Het Mobilisatie-Oorlogskruis is uitgereikt aan militairen die actief waren tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Het versiersel bestaat uit een vierarmig bronzen kruis met op de achterzijde de tekst ”Den Vaderlant ghetrouwe”. Het lint van de onderscheiding is paars met oranje. De eerste is de liturgische kleur van rouw waarmee de donkere periode van oorlog wordt gesymboliseerd. Met oranje wordt de trouw aan het Huis van Oranje weerspiegeld.
Dat Bronkhorst de onderscheiding bij leven nooit ontving, heeft er volgens Meijering mee te maken dat Defensie direct na de oorlog niet alle informatie kon achterhalen van militairen die tijdens de Meidagen van 1940 actief waren. „Dankzij een neef is nu nieuwe informatie gevonden, waardoor de uitreiking alsnog kon plaatshebben.”
Die neef is J. W. Toonstra, zelf ook een veteraan. Volgens hem ging het balletje rollen dankzij een persoonlijk oorlogszakboekje van zijn oom. „Ik ben vervolgens naar Defensie gestapt. Na het opvragen van onder andere zijn staat van dienst werd duidelijk dat hij in aanmerking kwam voor een Mobilisatie-Oorlogskruis.”
Nooit gepraat
De uitreiking van de onderscheiding door burgemeester Van Hemmen van Nunspeet had woensdagmiddag plaats in het gemeentehuis van Nunspeet. Dochter G. Smit-Bronkhorst, die de medaille voor haar vader in ontvangst nam, zegt ook nauwelijks iets te weten over de gevechten van haar vader. „Er werd nooit over gepraat. We bevroegen hem er ook niet over. Hij had het op zijn eigen manier verwerkt. Zo ging hij elk jaar samen met zijn zoon en kleinzoon een keer naar de begraafplaats op de Grebbeberg. Zijn kameraden liggen daar begraven.”
Voor de dochter van de in februari overleden Bronkhorst geeft de onderscheiding een dubbel gevoel. „Toen vader nog leefde was hij te bescheiden om zelf een onderscheiding aan te vragen. Nu is het er dankzij een oomzegger toch van gekomen. Enerzijds is het een mooie erkenning. Anderzijds gaan de gedachten terug. Jammer dat vader het niet heeft beleefd. Hij zou vandaag namelijk 95 jaar zijn geworden.”
bron:
www.reformatorischdagblad.nl