Drie van de vier Britse nog levende veteranen van de Grote Oorlog herdachten hun overleden strijdmakkers in Londen. Henry Allingham (112), Harry Patch (110) en Bill Stone (108) symboliseerden respectievelijk de luchtmacht, landmacht en marine bij het Cenotaph-monument.

De Franse president Nicolas Sarkozy leidde een herdenking op een begraafplaats in het Noord-Franse Douamont. Hij brak met de traditie, want in voorgaande jaren werd de wapenstilstand van 1918 herdacht bij het graf van een onbekende soldaat, onder de Arc de Triomphe in Parijs.

Sarkozy sprak op de begraafplaats, waar de resten van militairen bewaard worden die sneuvelden door de strijd van Verdun in 1916, van een diepe wond in de geschiedenis en zei de bevrijders nooit te zullen vergeten.

In het Belgische Ieper kwamen duizenden mensen samen bij de Menenpoort, waar de namen opstaan van Britse en Ierse militairen die na de oorlog nooit meer zijn teruggevonden. De Vlaamse premier Kris Peeters pleitte bij het monument voor de oprichting van een internationale werkgroep, die de 100–jarige herdenking van de Grote Oorlog moet voorbereiden.

De meeste plechtigheden vonden plaats om 11.00 uur. Dat tijdstip staat voor het elfde uur, op de elfde dag in de elfde maand in 1918. Op dat tijdstip ging na vier jaar oorlog het staakt–het–vuren officieel in.

Ook buiten Europa kwamen mensen bijeen om de slachtoffers van de oorlog te herdenken. In de Verenigde Staten legde vicepresident Dick Cheney een krans op de nationale militaire begraafplaats in Arlington. In Australië waren ook bijeenkomsten.

In Nederland werd de Eerste Wereldoorlog eerder al herdacht. Er waren onder meer bijeenkomsten in Nunspeet en Ede. Daar dacht men terug aan de duizenden Belgen die tijdens de oorlog naar het neutrale Nederland waren gevlucht en op de hei verbleven.
bron: www.reformatorischdagblad.nl