Maar het zou nog veel erger worden.
De Nederlandse regering die in Engeland zat, had de spoorwerkers aangemoedigd om te gaan staken.
Als dat zou lukken dan zou het de Duitse bezetters moeilijker gemaakt worden om troepen, wapens en munitie te vervoeren net op het punt dat ze de oorlog haast verloren hadden.

Represaillemaatregelen waren snel en wreed. Het kleine beetje voedsel dat er nog beschikbaar was bij de boeren op het platteland mocht niet meer naar de stervende mensen in de steden vervoerd worden. Nog erger, zoals wij tot onze schade later uitvonden, was dat de stedelijke bevolking werd verboden om naar het platteland te gaan om te proberen om voedsel te halen.

Die jonge vrouw, ze was toen 32 jaren oud, was onze moeder Gerda (of Ger) van Vugt – van Goch. Wij noemde haar Ma.
De kinderen waren mijn kleine zusje, Annie, toen vijf jaar oud en ik, Ton (soms Tonnie genoemd) toen 10 jaar oud. Ma had besloten dat wij Rotterdam zo spoedig mogelijk moesten verlaten. Het herfstweer was nog steeds goed en als wij langer zouden wachten dan zou onze doorgaande verhongering ons zonder kracht laten om te kunnen lopen.

Het was de bedoeling om naar Rodeschool, een klein boerendorp gelegen in het meest noordelijke gedeelte van Groningen, te lopen. Ik was daar het vorige jaar al geweest om te herstellen van ondervoeding.
Dat zou een afstand van ongeveer 300 km (180 miles) geweest zijn.

Heel dapper begonnen wij onze reis, maar voordat wij bij het heen-en-weer bootje bij Kralingsche Veer aankwamen was de poppenwagen al in elkaar gezakt. We droegen het naar het bootje en aan de andere kant trokken wij het naar het huis van een oom die in Capelle aan de IJssel woonde.

Laat in de middag waren wij weer onderweg op een pad dat voor eeuwig door scheen te lopen. Wij gingen door Gouda of Schoonhoven (welke plaats kunnen wij niet meer herinneren), toen Utrecht, Amersfoort, Nijkerk en uiteindelijk via Hattem de brug bij de IJsel over die net voor Zwolle ligt. Daar werden wij, met een geweer op ons gericht, weer over de rivier terug gejaagd.

Weet je het nog? De Duitsers hadden de bevolking verboden om naar het platteland te gaan. Met slepende voeten liepen wij naar Hattem terug. Ma probeerde toen om een bepaalde boer te vinden om ons s’nacht naar de andere kant van de rivier te roeien maar die man was net de vorige dag gearresteerd.

Dit waren niet onze enigste moeilijke ogenblikken. Onderweg was het bedelen om voedsel bij de boeren. Sommige waren hulpvaardig maar dikwijls kregen wij het lid op de neus omdat wij geen gouden ringen of juwelen hadden om voor voedsel te ruilen. Soms konden wij ook niet bij de boeren terecht om in een stal te slapen omdat de boer geen stro wilde uitspreiden omdat het een Zondag was. Dikwijls sliepen wij in scholen en soms mochten wij de bodems van potten uitlepelen in de gaarkeukens.

Ma had een brief bij zich van onze dominee die smeekte kerken in andere plaatsen om ons hulp te verlenen. Die brief legde uit dat onze vader op de grote vaart was gegaan net een paar maanden voor het begin van de oorlog maar dat hij toen niet meer terug kon komen.

In Hattem werdt onze kleine familie nog verder uit elkaar getrokken. Door hulp van de kerk werd Annie bij een winkelier in het midden van historisch Hattem geplaatst. Ik werd geplaatst bij een koppeltje zonder kinderen. Die hadden eigenlijk een jonger kind willen hebben. Later vonden wij uit dat ze leden waren van de adelstand.
De Graaf van Limburg-Stirum was de vroegere Gouverneur van Nederlands Oost Indie.

