Zijn vader heeft inmiddels een site gemaakt en speurt naar de plek waar de plaat thuishoort. „Deze plaat is een beetje te vergelijken met een grafsteen. De plaquette moet in ere worden hersteld”, aldus Van Dam.

Op de plaquette staan twaalf namen met daarboven de tekst ”In Memoriam”. Verder zijn de jaartallen 1940 en 1945 te vinden met daartussen het logo van de bank Lippmann, Rosenthal en Co.

Van Dam vindt het vreemd dat de plaat in een afvalcontainer is terechtgekomen. Volgens hem heeft het gedenkteken niet alleen een emotionele waarde, maar is deze ook waardevol. „De plaquette is gemaakt van brons en is volgens een kunstenaar alleen daarom al veel geld waard.”

Van Dam wordt in zijn zoektocht geholpen door het stadsarchief in Amsterdam en het Joods Historisch Museum. „Als we de eigenaar niet vinden, dan draag ik de plaat over aan het museum”, aldus Van Dam. Lippmann, Rosenthal & Co was een Joodse bank in Amsterdam. De Duitsers namen de naam in de oorlog over en gebruikten de bank om Joods bezit te registeren en roven.

Voor informatie over de plaquette, zie www.inmemoriam40-45.nl.