Joodse actievoerders zeiden blij te zijn met het besluit. Er lopen 5210 restitutie-eisen tegen de Belgische staat in verband met de Holocaust, waarvan 162 meer dan 20.000 euro bedragen.
In totaal 35,2 miljoen euro van het restitutiebedrag wordt betaald aan individuele eisers; de resterende som gaat naar een Joodse stichting die behoeftigen steunt en de herinnering aan de Holocaust levend houdt.
In België woonden aan de vooravond van de oorlog ongeveer 50.000 Joden, van wie ongeveer de helft de oorlog niet heeft overleefd. De Belgische premier Guy Verhofstadt bood vorig jaar publiekelijk zijn excuses aan voor de betrokkenheid van de Belgische autoriteiten bij de deportatie van Joden naar vernietigingskampen. Die betrokkenheid vloeide voor een deel voort uit richtlijnen van de regering in ballingschap aan de ambtenaren, om aan het werk te blijven en zo nodig met de nazibezetter samen te werken.
Eli Ringer, een van de voorzitters van de restitutiecommissie voor Joodse tegoeden, zei dat het geld voor de Joodse gemeenschap onder andere zal worden gebruikt voor voorlichting en bezoeken aan Auschwitz. Hij noemde het „zeer, zeer belangrijk voor ons.”
Van het totaalbedrag wordt 45,5 miljoen euro ter beschikking gesteld door de regering en 55 miljoen door banken. Het grootste deel van de resterende som is afkomstig van verzekeringsmaatschappijen.
De restitutie biedt België een kans een zwart hoofdstuk in zijn geschiedenis te sluiten. In een rapport van vorig jaar dat door de regering wordt gesteund, worden de Belgische autoriteiten en de regerende elite verantwoordelijk gesteld voor collaboratie met de nazi’s bij de Jodenvervolging.