Hij heeft er geen behoefte aan om op de foto te gaan, bijvoorbeeld voor zijn fietsenwinkel aan de Veghelse Hoogstraat. Deze winkel werd door zijn vader al in 1918 geopend en vormde de indirecte aanleiding tot de rol die Ton Kuyper zou gaan spelen in het gewapende verzet tegen de Duitse bezetters. ?Mag ik bescheiden blijven??, verontschuldigt hij zich.
De bescheidenheid van Kuyper (80) siert de Veghelaar, maar past in feite niet bij de grote rol die hem achteraf kan worden toegedicht als verzetstrijder en informant van de geallieerden. ?Ik zat vanaf 1943 bij het gewapende verzet. Hoe je daar bij komt? Zoiets gaat stapje voor stapje. Niet zo van: vanaf vandaag zullen we eens gaan vechten tegen de Duitsers. Het begon eigenlijk toen onderduikers van boven de rivieren hier een fiets kwamen lenen om naar hun onderduikadres te komen. Dan vragen ze je op gegeven moment om eens een klusje op te knappen en van het een komt het ander. Tot er geen weg terug meer is. Niet dat ik dat ooit wilde trouwens.?

Liquidaties

Het overvallen van distributiekantoren werd een maandelijkse bezigheid voor de tien leden van de verzetsgroep van Kuyper. ?In onze kring zaten driehonderdzeventig mensen ondergedoken. Die moesten ook allemaal eten en zonder bonnen was dat niet te krijgen?, verklaart Kuyper. Voor zo ver hij weet zijn er bij die overvallen nooit onschuldige mensen gewond geraakt. Dat wil overigens niet zeggen dat Kuyper nooit betrokken was bij liquidaties en dat soort zaken. ?Maar daar praten we nu niet over?, kapt Kuyper af.
?We kwamen allemaal uit deze regio, maar voor zover ik weet was ik de enige Veghelaar.? Kuyper kende de andere leden niet van naam, uit veiligheidsoverwegingen. ?Twee leden van onze groep zijn in ?44 in Kamp Vught ge?xecuteerd. Maar ze konden gelukkig niemand verraden.?
Volgens Kuyper vermoedden enkele Duitsgezinde Veghelaren wel dat de fietsenmaker en zijn familie betrokken waren bij het verzet. ?Mijn vader werkte in die tijd bij de Post, want nieuwe fietsen of fietsmateriaal waren er al jaren niet meer te krijgen. Daar onderschepte hij alle post die van de burgemeester naar de Sicherheitsdienst werd gestuurd. Zo lazen we dat een NSB?er had gesuggereerd bij ?De Kuypers? een inval te doen. Dan zouden ze zeker wat vinden. Die brief is gelukkig nooit aangekomen, anders zat ik hier nou niet.?
Als lid van het verzet had Kuyper toegang tot informatie die anderen niet hadden. Maar de landing van de Amerikaanse parachutsisten bij Veghel op 17 september 1944 kwam ook voor de verzetsgroep als een volslagen verrassing. De groep kreeg wel al eerder opdracht vanuit Londen om er zorg voor te dragen dat de bruggen in Son en Veghel heel bleven, maar daar werd niet direct iets achter gezocht. ?Toen de Amerikanen waren geland, zette kolonel Johnson in het huis naast het onze zijn hoofdkwartier op. Onze groep werd onder zijn commando geplaatst. Goeie man, die Johnson. Toen we terug kwamen van een missie zei hij: slapen jullie hier maar op de bank, ik ga wel op de grond liggen.?

Verbreden van de brug

De eerste opdracht voor Kuyper op de eerste dag van de bevrijding was om materiaal te verzamelen voor het verbreden van de brug over het kanaal. ?Dat kwam goed uit, want achter ons huis lagen nog acht zware U-balken. Die had de Bossche aannemer Van Drunen over van de nieuwe brug die hij gemaakt had over de Aa in Veghel. Hij zei: nemen jullie ze maar, want als ik ze mee terug neem naar Den Bosch, ben ik ze ook kwijt.? In de nacht werden de stalen balken vervoerd naar de Zuid-Willemsvaart.
De tweede brug was ruim op tijd klaar voor de Britse tanks en vrachtwagens, die pas op 19 september arriveerden. ?Omdat het zo lang duurde voordat de Engelsen kwamen, moesten die Amerikanen onvoorstelbaar hard vechten. De Duitsers konden elk moment terug komen. Dan zouden wij natuurlijk ook meteen het haasje zijn.?
Na het gereed komen van de brug, werd Kuyper ingezet als verkenner in burger. ?Ik werd regelmatig op pad gestuurd om de vijandelijke linies in kaart te brengen. Op zeker moment liep ik samen met een meisje een kilometer buiten Veghel, richting Heeswijk, toen we werden beschoten. We doken aan weerskanten van de weg in een greppel. We zagen het koper over de weg vliegen. Ik lag veilig, maar zij werd in haar been geraakt en bloedde stevig. Ze schreeuwde dat ze dood ging en zo. Dus ik kroop over de weg naar haar toe en bond haar been af met haar shawl. Ik zei: we moeten hier weg. Door het natte gras kropen we steeds een halve meter en dan trok ik haar been mee. Tot we in Veghel waren. Daar gingen inderdaad wel een paar uur overheen. Ik trok droge kleren aan en meldde me weer bij mijn commandant.?

Tol

De spannende oorlogsavonturen hebben uiteindelijk wel zijn tol ge?ist bij Kuyper. ?Na de oorlog wilde ik naar Nederlands Indi? en daarna naar Amerika. Ik had eigenlijk wel genoeg van Nederland. Maar toen ik in Engeland arriveerde om verscheept te worden naar het verre Oosten, stortte ik in. Ik ben vier maanden in Engeland en zeven maanden in Nederland verpleegd. Toen ik weer was opgelapt, begon ik in de fietsenzaak van mijn ouders. Daar ben ik nu nog steeds mede-eigenaar van, samen met mijn zoon.?
De vraag of hij zijn zoon of kleinzoon ooit zou aanmoedigen in een soortgelijke situatie hetzelfde te handelen, kan hij niet eenduidig beantwoorden. ?Ik was vrij brutaal en heel enthousiast om mee te helpen een einde te maken aan die oorlog. Maar ik lig er nu nog regelmatig wakker van. Of ik droom. Dan transpireer ik ontzetend en schreeuw dingen als: schiet ?m dood!?

Bron: Brabants Dagblad