De omgekomen militaire verpleegster heette Wilma, maar werd Dolly (popje) genoemd omdat ze zo klein was: 1,60 meter. Klein, maar dapper: ze nam dienst bij de Amerikaanse krijgsmacht als ”flight nurse.” Deze verpleegsters vlogen mee met transporten die zwaargewonden ophaalden vanachter het front.
Van de 350.000 vrouwen in het leger van de Verenigde Staten waren de meesten actief als administratieve kracht of secretaresse, of ze herstelden uniformen of zorgden voor de voedselvoorziening. Er waren echter ook vrouwelijke piloten die bommenwerpers van Amerika overvlogen naar Engeland, waar de mannen ze overnamen voor de gevaarlijke vluchten boven vijandelijk gebied. Andere vrouwen waren vlieginstructrice.
Wilma R. Shea, geboren Vinsant, was een van de 500 vliegende verpleegkundigen. In de Amerikaanse staat Texas groeide ze op als enig kind van een arts en een verpleegster. De opleiding tot ”flight nurse” was zo spartaans, dat vrienden en familie voorspelden dat het voor de tengere Dolly onhaalbare kaart was. Met zware bepakking moest ze in diep water springen en zonder hulp de kust zien te bereiken.
Amok
Aan het risico van een voortijdige landing van een vliegtuig met gewonden aan boord, waar ook ter wereld, besteedde de opleiding veel aandacht. Dat kon in het oerwoud, in de woestijn, in de bergen of op een ijsvlakte zijn. De verpleegkundige moest stressbestendig zijn wanneer patiënten in paniek raakten of amok maakten, of wanneer het toestel in de lucht door de vijand werd beschoten. Dat laatste was niet denkbeeldig: de transportvliegtuigen mochten het Geneefse Rode Kruisteken niet voeren omdat ze ook voor militaire doeleinden werden gebruikt.
Dolly wist de opleiding toch te voltooien. Ze werd in 1943 in Engeland gestationeerd en haalde tijdens de geallieerde opmars na de landing bij Normandië zwaargewonden op vanachter de frontlinie. Soms begeleidde ze een vlucht met gewonden van Londen naar New York. De vlucht boven Duitsland op 14 april 1945, drie weken voordat Duitsland de strijd opgaf, was voor de 28-jarige verpleegkundige haar laatste.
Op 30 maart 2000 kwam een oude vrouw naar het kantoor op begraafplaats Margraten. Een Amerikaanse, helemaal alleen op reis. Ze vroeg naar het graf van Wilma Vinsant. Toen begraafplaatsmedewerker F. Lahaye haar vroeg of ze een familielid was, begon de vrouw hartverscheurend te huilen. Ze zei dat Dolly haar collega in het Army Nurse Corps was geweest.
Vliegquotum
Deze vrouw, Dolores Rike, kon op 14 april 1945 niet naar een feestje van haar vriend, een luitenant, omdat ze moest vliegen. Spontaan bood Shea aan Rikes plaats aan boord in te nemen. „Ga maar lekker feesten”, zei ze.
Dolly’s vliegquotum was al vol. Na een bepaald aantal vluchten gingen de verpleegkundigen naar huis. Na lang soebatten gaf haar commandant echter toestemming: ze mocht ook deze vlucht nog maken, in plaats van Rike. Op de heenweg had het vliegtuig blikken vol benzine bij zich voor de Amerikaanse troepen in Duitsland. Tijdens de terugreis zouden er gewonden aan boord zijn.
In twee dagen tijd stortten drie Amerikaanse vliegtuigen in hetzelfde gebied in Duitsland neer, zo’n 40 kilometer ten noordwesten van Eisenach. Ook de Douglas C-47A, met Wilma Shea aan boord. Rond het middaguur kwam het vliegtuig naar beneden, waarschijnlijk door vijandelijk vuur of door de weersomstandigheden.
De zes inzittenden kwamen om het leven. Ze kregen een tijdelijk graf in Eisenach. Eind juni 1945 werd eerste luitenant Vinsant -op de slachtofferlijsten en op de grafsteen staat haar meisjesnaam vermeld- van de 9 US Airforce herbegraven in Margraten, grafnummer B-17-4.
Schuldgevoelens
Dolores Rike ging naar het feest van haar vriend. Het redde haar leven, maar ze hield er altijd schuldgevoelens aan over, zegt begraafplaatsmedewerker Lahaye. Hij begeleidde haar naar het graf toen ze na 55 jaar naar Margraten kwam. In het gastenboek van de oorlogsbegraafplaats noteerde Rike: „Dolly Vinsant took my place and saved my life” (Dolly Vinsant nam mijn plaats in en redde mijn leven).
