De feiten rondom de jodenvervolging zijn over het algemeen erg goed bekend. Hierbij moet worden opgemerkt dat een belangrijke vraag over dit onderwerp bestond uit een herkennings-vraag, wat een zekere overschatting van het kennisniveau tot gevolg kan hebben. Niettemin lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat dit onderwerp goed bekend is. Het lijkt er zelfs op alsof voor veel mensen de jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog elkaars synoniemen zijn.
Ook de ideeën waarop Hitler zijn regime baseerde en waarmee hij aan de macht kwam zijn goed bekend bij de mensen. In tegenstelling tot de herkenningsvraag waaraan we net refereerden, betrof het hier een open vraag waarin de ondervraagde geen enkel handvat werd aangereikt. Velen noemen desalniettemin de belangrijkste uitgangspunten, waarbij de jodenvervolging overigens het meest wordt genoemd.
De precieze oorzaken voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn niet bij iedereen bekend, zeker niet wanneer het gaat om het uitbreken van de oorlog in Azië. Toch valt ook het kennisniveau hier mee, net als bij de vraag waarin men een aantal gebeurtenissen in de goede volgorde moet zetten. Dat meer dan de helft het antwoord goed heeft mag opmerkelijk worden genoemd. De kennis over de gebeurtenissen in eigen land is van redelijk niveau, maar zou wellicht beter moeten.
Ook minder bekend is men met de schaal en de omvang die de oorlog had. Veel mensen onderschatten het aantal landen dat bij de oorlog betrokken was, en weten niet goed wie aan welke kant stond. Verder dan dat Groot Britannië, de Verenigde Staten en Canada ons hebben bevrijd en dus tot de gealllieerden behoorden, en wellicht dat de Sovjet-Unie Europa vanaf de andere kant bevrijdde komen veel mensen niet.
Het minst goed beantwoord zijn de vragen over de internationale verdragen en organisaties. Het meest valt op dat de duidelijke lijn die in de resultaten voor de onderscheiden groepen zit hier ver te zoeken is. Groepen die eigenlijk overal het goede antwoord geven, gaan hier opeens ‘de mist in’ en andersom. Hierbij moet worden opgemerkt dat over het wanneer en waarom van bijna elke organisatie ook door mensen die er verstand van hebben kan worden gediscussieerd. De antwoorden en dus de resultaten zijn daarom simpelweg niet eenduidig. Wellicht moet ook worden geconcludeerd dat de vraag niet adequaat is gesteld.
Mannen weten meer over de Tweede Wereldoorlog dan vrouwen Dit gedeelte van het onderzoek toont ontegenzeggelijk aan dat mannen beter op de hoogte zijn van de feiten van de Tweede Wereldoorlog dan vrouwen. Deels kan hiervoor de reden zijn dat vrouwen sneller toegeven of denken dat ze het antwoord niet weten en mannen sneller een gokje wagen, hoewel er geen wetenschappelijk onderzoek bekend is dat een dergelijk fenomeen aantoont. Het is heel goed denkbaar dat mannen daadwerkelijk meer weten over de Tweede en wellicht andere oorlogen, omdat het fenomeen oorlog ze meer aanspreekt dan vrouwen.
Hoger opgeleiden veel beter op de hoogte dan middelbaar en lager opgeleiden Er blijkt een groot effect van opleiding te zijn waar het kennis van de Tweede Wereldoorlog betreft. Opvallend is hierbij dat niet alleen de lager opgeleiden, maar ook de middelbaar opgeleiden telkens minder goed op de hoogte blijken te zijn. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat hoger opgeleiden nu eenmaal ‘beter kunnen leren’ en dus ook meer feiten over de Tweede Wereldoorlog hebben geleerd ?n onthouden. Het is echter ook mogelijk dat bepaalde schooltypen meer of minder of op een andere manier aandacht besteden aan de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, waardoor de hier gevonden verschillen eventueel ook te verklaren zijn.
65-plussers hebben veel meer feitenkennis, kennis jongeren is beduidend minder De mensen van 65 jaar en ouder onderscheiden zich bij bijna elke vraag door in veel grotere getale de goede antwoorden te geven. Dit is niet verrassend; velen van hen hebben de Tweede Wereldoorlog zelf nog bewust meegemaakt. Opvallend is wel dat men beneden de 65 jaar gemiddeld minder goed op de hoogte is van de feiten van de Tweede Wereldoorlog, waarbij het kennisniveau steeds verder afneemt naarmate men jonger wordt. Vooral het kennisniveau van de jongeren beneden de 25 jaar kan zorgelijk worden genoemd. Wel moet worden opgemerkt dat met name de jongeren tussen de 13 en de 18 jaar soms ook verrassend uit de hoek komen met goede antwoorden, wat er wellicht op duidt dat zij recent opgedane kennis nog vers in het geheugen hebben. Niettemin moet er meer aandacht worden besteed aan het onderwijzen van Tweede Wereldoorlog kennis, wil het kennisniveau van de Nederlandse bevolking in de toekomst adequaat blijven. |