Osendarp won in Berlijn achter de ongenaakbare Amerikaan Jesse Owens en Ralph Metcalfe het brons op de 100 en 200 meter. Een derde medaille, op de 4 x 100 meter estafette, ging de mist in doordat het stokje uit zijn hand werd getikt. Twee jaar later werd hij Europees kampioen op de sprintafstanden.

De Duitse bezetters maakten dankbaar gebruik van zijn sportieve uitstraling als ‘snelste blanke’, zodat Osendarp lang internationaal actief kon blijven. In Nederland werd hij vanwege zijn nationaal-socialistische sympathieën regelmatig uitgefloten. Osendarp sloot zich in de oorlog aan bij de Sicherheitsdienst (SD). Ook werd hij lid van de NSB en later van de SS. Hij nam deel aan de jacht op onderduikers en illegale werkers en heeft de dood van verscheidene verzetsstrijders op zijn geweten.

In 1948 kreeg Osendarp de rekening gepresenteerd. Hij werd veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf. Ook moest hij zijn olympische medailles inleveren. Vier jaar later kwam hij alweer vrij. De voormalig KNAU-voorzitter Frans Jutte hielp hem aan werk in de Limburgse mijnen. Daar dook Osendarp op zijn beurt onder.

In 1999 gaf Osendarp een zeldzaam interview aan de Volkskrant. Over zijn verleden zei hij toen: "Ik mag fout geweest zijn, maar daar ben ik voor gestraft, en zwaar ook. Eigenlijk was ik niet meer dan een klein mannetje, dat toevallig een bekende Nederlander werd door de sport. En natuurlijk heb ik spijt, maar spijt komt altijd te laat." (ANP

Bron: Sp!ts