Wat er op die heldere avond van de 6e november 1942 gebeurt, wordt later door
verschillende ooggetuigen verteld. Eerst tegen de waarnemend procureur-generaal
Ernest Eric Gr?nberg in Suriname. Pas als na lang aandringen van diens kant ook
de marechaussee in Nederland opdracht tot onderzoek krijgt van een aanvankelijk
onwillige regering, hoort kapitein Hendrik Jan van der Molen, later
hoofdcommissaris te Amsterdam, de ontstellende waarheid.

Bij de getuigen gaat het om mede-gevangenen van de vermoorde mannen, om
verplegend personeel van ?s Lands Hospitaal in Paramaribo, ambtelijk
betrokkenen, Surinaamse en Nederlandse militairen. De verhalen komen er op neer,
dat de gevangenen

Raedt van Oldenbarneveldt en Van Poelje hardhandig worden ondervraagd door onder
anderen de troepencommandant in Suriname, kolonel Jan Meyer van het Koninklijk
Nederlands Indisch Leger. Hij is het ook die, als zij worden teruggeleid naar
hun cel, staand bij het raam, met een armbeweging aanzet tot moord, aldus
getuigen.

Een van hen is Harmen Grift, de marinier uit Putten die bekent Van Poelje te
hebben gedood. Hij wordt op 18 april 1950 in de kazerne Welschap in Eindhoven
ondervraagd.

Vijf kogels

Grift vertelt dan dat collega Verhoeven vijf kogels afvuurde op Raedt van
Oldenbarneveldt, wiens handen op de rug zijn geboeid. ?Persoonlijk heb ik niet
gezien dat Raedt van Oldenbarneveldt een poging tot ontvluchting heeft
ondernomen.?

Vervolgens is het de beurt aan Grift om Van Poelje terug te brengen naar zijn
cel. Op de plaats waar kort tevoren Raedt van Oldenbarneveldt is doodgeschoten,
pompt hij drie kogels in zijn slachtoffer. Van Poelje is niet meteen dood, hij
gilt het uit en sterft even later in ?s Lands Hospitaal. Grift: ?Ik kan
eigenlijk geen reden waarom ik gevuurd heb op Van Poelje opgeven. Het moet
geweest zijn uit een wraakgevoelen wat ik in het algemeen tegen deze mensen
had.? Pas veel later kwam de marinier er achter dat zijn slachtoffer NSB?er noch
landverrader was.

Bij een tweede verhoor herinnert Grift zich, dat hij en Verhoeven door kolonel
Meyer worden teruggeroepen als ze de mannen na ondervraging ??n voor ??n willen
afvoeren. ?De kolonel verwachtte van ons dat we de gevangenen zouden
neerschieten.?

En tijdens weer een ander verhoor: ?Buiten zijnde, ongeveer ter hoogte van de
plaats waar Raedt van Oldenbarneveldt werd neergeschoten en op circa vijftien
meter verwijderd van het raam, zag ik, terwijl ik omkeek naar dat bewuste raam,
dat de kolonel Meyer, naar ik meen met de rechterarm aan mij een teken gaf
zodanig, dat hij met een vrij uitgestrekte rechterarm uitdrukkelijk wees op Van
Poelje, waaruit ik begreep dat ik deze man moest neerschieten.?

De in Tilburg geboren Verhoeven op zijn beurt weet nog dat kolonel Meyer direct
na het doodschieten van Raedt van Oldenbarneveldt naar hem toekomt. ?Hij zei:
proficiat.?

Verhoeven meldt later: ?De gemoedstoestand waarin ik en zeker ook mijn collega?s
verkeerden was een heel andere dan die van thans. We werden door tal van
berichten opgezweept tot zo groot mogelijke haat.? Aan dat opzwepen, zegt
Verhoeven met vele anderen, neemt de kolonel gretig deel.

Dat twee van de vier gevangenen, Stulemeyer en Kraak, die

avond overleven, is mede te danken aan het fortuin en de

opspelende Surinaamse gevangenisdirecteur Gummels, die op de herrie af is
gekomen en meer moorden verijdelt.

Jan Kroese Meyer.

Wordt op 13 mei 1898 geboren in Semarang (Java). Twintig jaar later kiest hij
voor een carri?re bij het leger.

In 1941 is toenmalig overste Meyer een van de zes officieren van het Koninklijk
Nederlands Indisch Leger (KNIL) die naar het Engelse Wolverhampton wordt
gestuurd om de discipline bij de daar gelegerde Nederlandse eenheid, de Prinses
Irene Brigade, te bevorderen.

Het jaar daarop vertrekt Meyer naar Suriname en wordt daar, in de rang van
kolonel, de hoogste militair en territoriaal commandant.

In juli 1943 moet Meyer, na een botsing met de gouverneur in Suriname Kielstra,
weer vertrekken. Hij wordt commandant van de Nederlandse grondtroepen in
Australi?.

Na de oorlog neemt hij op Java deel aan de politionele acties. Daarbij
onderscheidt hij zich ?door dapperheid? zo staat in de rapportage die hem in
1948 de Militaire Willemsorde oplevert.

Meyer wordt in juni 1948 bevorderd tot generaal.

Op 29 juli 1949 wordt hem eervol ontslag verleend. In datzelfde jaar verhuist
hij naar de Verenigde Staten.

In 1950 doet de Nederlandse marechaussee onderzoek naar Meyer en anderen vanwege
de dood acht jaar eerder van de gevangenen Raedt van Oldenbarneveldt en Van
Poelje in Fort Zeelandia. Hij wordt onder meer verdacht van uitlokking tot moord
en valsheid in geschrifte.

Meyer is in de VS ongrijpbaar voor de Nederlandse justitie. Hij overlijdt in
zijn nieuwe vaderland op 25 november 1972.


Bron: Brabants Dagblad