Jarenlang gold als hoofdverdachte de voormalige magazijnchef van Opekta. Vervolgens figureerden de inbrekers die Otto Frank in het voorjaar van 1944 tijdens hun nachtelijke werkzaamheden tegen het lijf waren gelopen als de meest waarschijnlijke daders. Maar wie dat waren is nooit vastgesteld. En Melissa Muller, de Oostenrijkse biografe van Anne Frank, wees in 1998 de schoonmaakster Lena Hartog-van Bladeren als meest waarschijnlijke kandidaat aan.


Otto Frank (1889-1980) was de directeur van Opekta, die handelde in zoetstoffen en de grondstof pectine. Tijdens de oorlogsjaren leverde hij aan de Wehrmacht en zelfs aan Hitlers Obercommando in Berlijn. Otto Frank ontmoette Tonny Ahlers voor het eerst op 18 april 1941 op zijn kantoor aan de Prinsengracht. Ahlers beschikte over een brief van een oud-werknemer van Frank, waarin deze dreigde Otto Frank aan te geven wegens anti-Duitse uitlatingen. Frank betaalde Ahlers om de brief geheim te houden. Ahlers startte een eigen inkoopbureau voor de Wehrmacht en werd een zakenrelatie van Otto Frank. Opekta leverde aan de firma van Ahlers.


Volgens Lee verviel met het faillissement van Ahlers’ bedrijfje in 1944 ook de grondslag van de bescherming die hij Frank en diens gezin had geboden. Zij maakt in haar boek aannemelijk dat het Ahlers was, die in samenwerking met de SD’er Maarten Kuiper het Achterhuis heeft verraden. Kuiper was op 4 augustus 1944 aanwezig bij de arrestatie van de familie Frank en betrok op 3 augustus 1944 het huis van Tony Ahlers in de Jan van Eyckstraat.


Maar hoe Ahlers wist waar de familie Frank verbleef is niet duidelijk. De beide heren hadden elkaar ontmoet voordat de familie Frank op 6 juli 1942 het Achterhuis betrok. Het is bekend dat Otto Frank wist dat Ahlers een NSB’er was. En als Frank inderdaad gechanteerd werd door Ahlers is het ongeloofwaardig dat Frank hem over zijn nieuwe adres zou inlichten.


Ahlers is na de oorlog als politiek delinquent ge?nterneerd, maar is nooit in verband gebracht met het verraad van de familie Frank. Otto Frank is Ahlers nog lange tijd als zijn weldoener en beschermer blijven beschouwen, en heeft zich voor zijn vrijlating beijverd.

Bron: joods.nl