In het Berlijnse stadsdeel Mariendorf bouwen de nazi’s in de jaren 1933 tot 1935 een nieuwe kerk: de Martin-Luther-Gedächtniskirche. Ze zien de reformator als een grote Duitse leider uit het verleden en daarom krijgt de „volksheld” een eigen gebouw. Maar wie de kerk binnenstapt, ziet meer van het naziverleden dan van Luther zelf.
Rijksadelaar
De 11 meter hoge triomfboog boven het altaargedeelte is versierd met honderden christelijke ?n nationaalsocialistische symbolen. Arbeiders en soldaten staan zij aan zij; maar ook een avondmaalsbeker, doornenkronen, hakenkruisen en runen. Op een van de ornamenten prijkt de rijksadelaar. Vleugels uitgespreid, in zijn klauwen een hakenkruis. Dit kruis is haast niet meer te zien. Iemand heeft het uitgekrast.
Een orgel is er ook. De nazi’s geven het in 1935 een plaatsje in de kerk, nadat ze het eerder gebruikten om de partijdagen in Neurenberg luister bij te zetten. Twee terracottakoppen in een muur laten zien dat er t?ch een plaatsje voor Luther is gevonden. De ene kop is onmiskenbaar van de reformator, de andere van generaal Von Hindenburg.
Nieuwe bestemming
Ruim zestig jaar na de Tweede Wereldoorlog zoekt de Evangelische Kirche van Berlin-Brandenburg-Schlesische Oberlausitz (EKBO) een nieuwe bestemming voor haar kerkgebouw. Eind 2004 wordt de Martin-Luther-Gedächtniskirche wegens „bouwkundige onvolkomenheden” gesloten. Matthias Hoffmann-Tauschwitz, hoofd van de kerkelijke gebouwendienst, schat de kosten voor renovatie op zo’n 3,5 miljoen euro. En dat kan de gemeente niet betalen.
De leden kerken inmiddels ergens anders: in de kleine dorpskerk. Toch moet de Luther-Gedächtniskirche vanwege het historisch belang behouden blijven, vindt Hoffmann-Tauschwitz. „Mogelijk kan het kerkgebouw een andere functie krijgen. We denken dan bijvoorbeeld aan een documentatiecentrum voor kerkelijke kunst en cultuur in de nazitijd.”
Aan de plannen van de gemeente zitten echter nog wel wat haken en ogen, beseft Hoffmann-Tauschwitz. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er niet alleen de „Duitse christenen”, die in 1933 de kant van het nationaalsocialisme kozen; er was ook de veel kleinere „Bekennende Kirche” (Belijdende Kerk) die de nazi-ideologie afwees. „In zo’n gebouw aandacht besteden aan de Bekennende Kirche, dat is ondraaglijk.”
Ook de Berlijnse superintendent Martin-Michael Passauer wil het kerkgebouw graag intact laten. Volgens hem laat het bezoekers zien hoe het christendom in de nazitijd ontaardde. „De Luther-Gedächtniskirche toont als geen ander gebouw de ambivalentie van de kerkgeschiedenis.”
Bron: www.refdag.nl