebied van politieke en militaire spionage waren de geallieerden de Duitsers voortdurend de baas. De Duitsers waren wel bekwaam in het vergaren van informatie, maar wisten er vaak geen goed gebruik van te maken. Het best geheimgehouden spionagesucces van de geallieerden tijdens de oorlog was Ultra, dat de belangrijkste rol speelde bij het vergaren van informatie over de Duitse verdediging in Normandi?. Voor de oorlog hadden de Duitsers een op een typemachine gelijkend apparaat, de Enigma, aangepast voor het coderen van geheime radioberichten.
Voortbouwend op het werk dat de Polen voor 1939 hadden verricht, ontwierpen Britse wiskundigen en crypto-analysten in Bletchley Park in Buckinghamshire een soort primitieve computer die de Enigma-codes kon ontcijferen. In de maanden voor D-day konden de codebrekers op basis van radioverkeer en met behulp van conventionele spionagemethoden een zeer accuraat beeld van de Duitse verdediging in Normandi? schetsen. De Britten ontcijferden de Duitse Ultra-berichten, waaronder die van Hitler zelf en van het Duitse opperbevel naar de legers in het veld.
Op 5 juni, rond middernacht, startte de nepinvasie vanuit Dover. Bommenwerpers strooiden aluminium snippers uit om de vijandelijke radar te misleiden. Ballonnen en rookbommen moesten eveneens de illusie wekken van een enorm konvooi. Luidsprekers aan boord van een kleine groep oorlogsvaartuigen lieten het geluid van vallende scheepsankers horen?
?Alle puzzelstukjes moesten passen?, schrijft Roger Hesketh, ?anders zou de vijand argwaan hebben gekregen. Mislukte de afleidingsoperatie, dan zou de oorlog langer hebben geduurd. Het werd echter een succes, want sommige Duitsers geloofden na de landing in Normandi? dat de hoofdaanval bij Calais nog zou komen. Fortitude spaarde tienduizenden levens en versnelde de bevrijding van Europa.?
Bron: Reformatorisch Dagblad