Op het aankondigingsbord van spoor 1 op Berlijn Ostbahnhof staat slechts één woord: ”Sonderzug”, speciale trein. De reusachtige zwarte stoomlocomotief legt een geur van steenkool over het perron. De machinist staat tegen de derde en laatste wagon, een veewagon, geleund. Op zijn hoofd een petje van de oude Reichsbahn, de naam van het spoorbedrijf ten tijde van het nationaalsocialisme. Honderden mensen verdringen zich op het kleine stuk afgezette perron om de Zug der Erinnering, de trein der herinnering, in Berlijn te zien. Sinds november rolt de rijdende tentoonstelling langs tientallen Duitse stations die bij de deportaties een rol speelden. In Berlijn ligt de Deutsche Bahn (DB) nu echter dwars.
Georg Brozek is 73 en wilde erbij zijn vandaag. Om zijn generatie te herdenken. Leeftijdgenoten die er nog bij hadden kunnen zijn. De dag ervoor was hij bij de herdenkingsplechtigheid voor de Berlijnse kinderen die gedeporteerd werden. „Ik was erg onder de indruk toen ik een kaarsje kocht en daarbij een naamstrookje kreeg: ”Erwin Becker” stond erop, geboren in ’31. Ik ben zelf van ’35”, zegt de tanige Brozek. De tranen staan in zijn ogen.
Eigenlijk had de trein deze zondag op het nieuwe, prestigieuze Hauptbahnhof moeten aankomen, als het aan de organisatie lag. Dat zou volgens de leiding van de DB voor te grote technisch problemen zorgen en ook de dienstregeling te veel door elkaar gooien. Het conflict duurde weken, en ondanks grote druk uit pers en politiek hield het concern voet bij stuk. Voor de bejaarde Brozek is het duidelijk: „Geen historisch besef, het economisch rendement gaat voor.”
Toen bekend werd dat de ’Bahn’ de organisatoren van de herinneringstrein een som van 100.000 euro in rekening bracht voor het gebruik van het spoornet en de halteplaatsen nam de publieke verontwaardiging nog meer toe. „Daartoe zijn we volgens de wet verplicht”, meende echter een woordvoerder van het spoorbedrijf.
Maar het Duitse parlement, inclusief verkeersminister Tiefensee -politiek verantwoordelijk voor de DB-, vindt dat de spoorwegen het geld gewoon terug moeten schenken. Het DB-bestuur weigerde, maar kwam met het idee het geld aan een Joodse instelling ten goede laten komen. Daarmee maakte het het alleen maar erger. „Het bestuur van de Deutsche Bahn denkt dat ze onze stem met dat geld kunnen krijgen. Het maakt gebruik van antisemitische clichés”, zegt secretaris-generaal Kramer van de Joodse Centrale Raad in een interview.
Voor velen die vandaag gekomen zijn, is de halsstarrige houding van de DB een bron van ergernis. Voor de studente Kathrin Pech een extra motivatie de rijdende tentoonstelling te bezoeken, alhoewel ze zeker een uur in de rij moet staan. „De Deutsche Bahn heeft de verantwoordelijkheid om zich met zijn naziverleden bezig te houden. Door deze trein zo af te willen schuiven geeft ze daarvan geen blijk.”
De Duitse tentoonstelling is een vervolg op de Franse herinneringstrein van 2004, een initiatief van de nazi-jagers Serge en Beate Klarsfeld. In de twee krappe wagons zijn korte biografieën te zien en te lezen van kinderen uit heel Europa. Gedocumenteerd is ook hun transport naar de vernietigingskampen. De Nederlandse Hertha Aussen schrijft in 1943 aan haar vriendin: „Mijn liefste Netty, de laatste afscheidskaart ontvang je vanuit de trein, (…) het is benauwd in de veewagen. Tot een spoedig weerzien in ons dierbaar Hollandje. Vaarwel, een kus, Hertha.”
Behalve van Joodse kinderen zijn er ook portretten van kinderen van Sinti en Roma komaf en van zieke en gehandicapte kinderen; alle het „Arische volk onwaardig.” Deze portretten worden geflankeerd door biografieën van ambtenaren bij het Verkeersministerie en functionarissen bij de Reichsbahn, waarvan de meesten na de oorlog zonder proces verder konden werken. Resultaten van het schoolproject ”sporen zoeken” complementeren de tentoonstelling.
De Deutsche Bahn herinnert zelf in een permanente tentoonstelling in Neurenberg aan de rol van de Reichsbahn bij de misdaden van het naziregime. Als antwoord op de Zug der Erinnerung heeft de DB zelf een reizende tentoonstelling ingericht.
Na Berlijn doet de herinneringstrein nog verschillende stations in Duitsland aan op weg naar Auschwitz, waar de trein op 8 mei, de dag waarop nazi-Duitsland capituleerde, zal aankomen.
bron:
www.reformatorischdagblad.nl