Vorig jaar april hield Läufer in voormalig concentratiekamp Amersfoort zijn toespraak nog in het Engels. Want Duits ‘dat zou te veel los maken, dat begrijp ik ook wel’, stelde hij naderhand.

De directie van kamp Vught heeft hem uitgenodigd het woord te voeren om te benadrukken dat het Duitsland van nu een ander land is dan dat van de bezetting. Eerder waren Duitse ambassadeurs op de achtergrond aanwezig, de voorbije jaren legden ze, zwijgend, al wel een krans tijdens de Dodenherdenking.

Läufer beschouwt de uitnodiging om het woord te voeren ‘als een bijzondere gelegenheid’, maar tekent aan: "We hebben het over een verleden dat nooit weggaat. Het is een last die sprakeloos maakt. Je zou als Duitser op een plek als Kamp Vught eigenlijk heel stil moeten zijn."

Hij zal spreken met emotie én ratio. Want de ambassadeur realiseert zich dat het goed is om de waarschuwing te accentueren die van het verleden uitgaat. "Alle Duitsers, ook de jongeren, moeten zich er mede-verantwoordelijk voor voelen dat die verschrikkingen zich nooit meer herhalen", aldus de ambassadeur. " Juist wij dienen dit sterker te beseffen dan anderen, dienen te weten dat we een dictatuur hebben gekend die het kwaad heeft georganiseerd."

Läufer is zelf van na de oorlog, enkele dagen na de capitulatie van het nazi-regime in Leipzig geboren. Daar, en later in Oost-Berlijn, groeide hij op in het deel van Duitsland dat door de geallieerden aan de Sovjetunie werd gelaten. In 1955 vertrok het gezin naar het westen, was op doorreis even in Nederland. "De Westduitse ambassade stond in die tijd nog in Scheveningen. Daar kregen we ons eerste paspoort van de Bondsrepubliek. Vervolgens zijn we met de Willem Ruys vanuit de haven van Rotterdam naar Indonesië vertrokken." Zijn vader, arts, ging in de voormalige Nederlandse kolonie aan het werk voor de gezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties, de WHO.

Läufer junior keerde enkele jaren later terug naar Berlijn, de westelijke kant welteverstaan om zijn middelbare school af te maken. Hij verkoos een loopbaan in de diplomatie.

" Natuurlijk heeft de Tweede Wereldoorlog veel invloed gehad op mijn leven. Net als op het leven van heel veel anderen. De verdeling van Duitsland, ons vertrek naar het westen, de Koude Oorlog, rakettencrises, veel later de hereniging van Oost- en West-Duitsland, het zijn allemaal de gevolgen van die oorlog." De toespraak die hij morgen houdt eveneens.

Thuis werd openlijk gesproken over de oorlogsjaren, hetgeen niet in elk Duits gezin vanzelfsprekend was. Zijn vader diende aan het Oostfront. "Hij heeft nooit verheeld dat ook jongere mensen gecharmeerd waren van Hitler. Ja, dan doelde hij ook op zichzelf. Hij kwam uit een gezin dat een winkeltje had, hetgeen weinig mogelijkheden bood. Pas in de jaren van Hitler kreeg hij kans om te doen wat hij wilde: medicijnen studeren. Dan moest hij wel tekenen voor de Wehrmacht en in de vakanties in Rusland dienen. Partijlid is hij nooit geweest, sympathisant wel. Daar hebben we veel over gedicussieerd. Nee hoor, dat was niet moeilijk."

Zijn vader, zegt Läufer, was intelligent genoeg om te beseffen dat openlijke herinnering meer zou helen dan verdoezeling van de feiten. In algemene termen wil hij dat morgen aanroeren in Vught. Over de strekking van zijn rede wil hij slechts kwijt: " Herinneren is de sleutel tot verzoening en wederzijds vertrouwen. We moeten terdege beseffen dat we grote verplichtingen hebben tegenover democratie en mensenrechten."