Niet de Duitsers hebben het Englandspiel gewonnen, maar de Britten hebben bewust tientallen Nederlandse agenten in de Tweede Wereldoorlog opgeofferd. De agenten maakten deel uit van de Special Operations Executive (SOE) en moesten het verzet in bezet gebied op poten zetten en sabotage plegen. In plaats daarvan werden alle agenten door de Duitsers opgepakt, de meeste al direct na hun landing in Nederland. Volgens de historicus Jo Wolters, die afgelopen dinsdag aan de Universiteit van Amsterdam op dit onderzoek promoveerde, kozen de Britten ervoor de agenten te verraden. Hun doel was de Duitsers op die manier in verwarring te brengen, met name over de vraag waar de langverwachte invasie van het continent zou plaatsvinden. ‘Englandspiel’ is volgens Wolters dan ook een foutieve benaming: ‘Germany Game’ zou een betere omschrijving zijn.
Al sinds het einde van de oorlog wordt gediscussieerd over de vraag waarom de Britten in 1942 en ’43 door bleven gaan met het zenden van agenten naar Nederland terwijl geen van hen de afgesproken veiligheidscodes (waarmee ze aangaven dat het hen goed ging) gebruikte. Dat had de Britse en Nederlandse leiding van SOE immers moeten waarschuwen dat de agenten waren gepakt en het project door de Duitsers was geïnfiltreerd. De weigering zelfs maar rekening te willen houden met die mogelijkheid heeft tot het ontstaan van allerlei complottheorieën geleid. De samenzweringsgedachte kreeg nog meer steun doordat een belangrijk deel van het archief van SOE al direct na de oorlog in vlammen opging. Dat gebeurde nota bene enkele dagen voordat een aantal dossierstukken zou worden opgehaald in opdracht van de Nederlandse regering. De discussie laaide later verder op doordat uit Amerikaanse archieven zou blijken dat er wel degelijk sprake zou zijn geweest van Brits dubbelspel.

Interpretatie
Ook Wolters kiest voor deze interpretatie. Hij stelt vast dat ondanks alle waarschuwingen, onder meer van SOE-codespecialist Leonard Marks, de operaties gewoon doorgingen. Ook constateert hij dat in 1941 de Britse geheime dienst (MI5 en MI6), de militaire inlichtingendienst en andere diensten hadden besloten dubbelagenten en andere middelen te gebruiken om de Duitsers in verwarring te brengen. Het brengt hem tot de conclusie dat de Nederlandse SOE-agenten werden opgeofferd. Het doel was de Duitsers te laten geloven dat de informatie van hun eigen, in werkelijkheid opgepakte, spionnen nog steeds betrouwbaar was. Deze theorie is in de jaren negentig al enkele keren geopperd, onder meer door de Engelandvaarder Pieter Hans Hoets in een boek en een documentaire bij de EO. Volgens Hoets had het dubbelspel tot doel de aandacht van de Duitsers af te leiden van het uiteindelijke invasiedoel, Normandië. Daaraan werden de agenten opgeofferd. Zowel prof. dr. L. de Jong, in zijn standaardwerk over de oorlog, als de historicus M.R.D. Foot, specialist op het terrein van de SOE, verwerpen deze verklaring. Voor hen had het mislukken van de SOE-operaties in Nederland alles te maken met incompetentie van de Nederlandse leiding van SOE, wantrouwen jegens de Britten en gewoon goed politiewerk aan de kant van de Duitsers. "Er was geen verrader, maar wel gebrek aan samenwerking tussen de Nederlandse afdeling van SOE en hun Britse chef", aldus Foot in een interview in 2001 met de GPD-bladen. Het kwam verder gewoon in niemands hoofd op dat er sprake zou kunnen zijn van infiltratie door de Duitsers. Ook De Jong stelt vast dat er geen sprake is geweest van opzet om de Duitsers zand in de ogen te strooien. Wel schrijft hij dat de Nederlandse militaire autoriteiten kapitale blunders hebben begaan omdat zij niet ingrepen toen het fout liep. De Jong uitte zijn bezwaren tegen de stelling van Wolters afgelopen dinsdag opnieuw tijdens de promotieplechtigheid in Amsterdam. De Jong noemde het betoog van Wolters ‘zeer slecht beargumenteerd’.

Jo Wolters, Dossier Nordpol. Het Englandspiel onder de loep. ISBN 90 5352 882 2. Uitg. Boom, Amsterdam. Prijs 24,50 euro.