De expositie belicht zo feitelijk mogelijk de vervolgingsgeschiedenis van een kleine maar zeer gedreven geloofsgemeenschap en confronteert de bezoeker met dilemma’s van toen die ook nog steeds actueel zijn.
Al snel na de machtsovername door de nazi’s in 1933 werd in Duitsland de kleine godsdienstige groepering van de Jehovah’s Getuigen doelwit van stelselmatige vervolging. Vanuit hun diepste overtuiging verzetten zij zich openlijk tegen het totalitaire nationaal-socialistische systeem. Zij weigerden ‘Heil Hitler’ te zeggen, omdat zij alle heil van God verwachtten. Ook weigerden zij de nazi-vlag te groeten, krijgsdienst te verrichten, te werken in de oorlogsindustrie en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de staat af te leggen. Ook weigerden ze lid te worden van de NSDAP.
In bezet Nederland zouden de Jehovah’s Getuigen hetzelfde lot ondergaan. Kort na de Duitse inval werd hun organisatie verboden, het hoofdbureau in Heemstede gesloten en werden hun drukpersen in beslag genomen. Alle activiteiten van de Jehovah’s Getuigen werden verboden. Toch bleven zij ondergronds prediken en erediensten bijwonen. De tol die zij daarvoor hebben moeten betalen was zwaar: velen hebben hun activiteiten met arrestatie, langdurige gevangenschap of zelfs de dood moeten bekopen. In totaal werden in 1940-1945 ongeveer 500 Nederlandse Jehovah’s Getuigen gearresteerd; ongeveer 130 van hen zijn omgekomen als gevolg van mishandeling, ziekte en ontberingen. Ruim tachtig Getuigen werden gevangen in het concentratiekamp Vught – tenminste vijf mensen zijn in Vught omgekomen.
Opmerkelijk is dat het aantal Jehovah’s Getuigen in oorlogstijd is toegenomen. Telde Nederland in de zomer van 1940 ca. 500 Jehovah’s Getuigen in 1944 was hun aantal tot ruim 1800 gestegen en medio 1945 waren het er 3125. De Jehovah’s Getuigen zijn na de joden de zwaarst getroffen geloofsgemeenschap. Het grote verschil tussen hen is dat de Jehovah’s Getuigen de mogelijkheid hadden om aan verdere vervolging te ontkomen. Als zij namelijk de zogenaamde afzweringverklaring ondertekenden, werden ze onmiddellijk in vrijheid gesteld. Verreweg de meeste bleven ‘getrouw aan hun geloof’ en kozen daarmee voor gevangenschap met alle verdere gevolgen.
Een paarse driehoek is het symbool van de vervolging van Jehovah’s Getuigen. In de concentratiekampen werden de diverse groepen gevangenen onderscheiden met gekleurde driehoeken bijvoorbeeld geel voor Joden, rood voor verzetsmensen en roze voor homoseksuelen. In de expositie krijgt de vervolging een persoonlijk gezicht door een permanent getoonde videofilm waarop vervolgde Getuigen hun verhaal vertellen.
De titel van de tentoonstelling is ontleend aan het gelijknamige boek van de hand van historicus Tineke Piersma, die op zondag 5 februari over haar onderzoek voor Stichting 1940-1945 vertelt. Het boek Getrouw aan hun geloof – De vervolging van de Nederlandse Jehovah’s Getuigen in de Tweede Wereldoorlog is vanaf februari in de winkel van NM Kamp Vught verkrijgbaar (€ 19,50), zie ook Uitgeverij Van Gruting.
Lees hier een interview met Getuige Jo Wildschut (bron:
www.oorlogsgetuigen.nl).
(Foto: Wachttorengenootschap)