Het leven kon erg wreed zijn in die dagen. Niemand was bereid om Ma voedsel of onderdak te geven. Iemand met een goed hart gaf Ma een oude fiets, zonder banden, zodat ze kon proberen om weer naar Rotterdam terug te komen. Het moet heel pijnlijk voor haar geweest zijn om ons bij vreemden achter te laten niet wetende hoe wij behandeld zouden worden en of ze het zou overleven om ons ooit weer te zien.
Maar zij hield het vol en zes maanden later kwam zij ons weer ophalen in Hattem en nam ons per rijnaak weer mee naar Rotterdam terug. Ze heeft nooit om dank gevraagd en nooit meer over de oorlog gesproken.
Ze was buitengewoon dapper en een liefhebbende moeder. Wij hebben eigenlijk nooit goed begrepen wat zij voor ons gedaan heeft.

Nu is er heel wat tijd voorbij gegaan. Onze kans om haar herinnering te eren zal ook na verloop van tijd voorbij zijn. Annie en ik zijn van een unieke generatie.
Wij waren oud genoeg om deel te nemen aan de Hongertocht en er nog wat van te kunnen herinneren.
Nu, hopelijk, zijn wij nog jong genoeg om die afstand nog eenmaal te lopen.
Zodat wij allemaal beter kunnen begrijpen willen we jullie allemaal op de hoogte brengen van het idee van Annie en mij om die hongertocht nog eenmaal te maken:
(1) om onze moeder te herdenken evenals de mensen die ons onderweg geholpen hebben;
(2) de familie en speciaal de jongeren dichter bij elkaar te brengen; en
(3) zodoende onze gezondheid op te bouwen.

In het begin was ik van plan om die tocht heel alleen en in stilte te maken.
Maar toen wij begonnen met informatie in te winnen kwamen er verschillende familieleden naar voren met hulpverlening en een wens om een stukje mee te lopen van Rotterdam Zuid naar Hattem (totale afstand 160 km of 100 miles) of naar ons te zwaaien als we vertrokken of aankwamen.
Wij zijn nu met de voorbereiding bezig:
(1) oefenen of we de sterkte en uithoudingsvermogen nog hebben om de afstand in een redelijke tijd te doen;
(2) onderzoek over de historie van de hongertocht – er waren duizenden groepen op de wegen;
(3) nagaan of wij de originele route nog kunnen uitpluizen;
(4) om een veilige, korte en interessante route uit te werken;
(5) alle verdere voorbereidingen maken – zoals hotelaccommodatie onderweg;  en
(6) om iets op de zetten om de aankomst in Hattem te vieren, bij voorbeeld een kerkdienst in de kerk op het oude kerkplein.
De Nederlandse krant, de “Oud Rotterdammer” is bereid, als wij dat willen, om deze poging aan het publiek bekend te maken.

In ongeveer drie maanden kunnen wij besluiten of we er mee door gaan of het maar moeten vergeten.

Vragen
Wij zoeken achtergrondinformatie over de originele Hongertocht.
Wie van de lezers heeft daar mogelijk ook aan deelgenomen of weet waar we nadere informatie kunnen vinden?
Vooral zijn wij geïnteresseerd in de route van Rotterdam-Zuid naar de brug over de IJssel voor Zwolle, de tijd van het jaar en hoeveel dagen men over de tocht gedaan heeft.
Ook worden leden van de betrokken families de Regt en Van Limburg-Stirum  met nadruk gevaagd om te reageren en zijn wij benieuwd of het "Flip Hul" landgoed in Hattem, wat waarschijnlijk toebehoorde aan de familie Tienhoven , nog bestaat.

Ook andere reacties van lotgenoten die deze tocht hebben meegelopen zijn welkom.
Reacties graag via secretaris@documentatiegroep40-45.nl
Reacties worden, na toestemming van de schrijver, op het forum geplaatst.

Tony (Ton) van Vugt

Anthony@van-vugt.com
U.S.A.

januari 2007.