Uit het onderzoek blijkt dat de meeste kinderen van NSB’ers grote problemen hadden om na de oorlog opnieuw te integreren in de samenleving. Van de ondervraagden heeft 85 procent last van psychische klachten, variërend van faalangst tot zelfmoordneigingen. Driekwart heeft moeite met het aangaan en onderhouden van persoonlijke relaties.

De reden van de slechte ervaringen van de kinderen is volgens het onderzoek voor een groot deel te wijten aan de manier waarop Nederland na de Tweede Wereldoorlog omging met de NSB-families. De overheid probeerde de ‘foute’ onderdanen zo snel mogelijk na de bestraffing weer in de maatschappij op te nemen. Dit bleek niet zo eenvoudig.

Het probleem was dat de gezinnen vaak zonder enig bezit of inkomen terug in de maatschappij geplaatst werden. Ex-NSB’ers konden nauwelijks aan een baan komen. Daardoor moesten de meesten van een hongerloon leven. Dit zorgde ervoor dat de kinderen op jonge leeftijd moesten gaan werken, waardoor hun kansen op een goede opleiding verslechterden.

Ongeveer 60 procent van de kinderen heeft dan ook het gevoel dat het voor hen moeilijker was om een geschikte opleiding te vinden. De helft voelde een beperking in de beroepsmogelijkheden, zo blijkt uit het onderzoeksrapport.

Bron: Sp!ts