„Een heel bijzonder verhaal”, zegt Lahaye. „In de vijftien jaar dat ik hier werk, heeft er verder nooit iemand specifiek naar het graf van Wilma Vinsant gevraagd. Deze oude vrouw, met dit verhaal, kwam speciaal hiervoor naar de begraafplaats.” Lahaye heeft nadien geen contact meer met haar gehad.
Naspeuringen leiden naar een werkgroep binnen de Rooms-Katholieke Kerk in Annandale in de Amerikaanse staat Noord-Virginia die rozenkransen vervaardigt. Dolores Rike, de vroegere militaire verpleegster, begon dit werk in 1965 en zette ook haar negen kinderen erbij in. De kransen zond ze naar zendingsprojecten in het buitenland.
Het werk groeide uit. Rike verzamelde een groep vrijwilligers om zich heen die meer dan 65.000, soms wel 100.000 rozenkransen per jaar vervaardigt. Op rooms-katholieke scholen gaf Rike er voorlichting over. Ze was ervan overtuigd dat ze door de gebeden van haar moeder is bewaard toen ze als militair verpleegkundige in Europa was. Daarbij noemde ze dan met name die keer dat Dolly Vinsant haar plaats in een vliegtuig overnam, een vliegtuig dat niet meer terugkwam.
Erg verkouden
Bij Dolores Rike (88) roept de naam Wilma Vinsant nu geen herkenning meer op. De naam Dolly wel. Ze geeft nu een andere lezing van de gebeurtenissen: „Ik was erg verkouden. Daarom stuurde de piloot me terug. Dolly zou de volgende dag naar huis gaan, maar gaf zich op om in mijn plaats met het vliegtuig mee te gaan. Dat vliegtuig is neergestort.”
Meer zegt Rike, die in 1998 weduwe werd, niet meer te weten. „Het is ook zo lang geleden.” Het bezoek aan begraafplaats Margraten herinnert ze zich evenmin. „Ik ben wel in Washington geweest; daar ligt m’n man op de militaire begraafplaats.”
Wilma Shea kreeg postuum enkele onderscheidingen. Een ziekenhuis in de Texaanse plaats waar ze opgroeide, San Benito, draagt haar koosnaampje: het Dolly Vinsant Memorial Hospital. Het ziekenhuis vernoemde een jaarlijkse prijs naar haar, de Dolly Vinsant Flight Nurse of the Year Award.
In de hal van het ziekenhuis hangt haar portret, nageschilderd van een foto. Op een ander schilderij keert ze zich lachend om op de vliegtuigtrap, in vliegenierskledij die veel te groot voor haar lijkt.
Toen Dolly omkwam, was ze net drie maanden getrouwd met militair Walter L. Shea. Vier dagen na zijn 27e verjaardag werd hij weduwnaar.
Shea hertrouwde nooit. Het feit dat zowel hij als zijn vrouw enig kind was, zodat er geen naaste familie is die voor een graf zou zorgen, kan een rol hebben gespeeld in zijn beslissing Wilma’s lichaam niet naar de Verenigde Staten over te brengen, vermoedt de Nederlandse militair historicus J. Gouverne, voormalig luchtmachtofficier.
Walter Shea nam als navigator deel aan oorlogsoperaties boven Korea en Vietnam en was later als kolonel werkzaam in het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie. Hij overleed in 1994 in Florida, 76 jaar oud. Dolores Rike zegt nooit contact met hem te hebben gehad.
Adoptie
Volgende maand (MEI) komt een Amerikaanse filmploeg naar Margraten om opnamen te maken van Memorial Day, de jaarlijkse dodenherdenking van de VS. In het heuvelachtige Limburgse land kregen duizenden Amerikanen, meest jonge mannen, een graf.
Onder de vier vrouwen die hier ter aarde besteld zijn, bevindt zich behalve Vinsant nog een andere vliegende verpleegkundige, Christine Gasvoda, die één dag eerder in hetzelfde gebied omkwam. De derde vrouw was in dienst van het Rode Kruis. De vierde is er in november 1945 begraven nadat ze omkwam bij een ongeval in Antwerpen. Verondersteld werd dat ze militair was, maar Gouverne ontdekte dat ze als burger in Europa op bezoek was bij haar man, die in het Amerikaanse leger diende.
Gouverne adopteerde twee graven op Margraten: dat van Vinsant en van Gasvoda. De 76-jarige oud-officier uit Maarheeze houdt zich al dertig jaar bezig met de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog en schreef een boek over de logistiek van de Amerikaanse troepen in West-Europa. Op Margraten liggen relatief veel luchtmachtmilitairen begraven. „Het verhaal van Wilma Vinsant intrigeerde mij het meest.”