Hoe het er in de bunker uitzag, is te zien in het Arnhems Oorlogsmuseum
?40-?45. Een bezoek aan deze particuliere verzameling in de voormalige School
met den Bijbel in Schaarsbergen is een waardevolle attractie voor toeristen die
zich willen verdiepen in de geschiedenis van de Slag om Arnhem, dit jaar zestig
jaar geleden. Operatie Market Garden, die startte op 17 september 1944, had tot
doel tijdens een snelle opmars acht belangrijke bruggen tussen de Belgische
grens en Arnhem in handen te krijgen en zo in snel tempo een eind te maken aan
de Duitse bezetting van Nederland. Er werden 20.000 parachutisten gedropt en
bijna 14.000 militairen werden ingevlogen met zweefvliegtuigen.
Voorzitter R. Pogge van de stichting die het oorlogsmuseum beheert, was in
Arnhem ooggetuige van het begin van de slag. Vanuit het zolderraam zag hij in de
verte de geallieerde parachutisten springen. De bevrijders waren onverwachts
dichtbij. Een vliegtuig kwam brandend langs voordat het neerstortte. Een dag of
wat later moesten de Pogges hun huis uit, naar een evacuatieadres in Rheden. Na
terugkomst bleek hun huis geplunderd te zijn. ?Overal in de wijk waren
kruipruimten opengebroken. Onze buren bewaarden daar hun geweckte groenten. De
plunderaars hadden uit balorigheid de flessen tegen de muur kapotgesmeten,
waardoor tegen de wand een soort modern kunstwerk van opgedroogde groenten was
ontstaan.? De strijd legde een deel van de Gelderse hoofdstad in puin. ?Het zijn
indrukken die je altijd bijblijven. Als ik zie dat er een gebouw afgebroken
wordt, komt de reuk van puin uit de oorlogsjaren weer terug.?
Denemarken
Het Arnhems Oorlogsmuseum ?40-?45 ontstond bij E. Peeters in zijn slaapkamer
toen hij een jaar of dertien was. Alles lag er vol, tot onder het bed toe. Via
een huiskamer verhuisde de collectie naar een loods achter het huis. Toen dat
gebouw tien jaar geleden ook te klein werd, kocht de verzamelaar de leegstaande
school van Schaarsbergen, op een steenworp afstand van de A12. Pogge bracht er
wat spulletjes uit zijn schuur en werd direct ingelijfd in het korps van zo?n
dertig vrijwilligers dat het museum draaiende houdt. Inmiddels trekt de
verzameling oorlogsattributen bijna 11.000 betalende bezoekers per jaar, terwijl
donateurs van de stichting en oorlogsveteranen gratis toegang hebben. Er komen
ook elk jaar zo?n twintig scholen op bezoek. Buitenlanders willen vaak meer
weten over ?de beroemde brug van Arnhem? die ze bezocht hebben. Momenteel komen
er veel Denen, zegt Pogge. ?Daar wordt pas de laatste jaren veel over de oorlog
gepubliceerd en dat wakkert de belangstelling aan. Veel gebeurtenissen zijn in
Denemarken al die jaren onder de dekmantel gehouden.?
Noodlanding
Buiten de oude school worden bezoekers opgewacht door een rijtje grimmige tanks.
Het gebouw herbergt een indrukwekkende verzameling wapens en munitie -?alles is
onklaar gemaakt?-, maar ook vitrines over het verzet, het dagelijks leven in
oorlogstijd, de communicatie en de gewondenverzorging. Wie alles wil bestuderen,
kan er ettelijke uren doorbrengen. Vrijwilligers lopen mee om een toelichting te
geven, en om grapjes over Seyss-Inquart te vertellen. Het touw van een van de
afzettingen blijkt een stuk van een originele sleepkabel van een zweefvliegtuig
uit 1944. De communicatiedraden steken er nog uit. De gliderpiloot die bij
Wageningen een noodlanding maakte nadat de Duitsers zijn kabel stukschoten,
bracht het museum vorig jaar een bezoek.
Nederlanders pleegden stil verzet door oranje knopen te dragen en door sieraden
te maken van geldstukken met de beeltenis van Wilhelmina. Het is in de collectie
allemaal te zien. Maar ook de letterlijk en figuurlijk zwarte kant van de
oorlog: herinneringen aan de Nederlanders die een zwart of groen Duits uniform
aantrokken. In een vitrine vol Duitse hoofddeksels steekt een rode fez af tegen
het legergroen. De ?dop? werd gedragen door de Bosnische moslim-SS?er.
