De aanklagers stellen dat Scheungraber, die in Italië commandant was van een bataljon infanteristen, opdracht heeft gegeven tot het doden van burgers uit het Toscaanse Falzano di Cortona, nabij de stad Arezzo, in juni 1944. Het ging hierbij om een wraakactie omdat er twee Duitse militairen waren gedood bij een aanslag.
Elf van de veertien burgers kwamen om nadat ze waren opgesloten in een boerderij die vervolgens met explosieven werd opgeblazen. Drie anderen werden doodgeschoten. Het enige bewijs tegen Scheungraber bestaat uit de getuigenis van een destijds 15–jarige jongen die als enige de explosie overleefde. Behalve deze man komen tijdens de rechtszaak tevens negentien broers, zussen en kinderen van de slachtoffers aan het woord. De getuigenverhoren beginnen op 29 september.
Een militair tribunaal in de Italiaanse stad La Spezia veroordeelde Scheungraber en een andere Duitse ex–militair in september 2006 bij verstek tot levenslange gevangenisstraf voor hun aandeel in de moordpartij. Ook moesten ze een schadevergoeding betalen aan de plaats Cortona en de nabestaanden van de omgebrachte burgers.
Scheungraber, die ontkent iets van de moorden af te weten, verscheen maandag leunend op een kruk in de rechtszaal. Zijn raadslieden hadden aangevoerd dat het onverantwoordelijk is om een 90–jarige aan de rompslomp van een proces bloot te stellen. Bovendien is volgens hen zijn gehoor zo slecht, dat hij niet in staat zal zijn het verloop van de zaak te volgen. Volgens Christian Stünkel, een van Scheungrabers advocaten, is zijn cliënt, hoewel onschuldig, al door de media veroordeeld. Hij noemt de hele kwestie een zaak voor historici en niet voor juristen.