Tilburg – 66 jaar geleden raakten ook de Nederlandse Antillen en Suriname betrokken bij de inval van de Duitsers in Nederland. 16 februari 1942 is nog altijd een historische dag op Aruba. Een U-boot van de Duitse marine toonde zijn vernietigende kracht door torpedo’s af te vuren op twee tankers die voor de kust lagen. Ze zonken. Aruba werd in zijn hart getroffen. De olieraffinaderij van Shell brandde. Gedupeerden werden geëvacueerd naar Oranjestad en Sint-Nicolaas. Venezuela nam een aantal gevluchte Arubanen op. De duikboot kwam nog eenmaal boven, draaide een rondje om het eiland en verdween weer in de diepte.

Dit verhaal lepelde Fransisco Croes, gevolmachtigd minister van Aruba, gistermiddag op in het Tilburgse stadhuis tijdens de aankondiging van de tentoonstelling Wereldoorlog in de West 1940-1945 die in het najaar in Tilburg wordt gehouden.
In oktober is eerst de bibliotheek aan de beurt. „Daarna gaan we op locatie“, vertelt Carla van Bijnen-Strok voorzitter van de commissie die de tentoonstelling organiseert. De expositie beleefde in 2004 zijn première in Amsterdam.

Veel Antillianen en Surinamers die op aandringen van de Fraters van Tilburg en Dongen in de jaren dertig naar Tilburg kwamen om verder te studeren, speelden geen onbelangrijke rol in het verzet.
Ze kwamen tijdens WO II in concentratiekampen terecht, sneuvelden, of wisten op wonderbaarlijke wijze te ontsnappen. Zoals Luis Alberto de Lannoy die in Tilburg in het verzet terechtkwam samen met zijn vriend Boy Ecury.

Fosforbommen
Ecury saboteerde met fosforbommen in Oisterwijk Duitse transporten. Zijn vriend De Lannoy werd mishandeld omdat hij illegale kranten verspreidde. Hij wist uiteindelijk aan de dood te ontsnappen door zich voor te doen als advocaat van een van de medegevangene.

Zo zijn er meer verhalen bekend met een regionale invalshoek, waarbij Antillianen of Surinamers betrokken waren. Op de tentoonstelling wordt daar ruim aandacht aan geschonken.
De tentoonstelling wordt ingericht met panelen, foto’s en fragmenten uit films. Ook verhalen worden zoveel mogelijk opgetekend en zijn op de tentoonstelling te lezen.
„Het voornaamste doel van de tentoonstelling is om mensen dichter bij elkaar te brengen“, vertelt Van Bijnen-Strok. „Het gaat om integratie, verbroedering en samenleving. We moeten beseffen dat we een volk zijn“.

bron: www.brabantsdagblad.nl