Volle voedselblikken
De eerste geallieerde die op de Arnhemse brug kwam, was Bill Fulton. Hij bezoekt
het museum elk jaar en schudde hier voor het eerst een Duitse veteraan de hand.
De geallieerden brachten behalve vrijheid ook voedsel. In het museum staat een
aantal afgeworpen blikken, sommige nog vol en ongeopend. En verder: Een baljurk,
gemaakt uit een parachute. De bodem van een van de boten waarmee de geallieerden
de Rijn overstaken toen de Slag om Arnhem verloren was. Foto?s van plunderende
Duitsers. Nagebouwde schuilplaatsen. Servies met het hakenkruis als logo.
Persoonsbewijzen van een Staphorster verzetsman, met vijf verschillende namen.
Een jerrycan, vernoemd naar de uitvinders (de Duitsers, de ?Jerries?), waarmee
de DKW-motorfietsen van brandstof werden voorzien. DKW betekende Deutsche
Kraftwerke, maar ook wel: Dat Kreng Weigert. Enkele jaren geleden werden tijdens
de verbouwing van een huis papieren en foto?s van een Duitse onderofficier
gevonden. De vondst kwam naar Schaarsbergen. Opmerkelijk: van dezelfde man had
het museum ook al een bagagekoffer: een oude munitiemand.
De rondleiding eindigt in een winkeltje, waarin dubbele voorwerpen en zaken die
niet in de collectie passen te koop worden aangeboden. Langs de slagvelden
Terwijl het Arnhems Oorlogsmuseum vijf jaar oorlog laat zien, richt het Airborne
Museum in Oosterbeek zich op de tien septemberdagen van 1944 waarop er in deze
regio heftig gevochten is. Het museum is gevestigd in Hartenstein, destijds het
hoofdkwartier van de Britse bevelhebber. De Slag om Arnhem bleek een brug te ver
en dat kostte direct (tijdens de gevechten) en indirect (tijdens de
hongerwinter) een groot aantal mensenlevens. De bevrijding van Noord-Nederland
liet nog zeven maanden op zich wachten.
Bij de zestigjarige herdenking van Operatie Market Garden heeft op 18 september
de traditionele Airborne-landing plaats op de Ginkelse Hei bij Ede. Zo?n 550
veteranen -de jongsten zijn rond de 80- willen naar de zestigste herdenking van
de bloedige strijd komen. Waarschijnlijk is het het laatste lustrum waarbij nog
een forse groep veteranen bedankt kan worden. Toeristen die zich deze zomer
alvast een of meer dagen met de Slag om Arnhem willen bezighouden, kunnen naast
de musea in Schaarsbergen, Oosterbeek en Groesbeek ook een ?battlefield tour?
doen. Een groep Britten en Amerikanen maakte op 1 juni de eerste tocht langs de
slagvelden. Het Airborne Museum houdt op zaterdag 3 juli een tocht voor
toeristen in de regio Grave/Nijmegen en de VVV heeft van 6 juli tot 31 augustus
elke dinsdag een rondleiding in de regio Oosterbeek/Arnhem op het programma
staan. Vanuit het Airborne Museum kan in juli en augustus elke woensdagmiddag
onder leiding van een gids de Perimeter-wandeling (5 kilometer) ondernomen
worden, met een bezoek aan de stokoude kerk in Oosterbeek-Laag.
De VVV zet een fietstocht tussen Arnhem en Renkum uit. Daarnaast is bij de VVV
Rijk van Nijmegen vanaf 1 augustus de fietstocht ?Fietsen zonder parachute? te
koop. In recreatieoord De Panoven in Zevenaar en in museum Tute Natura in Ede
staat tot eind dit jaar de tentoonstelling ?De Rijn als barri?re en als
verbinding? te kijk. De VVV in Ede (0318-614444) heeft een folder samengesteld
waarin alle activiteiten zijn opgenomen.
Schaarsbergen: Arnhems Oorlogsmuseum ?40-?45, Kemperbergerweg 780, 026-4420958.
?s Maandags gesloten.
Oosterbeek: Airborne Museum Hartenstein, Utrechtseweg 232, 026-3337710
Groesbeek: Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945, Wylerbaan 4, 024-3974404.
Battlefield tours VVV: 0900-2024075.
Battlefield tours E. van Koppenhagen: 026-3554842/b.g.g. 06-22514363
Bron: Reformatorisch Dagblad