Tijdens
de hele Tweede Wereldoorlog zijn in Nederland zo’n zesduizend
vliegtuigen neergestort. „Tachtig procent daarvan is geruimd“, vertelt
luchtmachtkapitein Hans Spierings (55). Als leider van de
bergingsdienst heeft hij de afgelopen acht jaar een kleine dertig
vliegtuigen, zoals de Halifax in Hank, geborgen. „Voor ons is het een
routineklus. Maar er komen toch veel sentimenten bij kijken, vooral in
de afsluitende fase. In Bergen bijvoorbeeld stonden er nog dertig
nabestaanden aan het graf toen de stoffelijke resten van de bemanning
begraven werden.“
Hekken
De berging van de Halifax in
Hank die 5 september begint, neemt naar verwachting een week of vier in
beslag. In totaal zo’n tien mensen van luchtmachtbergingsdienst,
Explosieven Opruiming Dienst (EOD), gravendienst een civiel-technisch
bedrijf (Heijmans Speciale Technieken) zijn er dagelijks mee bezig. „We
zetten de locatie, een vierkant van dertig bij dertig meter, af met
geblindeerde hekken“, vertelt Spierings. „Vervolgens gaan we het
terrein bronbemalen, omdat we tot een diepte van vier meter gaan, en
graven de grond machinaal laag voor laag af. Zodra er iets zichtbaar
wordt, gaan we handmatig verder. De kleideeltjes waar iets in zit,
zeven we. Zo kun je resten tot een centimeter eruit halen. Dat kan een
ring zijn, boordmunitie of een identificatieplaatje. Als dat laatste
tenminste van metaal was, want ze hebben ook een tijd kartonnen
plaatjes gebruikt.“
Volgens Spierings moet niemand verwachten dat
er nog hele delen van het vliegtuig gevonden worden. „Door de enorme
klap zijn het alleen nog maar fragmenten die je vindt. Ook als je een
bot aantreft, moet je niet te snel concluderen. Het kan ook een bot van
een schaap of een koe zijn. Kadavers werden vroeger vaak begraven.“
Het
moeilijkste aan een dergelijke bergingsoperatie is volgens Spierings
’het gevaar dat je te snel gaat’. „Je moet de tijd nemen om alles
systematisch naar boven te halen, zonder de veiligheid uit het oog te
verliezen. Het vliegtuig kan nog bommen bij zich hebben gehad en
munitie vind je altijd. Ook zit er asbest en radium in vliegtuigen van
die tijd. Daar moet je voorzichtig mee omgaan. Afhankelijk van de
grondsoort kan er ook nog benzine in een grondreservoir gevonden
worden.“
Evacueren
M?chten de bergers een bom
tegenkomen, dan komt onmiddellijk de EOD in actie. Bij de ontmanteling
moeten in een straal van driehonderd meter alle bewoners geëvacueerd
worden. „In Hank is dat gelukkig niet aan de orde, omdat er niemand
woont in die straal“, aldus Spierings. „We hanteren wel een straal van
zeshonderd meter als schervengevarenzone. In die zone valt een klein
deel van camping De Kurenpolder.“
De opgegraven fragmenten van het
vliegtuig worden eerst onderzocht. „Uiteindelijk komen ze meestal in
streekmusea terecht“, aldus Spierings. Gezien de grondsoort in Hank,
klei met zand, hoopt en verwacht de bergingsofficier menselijke resten
te vinden van de bemanningsleden. „Botten zullen wel intact blijven,
vermoed ik. Ik hoop dat we inderdaad wat vinden, want de verwachtingen
zijn wat dat betreft hoog gespannen in Hank. Er zijn ook gemeenten die
vooral hopen dat we gevaarlijke bommen vinden en uit de weg ruimen. Die
verwachtingen verschillen per berging.“
Vanaf 13 september houdt de
bergingsdienst elke dinsdag- en donderdagmiddag vanaf 16.00 uur een
’kijkuurtje’. De gevonden vliegtuigdelen worden dan nabij de
bergingslocatie aan de Aakvlaaiweg tentoongesteld. Dat gebeurt in de
open lucht.
Bron: Brabants Dagblad