Tilburg – Het gebeurde zestig jaar geleden, in de hongerwinter. Tilburg is bevrijd, Nederland boven de rivieren nog niet. Kort na Nieuwjaar loopt een oude pater met een koffertje door de sneeuw en de ijzige kou de Oude Dijk op en hij klopt op de voordeur van nummer 1 bij de zusters van Liefde. Hij hoopt daar onderdak te krijgen, want hij komt uit Nijmegen, waar zijn broederhuis gebombardeerd is. Hij verloor er alles: huis, haard en zijn complete Vondel-bibliotheek.
?Dwars door onafzienbare files geallieerde voertuigen? zwerft hij door Brabant, en hij heeft zijn laatste hoop nu op Tilburg gevestigd. Hij klopt aan ?met een gunstig voorgevoel?, zoals hij het zelf beschreven heeft.

Paradijstoestanden

Niet alleen omdat hij, ?de zwerveling?, bij de zusters ?een voorlopig huis? hoopt te vinden, maar ook ?de meest nodige boeken?. Want deze door Brabant dolende pater is Bernard Molkenboer, een dominicaan, de grootste kenner van Vondels werk die Nederland ooit gekend heeft. Hij was hoogleraar in de Vondel-studie aan de Universiteit van Nijmegen, de drijvende kracht achter de Vondelkroniek en hij had zich voorgenomen een allesomvattende biografie te schrijven van de door hem zo vereerde nationale dichter.
Molk ?n boer

Zijn studenten hebben indertijd zijn Vondel-fanatisme humoristisch samengevat in een rijmpje: Nooit Molk ’n boer/ Zijn koe zo goed/ Als Molkenboer/ Het Vondel doet. Totdat de bommen op Nijmegen vielen en Bernard Molkenboer alles verloor: huis, haard, en zijn complete Vondel-bibliotheek. Tilburg moest hem reddenZijn voorgevoel bleek inderdaad gunstig. In Tilburg kreeg hij onderdak. , hij vond er boeken, en hij zag daar, op de Oude Dijk, verrassend genoeg ook een prille jeugdliefde terug.
?Paradijstoestanden?, zo noemt Molkenboer de situatie waarin hij vanuit Boxtel ?langs hard bevroren en dik besneeuwde wegen? in Tilburg terechtkwam. En ?het gezegende Tilburg?, want de stad had betrekkelijk weinig geleden tijdens het bevrijdingsoffensief.
De zusters van de Oude Dijk blijken ook zusters van Boekenliefde. Ze hebben niet alleen een kamer van Zwijsen maar ook een mooie Vondel-bibliotheek. Daarnaast mocht Molkenboer, zoals hij het noemt, ?te gast gaan? in de bibliotheek die door frater Tharcisio Horsten, een groot Vondelkenner, in het fraterhuis aan de Gasthuisring is ingericht. Ook de boekencollecties van de Hogeschool Katholieke Leergangen, en de Openbare Leeszaal worden door Molkenboer bejubeld. Hij ging weer aan het werk. Toen Mijn Vondelbiografie en de oorlog voltooid was, begon hij in de Tilburgse bibliotheken aan de afronding van het eerste deel van zijn Vondel-biografie. Die moest in zijn totaliteit minstens zes dikke delen beslaan, vierduizend pagina?s.
Moeder Leonie

Pater Molkenboer loopt lichtelijk gebogen door de ijzige winterkou de Oude Dijk op en klopt aan op nummer 1. Wat volgt, had hij nooit kunnen voorvoelen
Niet alleen de ontvangst noemde Molkenboer ?bijzonder?. Dat was ook zijn ontmoeting met de eerwaarde Moeder Leonie, in die tijd de algemeen overste van de zusters. Deze Moeder Leonie is niemand anders dan Marie Ides, de Marietje met wie hij als kleuter in dezelfde klas zat van de bewaarschool in de Kerkstraat in Amsterdam. En op wie hij ?verliefd? was zoals alleen kinderen van de bewaarschool verliefd kunnen zijn. Zelf zegt hij het in Vondels woorden: Daer heb ick eerst om honingh uit gevloghen!

Zestig jaren

En opnieuw zijn zestig jaren verstreken. Bernard Molkenboer overleed in 1948, op 73-jarige leeftijd. Slechts het eerste deel van de Vondel-biografie, het ?Tilburgse deel?, was toen klaar. Het verscheen in 1950 en heet De jonge Vondel. Dat groots opgezette plan, die vierduizend pagina?s, zijn levenswerk, dat heeft hij nooit kunnen voltooien. Maar daar staat tegenover dat hij het geluk had van die natuurwet: die bijzondere ontmoeting op de Oude Dijk van, zou je kunnen zeggen, de jonge Bernard Molkenboer en de jonge Marie Ides.

Bron:Brabants Dagblad