Kees Valk uit het boek heeft nooit bestaan, vertelt Oudshoorn (80) in zijn
appartement in het centrum van Rijssen. Wel heeft hijzelf een jongere broer die
ook Kees heet. De elfjarige jongen uit ?Het hol op de hei? is bedacht door de
schrijver, Gerrit van Essen. ?Hij had een hoofdpersoon nodig die aansloot bij de
belevingswereld van kinderen.?
Maar voor Kees? oudere broer Gerard stond Oudshoorn model. Zonder dat hij het
wist, overigens. ?Ik zat tijdens de oorlog ondergedoken op een boerderij in
Stroe. Na de Bevrijding wilde ik maar al te graag een streep zetten onder het
verleden, de dingen vergeten. Mijn aanstaande zwager Gerrit van Essen had echter
nogal belangstelling voor wat ik in de oorlog had meegemaakt. Regelmatig
informeerde hij ernaar. Dan vertelde ik wat, maar over de ergste gebeurtenissen
zweeg ik. Op een gegeven moment kwam Gerrit een boek brengen dat hij had
geschreven: ?Het hol op de hei?. Zonder dat ik er iets van wist had hij mijn
belevenissen in een verhaal verwerkt. We hebben er samen erg om gelachen.?
Twee holen
In het boek logeert Kees in de zomervakantie bij boer Verberg en zijn gezin
?ergens in Gelderland.? Daar komt hij tot zijn grote verrassing z?n broer Gerard
tegen, die er ondergedoken zit. Gerard helpt overdag een handje op het land en
?s avonds slaapt hij met een paar andere mannen in een hol op de hei, dat
gecamoufleerd is door een houtmijt.
Oudshoorn: ?Ik heb in twee verschillende holen geslapen, allebei in de buurt van
Stroe. Toen de eerste plek ontdekt dreigde te worden -we hoorden dat mensen in
het dorp er over praatten- hebben we verderop een nieuw onderkomen gemaakt, half
in de grond verborgen en afgedekt met takkenbossen. Voor de buitenwereld
onzichtbaar. E?n keer liepen er zelfs Duitsers overheen. Die waren op de hei aan
het stropen.?
Van Essen kon het onderduikershol uit eigen ervaring beschrijven, want hij sliep
er twee nachten. Oudshoorn: ?Ik kende Gerrit doordat we beiden lid waren van de
gereformeerde gemeente in Leiden. In de oorlog zat hij met ds. A. Vergunst enige
tijd ondergedoken bij m?n ouders in Voorschoten. Echt goed leerde ik Gerrit
kennen nadat hij verkering met mijn zuster kreeg. In de tijd dat ik in Stroe
zat, kwamen ze samen wel eens schone kleren brengen. Waarschijnlijk had Gerrit,
die onderwijzer was, een document weten te bemachtigen waarop stond dat hij
onmisbaar was voor de arbeidsmarkt in Nederland. Hij kwam gewoon met de trein
naar Stroe; dat zou ik nooit hebben gedurfd.?
Overstappen
In ?Het hol op de hei? beschrijft Van Essen zo?n reis naar de
onderduikboerderij. Kees mag er logeren en z?n zus Lydia en haar vriend Leo
brengen hem weg: ??Ziezo?, zegt Leo, ?zet je koffer maar neer, Kees. Hier moeten
we wachten op de trein naar Amsterdam. In Amsterdam stappen we over in de
stoomtrein naar Apeldoorn. Die stopt ook aan een klein stationnetje, vlak bij de
plaats waar de boerderij van Verberg ligt.?
Natuurlijk brengt Kees ook een nacht in het hol op de hei door. ?Het licht
floept aan, en Kees ziet voor zich een trapje van een paar treden. Als hij dat
voorzichtig is afgedaald, staat hij midden in een tamelijk grote vierkante
ruimte, ongeveer twee meter hoog en drie meter in het vierkant. De muren van het
vertrek worden gevormd door stevige, rechtopstaande sparretjes, waar dunnere
takken dwars tegenaan gespijkerd zijn. Achter dat netwerk van takken zit stro.
Ook de zoldering ziet er zo uit. Behalve stro liggen op de vloer ook een aantal
dekens, netjes opgevouwen. Aan ??n der wanden hangt een lamp, net een heel grote
zaklantaarn.?
Oudshoorn: ?Het beeld dat Gerrit schetst komt met de werkelijkheid overeen. Al
heeft hij natuurlijk ook wel dingen verzonnen om het voor de jeugd aantrekkelijk
te maken.? Dat de onderduikers elke avond trouw uit de Bijbel lazen en hardop
voorgingen in gebed is een wat al te mooie voorstelling van zaken, bekent
Oudshoorn eerlijk. ?Al behoorden we wel allemaal tot de gereformeerde gezindte.?
Munitietrein
Op 15 oktober 1944 bestoken Engelse jagers een munitietrein vlak bij Stroe. De
trein gaat de lucht in, maar ook een boerderij in de buurt raakt in brand. Twee
onderduikers -Gerard en Rinus- redden samen met enkele anderen de bewoners. Ook
deze gebeurtenis beschrijft Van Essen waarheidsgetrouw: ?Rinus trapt de
achterdeur open. Gerard rent hem voorbij, de bijkeuken in: hij weet de weg hier
in dit huis. In de kelder zitten vrouw Veldkamp, haar moeder en de vier
kinderen. ?Kom mee, naar buiten! Het huis staat in brand!? De kinderen beginnen
te huilen. Gerard neemt de kleinste op de arm en draagt het naar buiten. De
vrouw helpt hem met de andere kinderen en Rinus, die de oude vrouw ondersteunt,
komt als laatste.? Oudshoorn weet de datum waarop het gebeurde nog precies: hij
was die dag jarig.
Heel lang heeft Oudshoorn niet over de oorlogstijd willen praten. ?Er zijn
dingen gebeurd die ik maar al te graag wilde vergeten. Als ik m?n zwager na de
oorlog alles had verteld, was het boek waarschijnlijk nog wel wat spannender
geworden. Nu zie ik het als een roeping om kinderen te vertellen over die
verschrikkelijke tijd. We waren geen helden. De oorlog was een oordeel van God.
Nooit ben ik zo bang geweest als in die jaren. Ik probeer de kinderen te laten
zien dat het een ernstige tijd was en dat Gods bewarende hand ons spaarde. Met
?Het hol op de hei? heb ik hiervoor een goede entree op scholen.?
Bron: Reformatorisch Dagblad