,,Voor mij is Bonhoeffer een moedige collega”, schreef een predikant, ,,die ons bepaalt bij de kerk van vandaag. Een kerk die pas kerk is als zij er is voor anderen. Die de mensen, ook buiten de kerk, voorhoudt wat leven met Christus is; die zegt wat het inhoudt er te zijn voor de naaste.”
In de nazi-tijd leidde Bonhoeffer van 1936-1939 in het geheim dominees op voor de kerk van de oppositie (Bekennende Kirche). Het bezinningscentrum Hydepark in Doorn, waar dominees van de Protestantse Kerk cursussen volgen, is opgericht naar het voorbeeld van Bonhoeffers Seminarie met trefwoorden als: meditatie, bergrede en oecumenische openheid.
Bloedbanden
Vandaag is het precies zestig jaar geleden dat Bonhoeffer en zijn zwager en lotgenoot Hans von Dohnanyi werden terechtgesteld. Von Dohnanyi (1902) was van Hongaarse afkomst. Zijn muzikaal begaafde ouders waren niet alleen bevriend met de familie Bonhoeffer maar er ontstonden ook wederzijdse bloedbanden toen Hans trouwde met Christine, Dietrichs zus. Hans werkte vanaf 1939 bij de geheime dienst (Abwehr) onder admiraal Wilhelm Canaris in Berlijn. Beide zwagers hebben zich tot het uiterste tegen de nazi-terreur verzet. De Jodenvervolging was hierbij hun hoofdmotief.
Vanaf april 1943 zaten ze vast omdat ze Joodse landgenoten Duitsland uit hielpen. Door juridische hulp van invloedrijke vrienden kon de Gestapo de aanklacht in de Jodenkwestie echter niet hardmaken. Ook kon niet worden bewezen worden dat Dohnanyi personen aan actieve dienst bij de Wehrmacht heeft onttrokken (dat zouden pastores van de Bekennende Kirche zijn geweest), zodat de beschuldiging hoog- en landverraad van lieverlee verviel. Ook voor Bonhoeffer leek het proces gunstig te verlopen. De algemene verwachting was: medio 1944 vrijlating voor beiden.
Verraad
Maar dan komt 20 juli 1944: aanslag op Hitler. De Gestapo, verwoed zoekend naar belastende documenten, kwam door verraad de bergplaats in Zossen bij Berlijn op het spoor. Daar lagen geheime papieren omtrent een te plegen staatsgreep – opgesteld door Dohnanyi – en ook correspondentie over Dietrichs illegale activiteiten bij de Abwehr. Dietrich werkte in naam bij deze spionagedienst maar zette intussen vredescontacten met de geallieerden op touw.
Oktober 1944 werd Bonhoeffer naar de keldergevangenis van de Gestapo aan de Prinz Albrecht-Strasse in Berlijn overgebracht. Dohnanyi kwam hier op 1 februari 1945 ook terecht. Kort daarop hebben de zwagers elkaar nog in het geheim gesproken. Tijdens een bomalarm lukte het Bonhoeffer bij Dohnanyi in de cel te komen. Die lag toen halfverlamd op een brancard, als gevolg van een bombardement.
In haar boek De beker der gramschap geeft Mary Glazener in een van de aangrijpendste hoofdstukken weer hoe de twee zwagers samen voor het laatst avondmaal vierden. Op 7 februari werd Dietrich uit Berlijn weggevoerd, zonder dat iemand van de familie wist waarheen. Toen hij uit de gevangenis werd gehaald, kregen hij en nog een medegevangene handboeien om. ,,Laat ons getroost als christenen naar de galg gaan”, waren zijn voorspellende woorden. Terwijl Dietrich naar het concentratiekamp Buchenwald werd getransporteerd, bedacht Hans von Dohnanyi het plan zich met dysenterie te laten besmetten. Daarmee kon hij tijdwinst boeken.
Eind februari schreef hij zijn vrouw: ,,Ik ben niet bang voor een besmettelijke ziekte. Ik weet zeker dat ik me zou neerleggen met het gevoel: dit redt een leven, niet alleen van mij, maar ook van anderen in elk geval dat van Dietrich.” Dohnanyi raakte inderdaad besmet en twee weken later werd hij ter verpleging opgenomen in de gevangenisafdeling van het Politie Staatsziekenhuis van Berlijn. Daar was dr. Tietze, een bekende van Dietrichs vader, chef neurologie. Zo kon Christine haar man heimelijk ontmoeten.
Verdovingsampullen
Op 3 april 1945 werden Bonhoeffer en enkele medegevangenen opgehaald uit Buchenwald. Zij reden kamp Flossenburg (in de buurt van Regensburg) voorbij, richting Sch?nberg. Op weg naar de vrijheid? Het had er alle schijn van. Maar toen greep Hitler persoonlijk in en nam het besluit dat Bonhoeffer en Dohnanyi niet in leven mochten blijven. Dohnanyi moest op 6 april naar Sachsenhausen verplaatst worden. Dr. Tietze die dat bericht ’s avonds 5 april kreeg, haalde vlug Christine erbij, zodat ze nog met haar man kan spreken. De tijd ontbrak om een vluchtpoging te ondernemen. Dr. Tietze gaf Dohnanyi zware verdovingsampullen, om hem ongeschikt te maken voor een proces.
Gestapo-aanklager Sonderegger kwam de 6e april Dohnanyi ophalen. Tietze: ,,Betekent dat het einde van hem?” Sonderegger: ,,We weten dat hij het leidende brein van de 20e juli was.” In een vluchtige krijgsraad te velde werd Dohnanyi, die half bewusteloos op een draagbaar lag, die dag ter dood veroordeeld. In het proces na de oorlog tegen Sonderegger (hij kreeg 7 jaar cel) heeft deze aannemelijk gemaakt, dat Dohnanyi op 9 april in het concentratiekamp Sachsenhausen terechtgesteld is.
Palmzondag 8 april preekte Bonhoeffer nog voor zijn medegevangenen in een school te Sch?nberg waar ze waren ondergebracht. Zijn teksten waren: ‘Door Zijn striemen is ons genezing geworden’ (Jes. 53:5) en ‘Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop’ (1 Petrus 1: 3).
Toen werd hij door soldaten geroepen om mee te gaan. Blijkbaar besefte Bonhoeffer gelijk wat het inhield. ,,Dit is het einde, voor mij het begin”, waren zijn laatste woorden. Het standgericht tegen hem vond in de nacht van 8 op 9 april plaats in kamp Flossenburg. ’s Morgens vroeg tussen 5 en 6 werden de gevangenen uit hun cellen gehaald. De kamparts schreef er later over: ,,Door de halfopen deur zag ik, voordat hij zijn gevangeniskleding uittrok, pastor Bonhoeffer, neergeknield in innig gebed tot zijn God. De manier van bidden, zo vol overgave en zo zeker van verhoring heeft me zeer diep aangegrepen.”
Ook op de plaats van de terechtstelling zelf bad Bonhoeffer nog kort, voor hij moedig en kalm de trap naar de galg opliep. Zijn verloofde Maria von Wedemeyer heeft half Duitsland doorgezworven om hem op te sporen. Ze heeft nog voor de poorten van Flossenburg gestaan. Maar naar binnen mocht ze niet. Pas in juni van dat jaar kreeg ze te horen dat Dietrich niet meer leefde. Christine von Dohnanyi had die zekerheid pas eind 1945 over haar man, die in 2003 postuum de erenaam ‘rechtvaardige onder de volken’ van de staat Isra?l ontving
Bron: ?Nederlands Dagblad