"Er is bitterheid noch haat in mijn hart. God’s wil geschiedt en zal altijd geschieden en wij zijn slechts zijn werktuig. Daarom moeten we Hem dankbaar zijn en dat ben ik ook." Dat schreef verzetsman Lodo van Hamel vlak voordat hij op 17 juni 1941 door de nazi’s werd gefusilleerd. Van Hamel en zijn in concentratiekamp Natzweiler gestorven broer Gerard zijn met portret en korte beschrijving van hun oorlogsbelevenissen, terug te vinden in de vier unieke Doodenboeken van de Stichting Oranjehotel. De Stichting heeft de boeken onlangs overgedragen aan het Nationaal Archief in Den Haag om ze zo goed mogelijk voor het nageslacht te bewaren.
‘Oranjehotel’ was de benaming die de door de Duitsers gebruikte Scheveningse gevangenis in de oorlog kreeg. Direct na de oorlog besloten overlevenden en betrokkenen dat al diegenen die in het Oranjehotel hadden gezeten en door de oorlog de dood hadden gevonden, gememoreerd moesten worden in wat later de Doodenboeken zouden gaan heten. Bij familie werd om foto’s en inlichtingen gevraagd. De vier boeken werden met de hand gemaakt, ieder met een witte kaft met daarop een kruis en de Nederlandse vlag als een lint daaroverheen gedrapeerd.
Niet openbaar
De boeken waren tot nu toe niet openbaar. Ze lagen bij de Stichting Oranjehotel in Den Haag opgeslagen. Ook in de toekomst zijn ze nauwelijks in te zien. De Stichting heeft bij het Nationaal Archief bedongen dat er kopieën voor studiedoeleinden worden gemaakt. Die mogen dan met toestemming van de directeur van het Archief worden ingezien. De originelen gaan in de kluis. In de Doodenboeken staan in totaal 745 mensen. Volledigheid wordt niet geclaimd. Wel staat er bijvoorbeeld de bekende verzetsman George Maduro in, die bij een poging om naar Engeland te komen werd gepakt en in Dachau aan vlektyfus stierf. Carl Bischoff staat er ook in. Op de muur van zijn cel schreef hij ‘Vertrouw op God’, vlak voordat hij werd gefusilleerd in verband met de aanslag op SS- und Polizeiführer Rauter bij de Woeste Hoeve. Ook Irma de Vries en haar zoontjes Harry en Fredi worden in de Doodenboeken herdacht. Harry en Fredi waren acht en dertien jaar oud, toen ze met hun moeder om niet vermelde redenen voor enkele dagen in het Oranjehotel belandden. Zij verdwenen naar Polen en keerden nooit terug. De bekendste figuur in de Doodenboeken is Bernard IJzerdraat, de oprichter van de Geuzenbeweging. Hij werd met andere Geuzen in 1941 gefusilleerd. Naar aanleiding daarvan schreef Jan Campert het beroemde gedicht De achttien dooden.