Dat zegt een speciale commissie van hoogleraren, archivarissen en militaire historici in een tussenrapport na een vier jaar durend onderzoek.
De commissie zegt dat het onderzoek de dood van 18.000 mensen heeft bevestigd. Het aantal van 25.000 is gebaseerd op het aantal mensen dat volgens de politie en de burgerlijke stand ten tijde van het bombardement op 13-14 februari in de stad verbleef.

Het hoge aantal doden onder de bevolking en de verwoesting van het eeuwenoude stadshart van Dresden vormen al tientallen jaren een bron van controverse. Duitse neonazi’s spreken de laatste tijd zelfs van een ”bommen-Holocaust”, met 500.000 tot 1 miljoen slachtoffers. Nadat in 2004 de uiterst rechtse NPD in het deelstaatparlement van Saksen werd gekozen, werd besloten tot een groots opgezet onderzoek dat duidelijkheid moest verschaffen.

Ondanks de chaos in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog en de bij het bombardement aangerichte verwoesting verliepen het bergen en begraven van de slachtoffers „opvallend ordelijk”, zegt de commissie.

„Door het werk van de commissie krijgen de slachtoffers een gezicht en een naam”, zei de burgemeester van Dresden, Helma Orosz. „Achter elk afzonderlijk slachtoffer schuilt leed en dat is wat wij ons moeten herinneren.”